Bevordering marktwerking heeft positieve invloed op de moraal
Het kapitalisme en de vrije markt liggen opnieuw onder vuur. Maar kapitalisme dwingt moreel positief te waarderen gedrag af, zoals creativiteit en ondernemerszin, aldus drs. E. R. van de Haar
. Hij roep de politiek op de markt te bevorderen. De discussie over de publieke moraal in Nederland lijkt alweer afgelopen voordat zij goed en wel op stoom kwam. Dat is jammer, want in tegenstelling tot wat de politiek lijkt te denken, is het verbeteren van de moraal niet slechts een kwestie van fraudebestrijding en strafrechtelijke handhaving.
Politiek links
De verbetering van de moraal begint vanzelfsprekend thuis, op school, in kerk en vereniging. Maar dat is niet genoeg. Een belangrijk deel van de oplossing zit in het bevorderen van de marktwerking, omdat op deze wijze evenzeer de moraal wordt verbeterd. Politiek links, met name SP en GroenLinks, laat geen kans onbenut om de problemen in de markt te benadrukken. Het kabinet neemt daar te weinig afstand van.
Het politieke systeem van het kapitalisme en de vrije markt als economische uitwerking daarvan, liggen weer eens onder vuur. Voor velen, ook in kerkelijke geledingen, is de markt niet meer dan een noodzakelijk kwaad, gedreven als zij lijkt te worden door de duistere krachten van egoïsme en winstbejag. Vandaar ook dat de markt al snel de schuld krijgt in geval van maatschappelijke misstanden, kort geleden op potsierlijke wijze tot uiting gebracht door middel van het burgerinitiatief ”Stop de uitverkoop van de beschaving”.
Het kabinet omarmt dit soort zaken gelukkig niet, maar neemt er ook te weinig afstand van. Het doet te weinig moeite om de naam van de markt hoog te houden. SP-leider Marijnissen kan zonder al te veel weerwoord verkondigen dat „de liberalisering heeft geresulteerd in de huidige problemen in de zorg.”
Vanzelfsprekend liggen de feiten anders, want met de markt heeft ons zorgstelsel weinig te maken. Wel met alle mogelijke vormen van overheidssturing die in communistische landen niet hadden misstaan. Ook de problemen in de sociale zekerheid of de perverse effecten van het Europese landbouwbeleid maken duidelijk dat bemoeienis van de overheid veelal slecht uitpakt. Overheidsplanning loopt vast op de beperkte vermogens van de menselijke ratio, zo maakte Nobelprijswinnaar Hayek al lang geleden duidelijk.
Falende markt
Het is duidelijk dat de markt lang niet altijd perfect werkt. Los van spelers op de markt die doelbewust de wet overtreden, zijn er verschillende situaties waarin de markt faalt. Dan is beperkt overheidsingrijpen gerechtvaardigd. Bijvoorbeeld via het marktmeesterschap, of door de vaststelling van bepaalde wettelijke voorwaarden, zoals voorschriften voor arbeidsomstandigheden.
In het geval van fraude en corruptie is de straffe inzet van het opsporingsapparaat en de rechtspraak juist noodzakelijk. Een goede markt is dan ook -in beperkte mate- gereguleerd en wordt omgeven door waarborgen die van staatswege worden gegarandeerd.
De huidige problemen rond een aantal grote bedrijven geven echter geen reden om dan maar direct aan de morele waarde van het kapitalisme te twijfelen. Sterker, kapitalisme en markt bevorderen de moraal. De markt is het meest indrukwekkende voorbeeld van vreedzame samenwerking tussen individuen. De behoeften van mensen over de gehele wereld worden bevredigd via de markt en het prijsmechanisme, op basis van vrijwilligheid en zonder aanzien des persoons. Voorwaarden hiervoor zijn de individuele vrijheid om keuzes te maken en de bescherming van ieders recht op eigendom. Vrijheid van economisch verkeer doet de rest.
Het resultaat, mede dankzij de globalisering, is een ongekende welvaart. In weerwil van wat antiglobalisten zeggen, profiteert iedereen: rijk en arm, in alle delen van de wereld, zoals rapporten van Wereldbank, VN, IMF en OESO keer op keer aantonen. De wereld is weliswaar geen paradijs, maar afgezet tegen het falen van allerlei utopische alternatieven, is het kapitalisme een belangrijk symbool van de menselijke beschaving. Dat komt mede omdat het in de moraal is gegrond.
Voorstanders van vrije markt en kapitalisme schieten echter vaak tekort in de verdediging van deze maatschappelijke instituties. Vaak komt men niet verder dan het opsommen van economische argumenten, zoals efficiëntie of welvaartsgroei. Over het hoofd gezien wordt dat het kapitalisme een inherent goed verschijnsel is. Want het kapitalisme dwingt moreel positief te waarderen gedrag af.
Spaarzin
Bijvoorbeeld individuele creativiteit en ondernemerszin, het kweken van onderling vertrouwen of het belonen van spaarzin, hard werken, discipline, investeren, doorzettingsvermogen en het nakomen van afspraken.
Deugdelijk gedrag wordt dus beloond en gestimuleerd door de sociale institutie die markt heet.
Hoe dan de recente schandalen te verklaren, of de publieke verontwaardiging over de hoge salarissen van topmensen in het bedrijfsleven? Net zoals de markt kan falen, zijn er gevallen van moraalfalen, waarbij de ondeugden in de menselijke natuur de boventoon voeren. De mens is immers zwak en neigt naar het slechte.
In de huidige samenleving faalt de moraal zelfs te vaak, omdat het nogal wat mensen ontbreekt aan voldoende „spiritueel kapitaal”, zoals de rechtsfilosoof Kinneging het uitdrukt. Daarom is het noodzakelijk dat de opvoeding in de klassieke deugden voortvarender ter hand wordt genomen.
De opvoeding in de deugden dient door de samenleving zelf ter hand te worden genomen, binnen de sociale instituties gezin, school, universiteit, vereniging en kerk. Voor de overheid is er een geringe rol. Sterker, de overheid is de belangrijkste oorzaak van het moraalfalen. Voorbeelden zijn het gedoogbeleid en andere gevallen waarin regels niet worden gehandhaafd.
Afgegleden
Het kabinet juicht dan ook te vroeg, door op allerlei initiatieven in de sfeer van de rechtshandhaving te wijzen die nog weinig resultaat hebben opgeleverd. Men ziet over het hoofd dat de uitgedijde verzorgingsstaat uitnodigt tot het afschuiven van individuele verantwoordelijkheid op het collectief. Inmiddels is de samenleving zo ver afgegleden dat voor ieder wissewasje op de helpende hand van vadertje staat wordt gerekend.
Politiek en overheid kunnen daarom slechts faciliteren bij de versterking van de publieke moraal. Bijvoorbeeld door ervoor te zorgen dat de kwaliteit van het onderwijs omhooggaat, met name door meer aandacht in te ruimen voor karaktervorming. Maar ook door de marktwerking te bevorderen.
Dit komt onvoldoende uit de verf in het kabinetsstandpunt. De markt maakt in zijn morele werking geen onderscheid tussen afkomst, sociale positie of economische positie van de deelnemers. Marktwerking, mits zorgvuldig ingevoerd, werpt spoedig effect af, in een breed scala aan situaties. De overheid kan zich vervolgens concentreren op haar kerntaken.
Politici hebben derhalve de morele opdracht de markt te bevorderen, in plaats van Marijnissen, Halsema en anderen te volgen in slecht onderbouwde jammerklachten over de vermeende neergang van de beschaving als gevolg van het kapitalisme.
De auteur is lid van de VVD en bestuurder van de Edmund Burke Stichting.