De landelijke adviesprijs voor een liter Euro95 bedraagt inmiddels 1,52 euro, bij sommige pompen betalen consumenten niet meer dan 1,30 euro. En voor een vat ruwe olie moet op de markt nu een kleine 28 dollar neergeteld worden.

Zakt de olieprijs naar 20 dollar per vat, dan daalt de adviesprijs voor snelwegtankstations volgens UnitedConsumers naar 1,43 euro. Bij een olieprijs van 10 dollar is de consument bij zijn tankbeurt waarschijnlijk nog maar 1,32 euro per liter kwijt. Voor goedkope pompen, waar weinig tot geen marge gerekend wordt, betekent dit dat de literprijs in theorie richting de 1,10 euro kan gaan.

De vooruitzichten voor de automobilist zijn vooralsnog goed. De meeste kenners denken dat de olieprijzen nog wel even blijven dalen. Het overaanbod aan olie op de markt dreigt alleen maar groter te worden, nu ook Iran weer op grote schaal mag gaan exporteren.

De consument profiteert hiervan, zegt analist Paul van Selms van UnitedConsumers. „Elk dubbeltje dat de pompprijs daalt, levert de gemiddelde automobilist ongeveer 100 euro per jaar op.”

In 2015 konden autorijders in Nederland ook al ruim 100 euro besparen op brandstofprijzen, vergeleken met het jaar ervoor. Deze lijn lijkt zich in 2016 voort te zetten. De prijs voor benzine en diesel ligt op dit moment meer dan 15 cent lager dan het gemiddelde van vorig jaar.