Muziek

Muziekvoorstelling Zierikzee: Een vrouw achter het orgel?

Waarom is een klave­cimbel heel anders dan een vleugel? Hoe doe je dat, een liedje componeren? En: mogen vrouwen eigenlijk wel orgel spelen in de kerk?

10 February 2016 22:04Gewijzigd op 16 November 2020 01:21
De voorstelling ”Snep en dochters” voor basisschoolkinderen in de Nieuwe Kerk in Zierikzee. Beeld Marieke Mandemaker
De voorstelling ”Snep en dochters” voor basisschoolkinderen in de Nieuwe Kerk in Zierikzee. Beeld Marieke Mandemaker

De schoolkinderen die deze woensdagmorgen in de Nieuwe Kerk in Zierikzee zijn, komen hier duidelijk vaker. „Vier keer per jaar is er zo’n muziekproject van ”Keet in de kerk””, zegt een juf van de school uit Scharendijke. Het zogenoemde ”Keet-lied”, dat standaard aan het begin wordt gezongen, komt er deze keer wat aarzelend uit.

Het podium onder het orgel is omgetoverd tot een 18e-eeuws decor. Een prachtig klavecimbel staat in het midden. Links een paar kerkbanken en een klein pijporgel: de kerk van toen. Rechts een bar en een zithoek: het koffie­huis.

De kinderen uit Scharendijke en Haamstede belanden in één klap in een 18e-eeuws verhaal dat in het Zeeuwse Zierikzee speelt. Figuranten –in 18e-eeuwse kostuums– zijn de burgemeester en zijn verloofde; Johan Snep, de nieuwe organist van de Sint-Lievens­monsterkerk, met zijn vrouw en twee dochters; en drie notabelen: de dokter, de dominee en de notaris.

Dochter Agnita blijkt direct de ondeugende flapuit die haar moeder in verlegenheid brengt. Als de burgemeester aan Snep zijn nieuwe werkplek toont, laat zij direct weten ook wel op het grote Niehofforgel te willen spelen. Dat levert haar een reprimande op. „Dat is niets voor dames. Die moeten luit spelen.”

Het decor wordt donker en op een scherm begint een filmpje, een zogenoemde ”Snep-shot”. Filmmaker Jan Oosterloo laat een maquette zien van de Zierikzeese Nieuwe Kerk in de 18e eeuw.

Op het toneel legt de burgemeester aan Snep uit wat zijn taken zijn: zondags de psalmen begeleiden en na de dienst het orgel bespelen. Bovendien moet de organist op dinsdag- en donderdag­avond een concert geven voor de mensen die dan in de kerk wan-delen. Wat hij gaat verdienen? 
wil mevrouw Snep weten. Driehonderd gulden per jaar, belooft de burgemeester. Dat vindt mevrouw maar weinig. „Misschien kunt u daarnaast een koffiehuis in onze stad openen”, doet de 
burgemeester een idee aan de hand.

En zo gebeurt. Vrouw en dochters openen een koffiehuis waar de notabelen met pijp in de hand de politiek van de dag bespreken, terwijl op de achtergrond klavecimbelmuziek wordt gespeeld.

Geen popidool

Maar wat is dat eigenlijk, een klavecimbel, vraagt Oosterloo zich af. Hij gaat het vragen bij de Zierikzeese klavecimbelbouwer Matthijs Mijnders. Die legt uit dat een klavecimbel wel lijkt op een vleugel, maar heel anders werkt. „Meer zoals je tokkelt op een harp of gitaar.”

Op het decor blijkt dochter Johanna gamba te kunnen spelen. Met haar vader speelt ze een rondo. Agnita gaat met heldere stem spontaan meezingen: „Ik ben verliefd.” Vervolgens verschijnt de echte Agnita, Mirjam van den Hoek uit Kerkwerve die voor dirigent studeert, in beeld. Oosterloo vraagt haar naar haar grote voorbeeld in de muziek. „Bach”, zegt Van den Hoek. „Heb je helemaal geen popidool?” vraagt de filmmaker. Nee, die heeft ze niet. Tot verbazing van Oosterloo.

Op het toneel is de koffie intussen klaar, en daar hoort muziek bij, vindt de burgemeester. Vader Snep kruipt achter de klave­cimbel en dochter Agnita begint te zingen: „O, wat smaakt die koffie heerlijk.” De koffiecantate van Sneps tijdgenoot Bach. Het zingen van Agnita valt in de smaak, want ze krijgt een spontaan applaus van de kinderen.

Jaloers

Snep blijkt ook zelf muziek te componeren. Maar hoe doe je dat eigenlijk, een muziekstuk maken? Oosterloo gaat langs bij de Zierikzeese musicus Mar van der Veer. Die laat zien hoe hij met een computerprogramma de noten invoert, één voor één. Als het melo­dietje klaar is, kan hij het laten afspelen om te horen hoe het klinkt. Vervolgens schrijft Van der Veer er een baspartij onder, 
en een partij voor een gitaar. 
En ook nog de muziek voor het slagwerk. Het resultaat klinkt goed. „Snep moest het destijds allemaal met de hand doen. Hij zou jaloers geweest zijn als hij dit zou zien.”

Snep hanteert in zijn composities de Franse stijl. Oosterloo laat zien wat dat inhoudt. Hij gaat naar Parijs en toont het standbeeld van Lodewijk XIV. En vervolgens het kasteel van Versaille. „Lodewijk was gek van een bepaalde stijl, van kleren, maar ook van muziek. De muzikale mode dus.”

Op het toneel blijkt Snep intussen op leeftijd te zijn gekomen. Hij vraagt de burgemeester of zijn dochters hem zondags op het orgel mogen vervangen. Maar daar komt niets van in. „Dat is ongehoord! Dat is nog nooit eerder gebeurd!” Maar zijn dochters zijn zeer capabel, brengt Snep in. De burgemeester belooft het met het kerkbestuur te overleggen.

In beeld verschijnt een hedendaagse vrouwelijke organist: Margreeth de Jong uit Middelburg. Ze vertelt hoe ze zelf door hard te studeren zover is gekomen. Snep kent ze zeker. „Hij was een beroemde organist.” Op het orgel in de Nieuwe Kerk in Middelburg speelt ze vervolgens een stuk van zijn hand.

Halverwege gebeurt er echter iets geks. Het geluid van de video wordt teruggedraaid en het grote orgel van Zierikzee neemt het muziekstuk over. Met het volle werk. De kinderen kijken verbaasd naar boven. Waar komt dat geluid ineens vandaan? Een meisje doet de handen voor haar oren. „Zo hard ineens.”

Feestvreugde

Na bijna een uur loopt de voorstelling ten einde. De burgemeester treedt in het huwelijk. Tijdens de kerkdienst wordt het orgel bespeeld, maar Snep zit zelf in de kerk. Hij moet achteraf bekennen dat het zijn dochters waren die achter het klavier zaten.

In het koffiehuis wordt de huwelijkssluiting gevierd. Op het hoogte­punt van de feestvreugde heeft de predikant nog een mededeling. De kerkenraad heeft besloten dat Johanna en Agnita hun vader mogen vervangen tijdens de erediensten en bij de concerten. „Voor het eerst dames op het kerkorgel”, aldus de burgemeester.

Op dat heugelijk feit moet gedanst worden. Ook de juffrouwen en meesters moeten naar voren komen en meedoen, tot opwinding van de kinderen.

Tara en Nienke hebben genoten, zeggen ze. Wat ze het mooist vonden? „Dat stuk waar Agnita ging zingen over koffie.” Of ze al wat wisten over orgels en organisten? „Mijn opa is zelf organist”, zegt Tara. Dan zorgen de meisjes dat ze bij de chocolademelk komen.


Ontdekkingsreis naar wereld van de muziek

Al ruim tien jaar worden in Zierikzee, onder de noemer ”Keet in de kerk”, muziekprojecten voor basisschool­leerlingen georganiseerd. Kinderen uit groep 5 en 6 krijgen vier keer per jaar een bijzonder concert aangeboden, bedoeld als een ontdekkingsreis naar de wereld van de muziek.

Mar van der Veer, voorheen muziekdocent aan de scholengemeenschap Prins Maurits in Middelharnis, was bedenker van het Keet-concept. De werkgroep bestaat verder uit vertegenwoordigers van de Zeeuwse Muziekschool, het basisonderwijs, enkele professionele musici en vrijwilligers.

De invulling van de muziekprojecten kan uiteenlopen, zegt Van der Veer. „Af en toe doen we iets rond een componist als Bach, Buxtehude, Mozart of Beet­hoven. In november hadden we een flashmob rond de Canon in d van Pachelbel. In het gemeentehuis ging de een na de ander, personeel en bezoeker, ineens op een instrument spelen. Ook de kinderen konden meedoen. Het volgende programma is rond de Schilderijen­tentoonstelling van Moessorgski.”

Ook het idee om rond de historische Zierikzeese organist Johannes Snep (1656-1719) een muzikaal project te maken, kwam van Van der Veer. „Snep was een veelzijdig man. Binnen de muziek was hij actief als componist, gambist en organist. Maar hij had bijvoorbeeld ook filosofie gestudeerd in Leiden en was stadsdichter. Daarnaast was hij in de Republiek de eerste die een koffiehuis startte. Dat zijn mooie elementen voor een voorstelling. Het leuke is dat het zich hier allemaal in Zierikzee afspeelde.”

Het meeste in de voorstelling berust op historische feiten, zegt Van der Veer, die zelf de rol van een van de notabelen speelt. Zo had Snep inderdaad twee muzikale dochters. Aan het eind van zijn leven vroeg de organist of zijn dochters hem als organist mochten vervangen. Dat was niet gebruikelijk in die tijd. Toch volgde Agnita de organist na zijn overlijden in 1719 op. En toen zij in 1726 stierf, werd Johanna organist van de Sint-Lievensmonsterkerk in Zierikzee. „Ze waren de eerste vrouwelijke kerkorganisten van Nederland”, aldus Van der Veer. Met de zoon die Snep ook had, Johannes, is in de productie niets gedaan.

In het voorstelling wordt het rollenspel afgewisseld met zogenoemde ”Snep-shots” van de hand van filmmaker Jan Oosterloo. Van der Veer: „Op die manier hebben we geprobeerd de tijd van toen met die van nu te verbinden. Zulke video’s heb je wel nodig om de aandacht van de kinderen vast te houden.”

Flapuit

In de muziekproductie wordt de rol van Snep gespeeld door Jos Vogel, organist van de Sint-Jacobskerk in Vlissingen. Twee jonge musici vervullen de rol van de twee dochters. Gambist Annelies Poortvliet is Johanna. Mirjam van den Hoek, student koordirectie, speelt de figuur van Agnita.

Voor Van den Hoek is het voor het eerst dat ze meespeelt in een muziekvoorstelling. „Dat is weer heel anders dan wanneer ik een koor leid of zing in de cantorij van de Rotterdamse Laurenskerk. Je bent een onderdeel van het verhaal. Een paar kinderen kwamen na afloop naar me toe. Ze dachten echt dat ik op het grote orgel speelde. Maar ze wisten van mijn zus dat ik helemaal geen orgel kan spelen.”

De rol van de flapuit Agnita ligt haar wel, zegt Van den Hoek. „Zo was ik op de middelbare school ook. Maar ik ben wel wat veranderd.” Ze vindt het mooi om op deze manier de muziek dicht bij de jeugd te brengen. „Het enthousiasme van de kinderen is heel leuk.”

Meer informatie: www.keetindekerk.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer