WAO-cijfers CPB nu al onder vuur
De sociale partners en de Sociaal-Economische Raad (SER) nemen nu al afstand van de uitkomsten van de doorrekening door het Centraal Planbureau (CPB) van een nieuwe WAO die donderdag wordt gepresenteerd.
Volgens de SER en de sociale partners is die CPB-doorrekening niet relevant, omdat geen rekening is gehouden met de nadere uitwerking van het vorige maand gesloten SER-akkoord over de WAO. Aan die uitwerking wordt op dit moment binnen de SER de laatste hand gelegd.
„Of de cijfers van donderdag nu mee- of tegenvallen, doet eigenlijk niet zoveel terzake”, aldus een woordvoerder van MKB Nederland, de belangenvereniging voor kleine en middelgrote ondernemingen. Ook CNV-voorzitter D. Terpstra voorspelt dat het CPB morgen slechts met „kille cijferreeksen” zal komen, „zonder de nadere invulling van het hele plan mee te nemen.”
SER-voorzitter Wijffels heeft de afgelopen weken in intensieve gesprekken met het CPB nog wel geprobeerd het planbureau tot enig uitstel van de doorrekening van het WAO-akkoord te bewegen. Maar het planbureau was daartoe niet bereid. Werkgevers en werknemers wijzen in dat verband op „de grote tijdsdruk bij de politiek ten aanzien van de WAO.” Het kabinet streeft ernaar nog voor de kamerverkiezingen van 15 mei met eigen WAO-voorstellen te komen.
De nadere uitwerking van het WAO-akkoord binnen de SER concentreerde zich de afgelopen weken vooral op de keuringspraktijk. Daar immers wordt beslist over de vraag, of nieuwe arbeidsongeschikten straks nog in aanmerking komen voor een WAO-uitkering. In het WAO-akkoord van de SER is dat alleen het geval voor werknemers die voor meer dan 80 procent arbeidsongeschikt worden verklaard. Wie voor minder dan 80 procent arbeidsongeschikt is, blijft voor ten minste twee jaar in dienst van zijn werkgever en moet in die periode via passende arbeid bij die werkgever of elders weer aan de slag worden geholpen.
Critici van het WAO-akkoord, zoals VVD en D66, vrezen dat in de nieuwe WAO grote druk op keuringsartsen zal ontstaan om vooral oudere werknemers te gemakkelijk voor meer dan 80 procent af te keuren. Keuringsartsen klagen ook nu al dat zij vaak te weinig tijd hebben om de arbeidsongeschiktheid van werknemers zorgvuldig te kunnen inschatten.
Zij betwijfelen daarom of de instroom in de WAO dan inderdaad met zo’n 75 procent zal verminderen, zoals de SER en de sociale partners zelf veronderstellen. Zonder zo’n substantiële vermindering van de instroom valt de nieuwe WAO mogelijk duurder uit dan het huidige stelsel, omdat de SER tegelijkertijd voorstelt het uitkeringspercentage voor volledig arbeidsongeschikten van 70 naar 75 procent te verhogen.
Bronnen bij de SER vrezen nu dat ook het CPB die kritiek zal volgen en tot de conclusie zal komen dat een nieuwe WAO in ieder geval niet goedkoper maar waarschijnlijk duurder zal uitpakken dan het huidige stelsel. Diezelfde SER-bronnen zeggen echter dat de nadere uitwerking van het WAO-akkoord wel degelijk goede garanties biedt voor een veel stringentere keuringspraktijk dan de afgelopen jaren het geval was. Daarmee zou ook een sterke vermindering van de instroom zijn gegarandeerd. Volgens de SER en de sociale partners kunnen daarom met het SER-akkoord op termijn miljarden euro’s worden bespaard. De SER zal het definitieve WAO-akkoord medio maart vaststellen.
„Wij gaan dan ook gewoon door met de voorbereiding van het definitieve SER-advies over de WAO”, verzekert een woordvoerder van werkgeversvereniging VNO-NCW.