Opinie

Commentaar: Scholen moeten zich niet gek laten maken door ranglijsten

Scholen worden meer dan ooit uitgedaagd om te scoren, om het beste jongetje van de klas te zijn. Met dank aan onderzoeken, rankinglijsten en predicaten die behaald kunnen worden. Dat geldt van basisschool tot universiteit.

Hoofdredactioneel commentaar
20 January 2016 12:48Gewijzigd op 16 November 2020 00:49
Staatssecretaris Dekker van Onderwijs. beeld ANP
Staatssecretaris Dekker van Onderwijs. beeld ANP

Deze ontwikkeling heeft een positieve kant. Elke rechtgeaarde ouder die op zoek is naar een school voor zijn kind, of jongere die gaat studeren wil goed onderwijs en een veilig schoolklimaat. Mede dankzij internet zijn rapporten van de onderwijsinspectie, maar ook vergelijkende onderzoeken naar de kwaliteit van middelbare scholen, mbo-colleges, hoge­scholen en universiteiten voor iedereen in te zien.

Bekende namen in dit verband zijn het jaarlijkse scholenonderzoek van het dagblad Trouw, de Keuzegids Mbo, de Elsevier Keuzegids hbo en de Academic Ranking of World Universities van de universiteit in Sjanghai.

Het kost ouders en jongeren die gaan studeren weinig moeite meer om te weten te komen hoe de kwaliteitsvlag op de school waar zij hun oog op hebben laten vallen, erbij hangt. Hoe scoort de school met de kernvakken rekenen, taal en lezen? Hoe is het pedagogisch klimaat? Biedt de school maatwerk aan leerlingen die hoogbegaafd zijn, of aan degenen die juist moeite hebben om mee te komen? Hoe groot is het percentage geslaagden? Wat is de kwaliteit van de stagebegeleiding? Wat wordt er aan internationalisering gedaan? De lijst is in werkelijkheid veel langer.

Begin deze week kregen ruim 130 scholen het predicaat ”excellent” van staatssecretaris Dekker. Dat waren er meer dan vorig jaar. Ook enkele scholen in het reformatorisch onderwijs vielen in de prijzen. Zoiets is natuurlijk allereerst een felicitatie waard. De desbetreffende scholen hebben heel wat moeite moeten doen om deze onderscheiding binnen te halen. En dat moet ook zo blijven, anders is het predicaat na enkele jaren uitgehold en zegt het weinig meer.

Maar er zijn ook kant­tekeningen te maken bij de drang om hoog te scoren. Allereerst is niet alles in het onderwijs te meten en te wegen. Het percentage geslaagden is een objectief gegeven, maar de kwaliteit van het pedagogisch klimaat laat zich niet zo gemakkelijk in een cijfer uitdrukken. Voorzichtigheid is daarom geboden.

Daarnaast dreigt het risico dat scholen vooral veel energie gaan steken in die onderdelen van het onderwijs waarmee ze kunnen scoren in vergelijkende onder­zoeken. Deze verleiding wordt eerder groter dan kleiner nu scholen de hete adem van ranking­lijsten en felbegeerde predicaten in hun nek voelen.

Als derde geldt dat scholen niet altijd met elkaar te vergelijken zijn. Een basisschool in een zwarte, achter­standswijk met veel kinderen uit arme, gebroken gezinnen heeft het moeilijker dan een school in een witte wijk met een groot percentage kinderen van hoogopgeleide ouders. Ook in het mbo speelt dit verschil. Het reformatorische Hoornbeeck College scoort al jaren hoog in de ranking. De schoolleiding geeft zelf aan dat dit mede te danken is aan de uniforme studentenpopulatie. Op grote, openbare mbo-colleges ligt dit duidelijk anders. Het beste jongetje van de klas willen zijn? Prima, maar ga er nuchter mee om.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer