Dat concludeert adviesketen De Hypotheker op basis van zijn laatste kwartaalonderzoek. Ook ING meldde vandaag „een duidelijke trend” te zien naar langere rentevastperiodes. „Vroeger was vijf jaar wat populairder, en nu is vaker twintig jaar een gewild alternatief”, aldus de bank.

Volgens De Hypotheker lag het aantal oversluitingen in de laatste drie maanden van vorig jaar 67 procent hoger dan in 2014.

De ‘oversluiters’ zijn vooral mensen met een hypotheek waarvan de rentevaste periode binnen twee jaar afloopt, en die nu vaak rentes betalen van 6 à 7 procent.

De huidige, historisch lage rente maakt de overstap voor hen, ondanks de boete die banken rekenen voor tussentijds oversluiten, aantrekkelijk.

Ook volgens De Hypotheker kiezen steeds meer mensen voor een langere rentevaste periode. Veel oversluiters kiezen volgens de organisatie (160 vestigingen) voor een rentevaste periode van elf tot twintig jaar, in plaats van de zes tot tien jaar die voorheen gebruikelijk was. Het aantal mensen dat nog kiest voor die tot voor kort populaire rentevaste periode is zelfs meer dan gehalveerd.

De populariteit van een langere rentevaste periode komt vooral door de historisch lage hypotheekrente. Ook is het verschil tussen een langere en een kortere rente nu veel kleiner dan een aantal jaar geleden.

Zo werd gisteren bekend dat de rente voor een hypotheek met een rentevaste periode van vijf jaar voor het eerst tot onder de 2 procent is gedaald. De gemiddelde rente voor een looptijd van tien jaar (met NHG) daalde ook en ligt nu op 2,24 procent.

Wie zijn hypotheek voor twintig jaar vastzet, betaalt een rente van nog eens zo’n 0,6 procentpunt meer. Toch kiezen veel klanten voor deze optie, nu de rente ver is weggezakt.

De rente is zo laag doordat op de kapitaalmarkt geld momenteel in ruime mate voorhanden is, door onder meer een spaaroverschot en het zeer ruime monetaire beleid van centrale banken. Ook de toegenomen concurrentie op de hypotheekmarkt speelt een rol bij de recente renteverlagingen.