IHC maakte in juni bekend dat 487 vaste medewerkers en 1100 inleenkrachten hun werk zouden verliezen. In de achterliggende maanden heeft het concern echter nieuwe opdrachten binnengehaald, waardoor de komende tijd een deel van de mensen zijn baan nog kan behouden.

Directie en ondernemingsraad (or) hebben een principe-akkoord bereikt over de voorgenomen inkrimping van het personeelsbestand. Dat is deze week aan het personeel meegedeeld.

Afgesproken is dat de directie in kaart brengt hoeveel van de 487 vaste arbeidsplaatsen die zouden vervallen, op dit moment nog bezet zijn. Daarna wordt bekeken wie van de resterende medewerkers gebruik willen maken van de vrijwillige vertrek- en ouderenregelingen die in december in het sociaal plan met de vakorganisaties zijn overeengekomen. Het aantal te vervallen arbeidsplaatsen dat dan nog overblijft, wordt door een gezamenlijke commissie van directie en or vergeleken met het werkaanbod voor de komende tijd.

Volgens De Hey betekent dit dat IHC „op dit moment” nog wel vasthoudt aan het aantal van 487, maar dat over een langere periode gaat spreiden. Als de orderportefeuille verder groeit, kan het aantal te ontslaan medewerkers wellicht omlaag. „We hebben goed gescoord in de markt voor baggerschepen, maar de offshoremarkt ligt helemaal stil door de lage olieprijs. Een echte klapper van een paar honderd miljoen euro hebben we nog niet binnengehaald.”

Volgens ingewijden zijn er van de 487 te ontslaan medewerkers inmiddels zo’n 125 zelf vertrokken. De Hey wil alleen bevestigen dat het om „tientallen“ gaat, „vooral mensen met een tijdelijk contract dat niet is verlengd.”

De zogeheten flexibele schil is volgens haar teruggebracht tot zo’n 450 inleenkrachten. Dat aantal kan volgens De Hey op dit moment niet verder omlaag, omdat het om specialistisch werk gaat waarvoor IHC geen eigen mensen in huis heeft.

Vakorganisatie RMU is tevreden met het principe-akkoord tussen or en directie. „Nu kunnen de maatregelen uit het sociaal plan worden uitgerold”, aldus RMU-onderhandelaar Chris Baggerman.