Brancheorganisatie Plantum wil daarom de pesticide blijven gebruiken, ondanks het wereldwijde verbod daarop met ingang van 2005. Op de bijeenkomst van het milieuprogramma van de Verenigde Naties (UNEP), dat in Nairobi wordt gehouden, hebben in totaal twaalf landen om vrijstelling van het verbod voor 2004 gevraagd. Naast Nederland willen ook onder meer de Verenigde Staten, Japan en Frankrijk methylbromide voorlopig blijven gebruiken, omdat er volgens hen geen goed alternatief voor de stof is.

Met methylbromide kunnen schimmels, mijten en andere kleine diertjes op effectieve wijze bestreden worden. Het middel wordt gebruikt om bijvoorbeeld opslagplaatsen voor voedingsmiddelen en veevoer te ontsmetten en om de bodem in kassen schoon te maken. In de Rotterdamse haven zet men het in om onder meer ladingen tropisch hout te ontdoen van ongedierte.

Helaas tast de stof tast de ozonlaag aan. In het Verdrag van Montreal hebben de landen van de Verenigde Naties in 1987 afgesproken het gebruik van de pesticide vanaf 2005 uit te bannen. De Nederlandse aardbeiensector heeft methylbromide echter hard nodig omdat er nog altijd geen goed alternatief voorhanden is, zo stelt Plantum. Met het middel wordt de aardbeienmijt uit de plantjes verdreven.

Volgens Van ’t Westeinde van Plantum komt zonder methylbromide de Nederlandse export van aardbeienplantjes in gevaar. Want net als bij dierziekten als vogelpest stoppen andere landen met importeren wanneer mijt in de plantjes wordt gevonden. Ongeveer 80 procent van de in Nederland gekweekte aardbeienplantjes verdwijnt naar het buitenland, voornamelijk naar Scandinavië, Groot-Brittannië, Duitsland, Frankrijk, België en Spanje. Totdat er een goed alternatief is wil Plantum de stof „ter overbrugging” blijven gebruiken. Temeer omdat door goede filtering nu nog slechts 0,02 procent ervan in het milieu terechtkomt.