Cultuur & boeken

Het korte leven van een tobberige dichter

Titel:

Tjerk de Reus
13 February 2002 10:10Gewijzigd op 13 November 2020 23:25

”Hans Lodeizen (1924-1950). Liever liefde dan gedichten”
Auteur: Gerard Bes
Uitgeverij: Balans, Amsterdam, 2001
ISBN 90 5018 558 4
Pagina’s: 344
Prijs: € 25,-. De dichter Hans Lodeizen leefde slechts 26 jaar. Hij stierf in 1950 en kreeg daardoor in de mythevorming rond de Beweging van Vijftig de rol van Jacques Perk toebedeeld. Hij zou de voorloper zijn van de revolutionaire vernieuwing in de Nederlandse poëzie. Gerard Bes beschreef in een uitvoerige biografie dit korte schrijversleven.

Jacques Perk was ooit de jonggestorven held, de voorman van de Beweging van Tachtig. Zijn poëzie was, zo kun je achteraf zeggen, een zuiver voorbeeld van wat de Tachtigers op het oog hadden. Kloos was razend enthousiast toen hij verzen van Perk onder ogen kreeg en gaf diens poëzie door zijn uitgave van de ”Gedichten” bekendheid bij een breed publiek. Zo’n pr-man had ook Lodeizen. Zijn ’Kloos’ heette Simon Vinkenoog.

Vinkenoog was rond 1950 een belangrijk opinieleider van de jongere dichters. Vanuit Parijs redigeerde hij zijn tijdschriftje Blurb, dat achteraf gezien tamelijk belangrijk is geweest. In het najaar van 1950 hield het tijdschrift Elsevier een enquête onder gezaghebbenden op het literaire erf over de ”poëzie der jongeren”. Hun mening was even ongenuanceerd als duidelijk: het is allemaal niks waard. Vinkenoog was woedend. Hij reageerde met een eigen enquête in zijn Blurb. Diverse jongere dichters gaven hun oordeel over de nieuwere poëzie en vanzelfsprekend deed ook Vinkenoog dat. Het is opvallend dat hij juist dan verwijst naar het werk van Lodeizen, wiens eerste bundel, ”Het innerlijk behang”, kort daarvoor, nog net voor diens dood, was verschenen. Vinkenoog: „Hebben dan (…) deze goede, ongetwijfeld goede zij het incompetente mensen nooit van Hans Lodeizens Innerlijk Behang gehoord (…)? Voor vele jongeren, Mijne Heren, en luistert goed, want dit kan u wellicht een critische dienst bewijzen is Lodeizen (…) de voorlichter (of hoe gij dat noemt) van deze generatie: als wij tien uwer moesten slachten, ophangen of wurgen om hém terug te krijgen: geloof niet dat wij een ogenblik zouden aarzelen.”

Eenling
Deze felle toon illustreert hoe heftig de geboorteweeën van de nieuwe dichtergeneratie waren. Dat Vinkenoog hier meteen Lodeizen noemt, zegt waarschijnlijk twee dingen. In de eerste plaats geeft het aan hoezeer Vinkenoog getroffen was door de poëtische kracht van Lodeizens verzen; het was een nieuw geluid. In de tweede plaats maakt de ’bekroning’ van Lodeizen duidelijk hoe Vinkenoog en anderen vervuld waren met de gedachte aan een nieuwe beweging, een nieuw élan in de poëzie. Vinkenoog was er snel bij en wees al een voortrekker aan, domweg omdat er grote behoefte was aan een richtpunt, aan een leider in eigen kring.

De verdere geschiedenis heeft intussen duidelijk gemaakt dat Lodeizen niet die voortrekker van de nieuwe generatie was. Daarom is ook de vergelijking met Jacques Perk op z’n minst twijfelachtig. Lodeizens poëzie staat eerder in de aloude romantische traditie dan dat ze thuishoort bij de lyriek die door de moderniteit gestempeld was, zoals die van Kouwenaar, Lucebert, Elburg, Andreus en Van der Graft. Bovendien is het letterkundig gesproken aanvechtbaar om hem als voorloper van Vijftig te beschouwen, omdat hij zich nauwelijks ophield in het literaire circuit. Lodeizen was een eenling, een gekweld mens, wiens leven nooit tot bloei kwam. Hij was een tobber die zijn sombere ervaringen en zijn verlangens naar een beter leven in verzen neerschreef.

Om over dat tobberige leven iets te weten te komen kan men nu terecht bij de biografie die Gerard Bes schreef. Zo kom je aan de weet dat hij uit een welgesteld gezin kwam, korte tijd rechten studeerde en daarna naar Amerika ging om daar biologie te studeren aan de universiteit van Amherst in Massachusetts. In die periode werd hij zich steeds sterker bewust van zijn homoseksuele geaardheid. Hij kreeg er vrienden en van zijn studie kwam niets terecht. Hij moest weer terug naar Nederland, kreeg een saai kantoorbaantje, schreef ondertussen voortdurend gedichten en las werk van talloze schrijvers. Hij overleed in de zomer van 1950. Vlak voor zijn dood lag zijn eerste gedichtenbundel in de boekhandel, waaraan de toen gezaghebbende criticus Jan Greshoff in Het Vaderland een bewonderende recensie wijdde. Dat is heel kort gezegd de levensloop van Lodeizen. Het is vervolgens de vraag in hoeverre een dik boek als dat van Gerard Bes zinvol is.

Achtergrond
Bes heeft zich al in de jaren zeventig gedocumenteerd, gesprekken gevoerd met Amerikaanse vrienden van Lodeizen en met zijn familieleden en vrienden. Dat Bes er zo vroeg bij was, heeft hem enorm veel materiaal opgeleverd. Maar welke waarde hebben al die gegevens over het leven van Lodeizen, een leven waarin toch eigenlijk niet zo heel erg veel gebeurde? Bovendien heeft Lodeizens levensloop geen groot belang voor de letteren in het algemeen; hij bewoog zich niet of nauwelijks in de zogenaamde literaire infrastructuur. Belangwekkende contacten met andere dichters waren er niet, baanbrekende poëticale opvattingen had hij niet. Wat is dan het belang van deze biografie? Het boek biedt een achtergrond waartegen je Lodeizens gedichten wellicht wat beter kunt plaatsten en aanvoelen. De meest aanvaardbare rechtvaardiging zouden deze 345 bladzijden kunnen vinden in de beschreven persoon zelf. Wie geboeid is door een figuur als Lodeizen, zal deze biografie prijzen vanwege de gedetailleerdheid en de uitgebreidheid. Mij kost het moeite al wat Gerard Bes weet te vertellen over het leven en het denken, het doen en het voelen van zijn held te waarderen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer