Aandelen kelderen nu vrees voor nieuwe recessie toeneemt
AMSTERDAM. Het gaat niet goed op de aandelenbeurzen. De verliezen stapelen zich op. De AEX-index zakte gisteren dik door de grens van 400 punten. Beleggers zijn in de ban van zorgen over de internationale economie, over een mogelijk nieuwe recessie.
De koersen hebben sinds begin dit jaar veel terrein verspeeld. De AEX liet eind december nog een niveau van bijna 442 punten aantekenen. Gisteren was er voor de zevende keer op rij sprake van een lager slot: 392,58. Vanmorgen opende de beurs dicht bij die stand. Vooral banken en verzekeraars hebben het zwaar te verduren. Elders zien we eenzelfde beeld: overal een scherpe beweging in neerwaartse richting.
Wat is er aan de hand? Waar komt de sombere stemming vandaan? Het is niet iets van alleen de laatste weken, het hangt al veel langer boven de markten. Vorige zomer, toen de AEX nog in de buurt van de 500 punten schommelde, begon het sentiment al te kantelen. Directe aanleiding vormden de ontwikkelingen in China. Daar bleek de groei af te zwakken, en als dat gebeurt in ’s werelds op één na grootste economie blijft dat natuurlijk niet zonder consequenties voorbij de eigen grenzen.
Zo zijn landen die grondstoffen leveren in moeilijkheden geraakt doordat de vraag daarnaar, en in het verlengde daarvan de prijzen, kelderden. Rusland en Brazilië, bepaald geen kleine economieën, kampen met een forse krimp van de bedrijvigheid. En in toenemende mate beluisteren we vrees dat de Verenigde Staten eveneens afglijden in weer een recessie.
Een belangrijke rol bij dit alles speelt de olieprijs. Die heeft, zoals bekend, sinds halverwege 2014 een ongekende buiteling gemaakt, van 115 dollar per vat naar rond de 30 dollar. Het leidt tot meer koopkracht voor consumenten en bedrijven. Hun energierekening daalt. Maar het lijkt erop dat dit effect niet opweegt tegen de negatieve gevolgen.
Zo beleven olieproducerende landen barre tijden. Neem Venezuela en Azerbeidzjan. De overheden daar zitten met een geleidelijk aan lege schatkist. Ook een grote partij in dit verband als Saudi-Arabië moet stevig bezuinigen. De baas van het Internationaal Monetair Fonds (IMF), Christine Lagarde, waarschuwde vorige week dat de reserves van deze organisatie wel eens tekort kunnen schieten om alle probleemlanden te helpen.
De VS verbruiken veel olie, maar zijn tevens een voorname producent. In de betrokken sector heerst malaise; en die dreigt andere industrietakken mee te sleuren. De jongste cijfers over de Amerikaanse arbeidsmarkt, van afgelopen vrijdag, stelden flink teleur en zetten een verdere val van de aandelenkoersen in gang.
Wellicht staan we aan de vooravond van een volgende recessie in de VS. Europa zal dan waarschijnlijk niet buiten schot blijven. En dat terwijl de centrale banken nog bezig zijn om het herstel vanuit de vorige inzinking een duw in de rug te geven. De rente is wereldwijd onverminderd extreem laag. Pas twee maanden geleden kondigde de Federal Reserve (Fed) in de VS een eerste voorzichtig stapje naar boven af. In de eurozone ziet het er zelfs naar uit dat de Europese Centrale Bank (ECB) bij zijn vergadering in maart het stimuleringsprogramma intensiveert en het opkopen van staatsobligaties uitbreidt. Dat betekent dat er almaar meer liquiditeit in de economie wordt gepompt.
Het monetaire beleid is dus verre van genormaliseerd en de gereedschapskist om in te grijpen kent daardoor beperkingen. Ondertussen verschijnen er nieuwe donkere wolken aan de horizon. Het bevordert in ieder geval niet het vertrouwen dat de autoriteiten met hun ruime geldpolitiek de zaak onder controle hebben.
Kortom, het overheersende beeld is allerminst rooskleurig. Toch sprak een topman van zakenbank Goldman Sachs, Andrew Wilson, gisteren in een Duitse krant de verwachting uit dat wie nu in aandelen stapt, in de rest van 2016 een positief rendement kan behalen. Maar zo’n geluid is bij het huidige marktklimaat aan beleggers niet besteed.