Antisemitisme geen christelijke uitvinding
Het wegvallen van de kerk is een van de oorzaken van het ongeremde geweld tegen Joden in de twintigste eeuw, betoogt ds. D. M. Heikoop.
Dr. Chris Quispel heeft de geschiedenis van het Europese antisemitisme in kaart gebracht (RD 27-1). Ik ben blij dat hij aandacht vraagt voor dit grote probleem. Het antisemitisme neemt vandaag in Europa zorgwekkend toe. Ook in ons land voelen Joden zich steeds minder veilig en steeds meer Joden besluiten dan ook om te emigreren. Eén uitspraak van dr. Quispel in het interview met hem lijkt mij echter niet juist: dat de geschiedenis van het antisemitisme zou beginnen met de opkomst van het christendom.
Deze opvatting kom je regelmatig tegen. Er wordt gewezen op allerlei vormen van antisemitisme in de Europese geschiedenis en dan geconcludeerd dat antisemitisme juist in het christelijke Europa zo’n grote opgang heeft gemaakt. Vaak wordt, ook in dit interview, de lijn doorgetrokken naar de verschrikking van de Shoah. De christelijke traditie in Europa wordt dan gezien als de oorzaak van het verschrikkelijke lot dat de Joden in Europa in de twintigste eeuw is overkomen.
We kunnen helaas niet anders dan constateren dat veel christenen in Europa zich door alle eeuwen heen schuldig hebben gemaakt aan antisemitisme. De vervangingstheologie in de kerk heeft daarbij een zeer kwalijke rol gespeeld. De stelling dat antisemitisme begint met de opkomst van het christendom, lijkt mij echter te ver gaan. Dr. Quispel noemt als oorzaken van het antisemitisme dat christenen de Joden zagen als concurrent, en bovendien dat zij Joden verantwoordelijk achtten voor de kruisiging van Christus.
Antisemitisme is echter al veel ouder dan de christelijke kerk. Het is een verschijnsel dat overal voorkomt waar men in aanraking kwam met Joden. In het Oude Testament zie je al tal van voorbeelden van haat tegen het volk Israël en tegen Joden. Denk aan de farao van Egypte die het volk Israël trachtte te doden, denk aan de Amalekieten die hetzelfde doel hadden, denk aan de Filistijnen, denk aan de weerstand waarmee Joden in de diaspora te maken kregen. Het boek Esther beschrijft hoe door ingrijpen van deze Joodse koningin een pogrom tegen Joden voorkomen wordt. Haman is een personificatie van de haat tegen Joden waar Joden in de diaspora in de eeuwen voor Christus mee geconfronteerd werden.
Niet alleen de Bijbel, maar ook andere bronnen wijzen daarop. Uitlatingen van antisemitisme komen veelvuldig voor bij antieke Griekse en Romeinse schrijvers, zoals bijvoorbeeld bij Tacitus. Bij Philo horen we over het antisemitisme in Alexandrië en over de pogrom die daar plaatsvond. Josephus verdedigt het Joodse volk tegenover antisemitische vooroordelen tegen Joden in het Romeinse Rijk. Tekenend is ook dat de oudst bekende vermelding buiten de Bijbel van het volk Israël, op de stele van Merenptah, een tekst waarin deze farao pocht dat hij de Israëlieten heeft uitgeroeid. De stele dateert uit de dertiende eeuw voor Christus. Je kunt daarom moeilijk zeggen dat de afkeer van het volk Israël voortkomt uit de christelijke traditie.
Antisemitisme is niet specifiek verbonden aan de christelijke traditie, maar is verbonden aan het Joodse volk. Overal waar Joden zijn, komt antisemitisme boven. Het trieste is dat antisemitisme ook in het christendom is doorgedrongen en daar veel kwaad heeft gedaan. Het is echter geen typisch christelijk verschijnsel.
Daarbij mag ook genoemd worden dat er in de christelijke traditie ook altijd tegengeluiden hebben geklonken. Hoeveel afkeer van Joden er in het christelijke Europa ook is geweest, de kerk heeft altijd geleerd dat aan niemand, ook niet aan Joden, kwaad mag worden gedaan. Bij uitbarstingen van geweld tegen Joden, zoals die bijvoorbeeld bij de kruistochten hebben plaatsgevonden, konden Joden dan ook schuilen in kerken, bisschoppelijke paleizen en in kloosters.
De Joodse historicus Leon Poliakov ziet dan ook geen directe lijn tussen het antisemitisme in de Europese traditie en de Shoah. De Shoah komt voort uit de darwinistische rassenleer, die opgang maakte toen de christelijke traditie in Europa op haar retour was. Juist door de teruggang van de kerk kon een veel feller antisemitisme opkomen dat zonder enige remming trachtte het Joodse volk uit de weg te ruimen. Ook Chaim Potok betoogt in zijn bekende boek ”Omzwervingen” dat de Shoah niet heeft plaatsgevonden in het christelijke Europa, maar in het seculiere, moderne heidense Europa van de twintigste eeuw.
Als je er bij voorbaat van uitgaat dat antisemitisme een christelijk verschijnsel is, zul je dat ook inderdaad steeds weer bevestigd zien. Maar kijk je naar de hele geschiedenis, dan moet je constateren dat het antisemitisme zo oud is als het Joodse volk en in alle eeuwen en culturen voorkomt waar Joden zijn, helaas ook in de christelijke traditie.
De diepste kern van haat tegen de Joden lijkt mij haat tegen de God van de Joden. De God van Israël is een heilsplan begonnen met deze wereld. Zijn heilsplan loopt via het volk Israël en via de Messias van Israël. De machten van de duisternis, die strijden tegen God en Zijn rijk, ballen zich dan ook vooral samen tegen dit volk.
Op christenen, die via het Joodse volk hebben mogen horen van de God van Israël en de Messias van Israël, rust dan ook de plicht om dit volk door gebed en daden te steunen. Met hen zien wij uit naar de komst van Gods Koninkrijk. Dan pas zal het antisemitisme verdwijnen. Mannen uit alle volken zullen dan „de punt van de mantel van een Joodse man vastgrijpen en zeggen: Wij gaan met u mee, want wij hebben gehoord dat God met u is” (Zach. 8:23).
De auteur is hervormd predikant te Rijswijk (N.-Br.).