Hunkering naar heelheid niet gestild
Titel:
”Hunkering naar heelheid. Over nieuwe religiositeit in Nederland”
Auteur: Henri Geerts (red.)
Uitgeverij: Damon, Budel, 2003
ISBN 90 5573 440 3
Pagina’s: 155
Prijs: € 14,90. De Van Dale kan weer een nieuw woord opnemen: vernieuwetijdsing. In het boek ”Hunkering naar heelheid” (over nieuwe religiositeit in Nederland) duikt het telkens op. Het is een verzamelnaam voor alles wat zich als nieuwe religie voordoet, waarbij New Age en evangelicalisme soms in één adem worden genoemd.
In 2000 boog een werkgroep nieuwe religieuze bewegingen van de Katholieke Raad voor Kerk en Samenleving zich over de vraag hoe het komt dat „christelijke-kerkgebonden godsdienstigheid” in Nederland sterk afneemt, terwijl „het verlangen naar religieuze oplossingen voor existentiële problemen” toeneemt.
Het eerste resultaat van de bezinning was een brochure van prof. dr. Anton Harskamp en dr. Erik Borgman, die ook als eerste deel in het voorliggende boek is opgenomen. Zij komen tot de conclusie dat de huidige individualisering een sociaal-cultureel proces is waardoor mensen in toenemende mate losraken van hun traditionele verbanden. Mensen ontlenen motieven voor hun handelen meer en meer aan zichzelf. Anderzijds leeft de individuele mens vandaag in verschillende, onderling zelfstandige werelden (economie, recht, politiek, religie, wetenschap, gezin), wat leidt tot „functionele differentiëring.”
Godsdienst is zo ook „een van de sectoren, een eigen wereld naast andere”, waarbij intussen tradities van steeds minder betekenis zijn. Zo raakt het menselijke leven ook meer en meer innerlijk verdeeld. Het „geïndividualiseerde meervoudige menselijke bestaan” biedt echter geen mogelijkheid van samenhang en eenheid. Nochtans komt her en der verlangen op naar zulk een heelheid. Dat verlangen op zich is dan de bron voor nieuwe religie, voor Nieuwe-Tijdsdenken. Dat hierbij New Age (een soort verzamelnaam voor dat denken) telkens aan de orde wordt gesteld, ligt voor de hand. Dat het evangelicalisme in één adem daarmee wordt genoemd, ligt minder voor de hand; al wordt elders in het boek van „verwilderd evangelicalisme” gesproken, kennelijk gekenmerkt door „onmiddellijke ervaring van een puur innerlijke Christus”, waarmee dan verder overigens alle vergelijking ophoudt.
Dialoog
De kerk, vinden de schrijvers, moet in deze nieuwe religiositeit ombuigen van een houding „van verlegenheid naar open discussie.” Hier wordt de Rooms-Katholieke Kerk in gebreke gesteld, die het Nieuwe-Tijdsdenken tegemoet treedt vanuit de traditionele leer. In concreto wordt hier onder andere gerefereerd aan de Vaticaanse verklaring Dominus Jesus, waarin wordt gesteld dat Jezus „de unieke en onvoorwaardelijke openbaring van Gods heilswil” is. De kerk zou, zegt Henri Geerts in een Tenslotte, moeten erkennen dat „de God waarover ze spreekt, ook in dat nieuwe religieuze zoeken in onze (post)moderne cultuur kán werken.” Maar ze weigert volgens de schrijvers tot dialoog te komen.
Het boek bevat ook verschillende reacties op genoemde brochure, twee uit de kring van de media (Christus in de media bestaat niet of nauwelijks), twee uit theologische kring. In een ervan wordt overigens ook gesproken over een wereldwijde herleving van orthodoxie, terwijl de New-Agebeweging als een aflopende zaak wordt beschouwd. Zo gaat het kennelijk met eigentijdse religie. Erik Borgman echter gaat in een hoofdstuk ”Goddelijke metamorfosen” nog een stap verder dan Geerts door te zeggen dat het theologisch mogelijk is „dat in de gedaanteverandering van de religie God van gedaante verandert om ons te verlokken van gedaante te veranderen.” Hij zegt dit, zich onder anderen oriënterend op de ultravrijzinnige Engelse theoloog Joh. A. T. Robinson uit de jaren zeventig met diens ”Honest to God”, op de Duitse theoloog Dietrich Bonhoeffer (alsof dezen in één adem te noemen zijn) en op de moderne rooms-katholieke theoloog Edward Schillebeeckx.
Overigens zijn protestantse kerken geheel buiten beeld. Als het gaat om waardering van de kerkelijk leer, liever: van het belijden van de kerk der eeuwen, vallen deze in feite echter onder hetzelfde oordeel.
Openbaring
Het grote manco in dit boek is dat het niet uitgaat van openbaring. Dat doet wel prof. dr. P. A. van Gennip, die evenals Eric Borgman een theologische beschouwing geeft over moderne religiositeit. Hij doet dit onder de veelzeggende titel ”Hunkeren tot je een ons weegt”.
Van Gennip gaat in op de verhouding van en het verschil in de begrippen religie en geloof. Hij hecht eraan vanuit zijn persoonlijke „geloofsgeschiedenis” geloof te begrijpen als een omslagpunt in religie. De omslag ligt in: „niet jullie hebben Mij uitgekozen maar Ik jullie.” Een mens verlost niet zichzelf, maar wordt verlost. Van Gennip stelt de kritische vraag of de schrijvers van ”Hunkering naar heelheid” niet te zeer geconcentreerd zijn geweest op het verlangen als bron van religiositeit dat de onstilbaarheid van dat verlangen vanuit de mens zelf te weinig in het vizier kwam. Dát een mens verlangt, is dan belangrijker dan waarnáár hij verlangt. In verlangen, zegt hij, gaat het ook om verankering van het bestaan. Buiten dat kan men verlangen „tot men een ons weegt.”
In deze ook wat filosofisch getinte bijdrage liggen naar het mij voorkomt in ieder geval aanknopingspunten voor een fundamenteel-kritische benadering van al wat zich als religieus aandient. Van Gennip gaat in ieder geval ook kritisch in op het feit dat de mens zichzelf (af)goden maakt.
Eeuwig
In de jaren direct na de Tweede Wereldoorlog brak bij de herstructurering van de politiek in Nederland de discussie los rondom ”eeuwige beginselen”. Daaraan moest ik denken bij de uiteindelijke beoordeling van dit geschrift. Beginselen zoals die zich in die tijd in organisaties en bewegingen manifesteerden, zijn op zich niet eeuwig. Maar God is eeuwig, Zijn Woord is van eeuwige oorsprong en heeft eeuwigheidswaarde, is gevuld met eeuwige waarden.
In dit boek ontbreekt de eeuwigheid en daardoor het heil dat in Christus in de tijd gestalte kreeg met perspectief op de eeuwigheid. In de nieuwe religiositeit wordt de mens naar zichzelf verwezen, wat uiteindelijk leidt tot een ongestilde hunkering. Zulk een religie is straatarm. We geloven immers dat heelheid van het leven van de totale mens -ziel, geest en lichaam- is gelegen in het heilswerk van de Eeuwige Zoon van God?