Binnenland

„Bin Laden en Arafat op één lijn”

Mag je Yasser Arafat op één lijn stellen met Osama bin Laden? De Israëlische premier Sharon doet het, SGP-kamerlid Van den Berg doet het hem na. Tot woede van zijn PvdA-collega Koenders. In de marge van het debat over de begroting van Buitenlandse Zaken vochten beide kamerleden een robbertje terroristenbeleid.

Door P. Chr. van Olst
1 November 2001 14:35Gewijzigd op 13 November 2020 23:15Leestijd 4 minuten

Terwijl ”America’s most wanted” Osama bin Laden zich in een Afghaanse grot schuilhoudt voor de woede van de wereld, wordt de Palestijnse leider Yasser Arafat opgewacht in Londen, Den Haag, Berlijn en Vaticaanstad. Mensen die zich zíjn terreurdaden nog goed herinneren, verbazen zich daar wel eens over. Onlangs nog stelde een lezer van deze krant in een ingezonden brief kritische vragen bij de innigheid van de ontmoeting tussen premier Kok en Arafat op 16 oktober jongstleden.

Wat de oplettende lezer op de krantenfoto niet kon zien, was dat de greep van Kok naar de beide armen van Arafat geen uiting van genegenheid vormde, maar een slimme en geslaagde poging om een omhelzing te voorkomen. Toch heeft deze lezer alle recht zich zorgen te maken over de vriendelijke bejegening van de Palestijnse leider. Dat doet ook SGP-kamerlid Van den Berg, die zich nimmer een voorstander toonde van wederzijdse bezoekjes.

Tijdens de behandeling van de begroting van Buitenlandse Zaken vroeg Van den Berg deze week nadrukkelijk aandacht voor de terroristische achtergrond van Arafat. „Rond de moord op de Israëlische minister Ze’evi heeft Arafat voor de zoveelste maal bewezen dat hij medeverantwoordelijk is voor terroristische acties”, zo stelde hij scherp. „Van de zijde van de Palestijnen is er sprake van terrorisme van hetzelfde soort als wij van Bin Laden hebben gezien.”

Van den Berg herhaalde daarmee in eigen woorden de stelling die premier Sharon van Israël betrok: „Arafat is onze Bin Laden.”

Enormiteit
Het standpunt van Van den Berg lokte een reactie uit van PvdA-kamerlid Koenders. De buitenlandwoordvoerder van de sociaal-democraten noemde de vergelijking tussen Arafat en Bin Laden „een heel ernstige” en vroeg Van den Berg om verduidelijking. Waarop de SGP’er reageerde: „Terrorisme is voor mij terrorisme, en alle vormen van terrorisme keur ik af.”

Na afloop van het debat blijkt Koenders nog niet geheel van zijn verontwaardiging over het SGP-standpunt te zijn bekomen. „Ik vind dit zo ernstig omdat het juist op dit moment van groot belang is helder aan te geven dat er gradaties zijn in het kwaad. Arafat is niet verantwoordelijk voor aanslagen van de enormiteit die we in New York gezien hebben. Aan dit type blinde massamoorden heeft hij zich nooit schuldig gemaakt.”

„Daar ben ik het dus absoluut niet mee eens”, reageert Van den Berg op zijn beurt. „Het is waar dat de Palestijnse terreur nooit in één keer zo veel slachtoffers heeft geëist. Maar vergeet niet dat Arafat in de loop der tijd voor vele aanslagen –bomaanslagen, moorden, vliegtuigkapingen zelfs– verantwoordelijk is geweest. Ik zie ten principale geen verschil. Terrorisme is terrorisme. Beide typen komen bovendien voort uit dezelfde bron: moslimfundamentalisme en haat tegen de Joden.”

Opportunisme
Koenders kan zich wel voorstellen dat Van den Berg aanhikt tegen het opportunisme waarmee Israël momenteel wordt bejegend. „Vanwege de noodzaak om ook Arabische landen bij de brede internationale coalitie tegen het terrorisme te houden, wordt Israël nu onder druk gezet.” Zelf vindt hij dat niet erg. „Die druk had sowieso al moeten plaatsvinden, los van dit opportunisme.”

Van den Berg noemt het „levensgevaarlijk” dat Israël door alle verwikkelingen in een „politiek isolement” dreigt terecht te komen. Volgens hem verdient het land alle steun en solidariteit. De over het algemeen ontspannen dialoog van het Westen met Arafat is hem in dat verband een doorn in het oog. „Met zo iemand kun je eigenlijk net zo min praten als met Bin Laden.”

Niet negeren
Daar denkt Koenders heel anders over. „Met Arafat kun je op dit moment praten, met Bin Laden absoluut niet”, stelt hij. „Wil je vrede in het Midden-Oosten, dan zul je echt met Arafat moeten samenwerken.”

Van den Berg geeft dat toe: „Je kunt hem niet compleet negeren.” Maar in ieder contact zou de Palestijnse leider gemaand moeten worden publiekelijk afstand te nemen van elke aanslag tegen Israël, vindt de SGP’er. „En dat heb ik hem nog nooit ondubbelzinnig horen doen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer