Griezelige geluiden en een pennende Pad
Titel:
”Een geluid alsof iemand geen geluid wil maken”
Auteur: John Irving en Tatjana Hauptmann
Uitgeverij: Thomas Rap, Amsterdam 2003
ISBN 90 600 5456 3
Pagina’s: 40
Prijs: € 14,90; Titel: N.a.v. ”Het verhaal van Eend”
Auteur: Harmen van Straaten
Uitgeverij: Leopold, Amsterdam 2003
ISBN 90 258 4212 7
Pagina’s: 28
Prijs: € 13,50;
Titel: N.a.v. ”De bus naar Hawaii”
Auteur: Ingrid Godon en André Sollie
Uitgeverij: Querido, Amsterdam 2003
ISBN 90 451 0059 2
Pagina’s: 28
Prijs: € 13,50.
Dieren doen het altijd goed in prentenboeken. Maar soms maken ze griezelige geluiden, zoals een nachtelijke muis tussen de muren. En Pad heeft absoluut geen tijd om met Eend te gaan duiken.
In ”Een geluid alsof iemand geen geluid wil maken” worden Tom, Timmy en hun vader ’s nachts opgeschrikt door vreemde geluiden. Een monster, of spoken? Ze gaan op onderzoek uit.
Midden in de nacht wordt Tom wakker van een geluid. Zijn broertje Timmy van twee slaapt gewoon door. Tom gaat naar zijn vader en vraagt of die het ook hoorde. Zijn vader vraagt wat voor geluid het dan was. „Het was een geluid als van een monster met geen armen en geen benen, maar hij probeerde toch te bewegen”, zei Tom.
Samen met zijn beer gaat Tom buiten kijken. Maar nergens is iets te zien. Toms vader gaat mee naar boven en samen luisteren ze naar het geluid. Tom hoorde allerlei geluiden. Vooral een geluid alsof iemand geen geluid wil maken. Ineens weet zijn vader waar het geluid vandaan komt. „Het is maar een muis die tussen de muren kruipt.” Timmy van twee, die intussen wakker is geworden, vindt dat maar niks. Maar Tom weet nu wat hij moet doen: zodra het geluid er weer is, geeft hij een klap tegen de muur, dan gaat de muis weg. Tom valt in slaap, maar Timmy wil weten wat daar kruipt. Elke keer als hij een geluidje hoort, geeft hij de muur een harde klap. „En daarmee is het verhaaltje uit.”
Kinderen zullen de spanningen in dit verhaal zeker herkennen. Dit, en de prachtige illustraties van Tatjana Hauptmann, maken ”Een geluid alsof iemand geen geluid wil maken” tot een stijlvol en bruikbaar prentenboek. De leeftijden van de personages zijn goed geïnterpreteerd, de wat oudere Tom is niet meer bang zodra hij weet waar de geluiden vandaan komen. Zijn jongere broertje Tim vindt het dan juist interessant worden en blijft de rest van de nacht tegen de muur slaan. Meteen een goede tip voor als kinderen ’s nachts muizen horen lopen; bedenk een oplossing die geen lawaai maakt!
Schrijfpen en leesbril
Harmen van Straaten maakte tekst en illustraties voor het indrukwekkende prentenboek ”Het verhaal van Eend”, waarin Eend leert hoe je gedachten kunt opschrijven en Pad een mooi verhaal voorleest.
Op een zonnige dag krijgt Eend ineens zin om te gaan duiken. Hij gaat snel naar Pad. Onderweg vindt hij een schrijfpen, die hij meeneemt. Pad heeft zijn leesbril op en leest over „belangwekkende zaken.” Hij kan dus niet mee duiken. Eend is onder de indruk van Pads gewichtigheid en valt hem niet langer lastig. Hij zwemt naar het huis van zijn andere vriendjes: Egel en Otter. Maar daar is niemand thuis. Dan gaat Eend terug naar zijn eigen huis. „Hmm, denkt hij. Als Pad kan lezen met een leesbril, dan kan ik vast wel schrijven met mijn schrijfpen. En dan kan Pad het voorlezen. Want die weet hoe een leesbril werkt.” Hij gaat aan de slag. Af en toe denkt hij na, dan schrijft hij weer gauw verder.
Aan het eind van de dag komen Egel en Otter langs. Eend nodigt hen uit om samen met Pad en zijn leesbril ’s avonds naar het verhaal te komen luisteren. Als het donker wordt, zitten de vier vrienden bij elkaar. Pad kucht een paar keer en leest dan het verhaal van Eend voor. Het gaat over Eend, hoe hij alleen achter bleef toen zijn ouders wegvlogen. „”Ga mee!” riepen ze tegen Eend. Maar hij kon niet, want zijn vleugels waren te kort.” Eend is erg eenzaam en wordt ziek. Dan komen zijn vrienden langs. Ze geven hem lekkere waterkerssoep en bouwen een huisje voor hem. „En daarna bleven ze voor altijd vrienden.”
”Het verhaal van Eend” is een heerlijk prentenboek. De tekst is eenvoudig en duidelijk, en in de illustraties valt veel te ontdekken. Harmen van Straaten leverde een prachtig boek dat een ereplaats verdient in iedere (kinder)boekenkast.
Winterziek
Ingrid Godon maakte het artistieke prentenboek ”De bus naar Hawaii”, met woorden van André Sollie, zoals de voorkant vermeldt. En inderdaad lijken de woorden stuk voor stuk te zijn afgewogen, hetgeen een strakke tekst oplevert zonder overbodigheden.
Guus is groot en Tine klein. Ze zijn een ongelijk paar, maar erg gelukkig. Dan komt het najaar. Guus wordt winterziek en wil naar Hawaï. Tine niet. Zij wil stof afnemen, de vaat doen en thee zetten. En vooral wil ze groter zijn. Even groot als Guus. ’s Nachts gebeurt het: Tine wordt zo groot als Guus en Guus zo klein als Tine voorheen was. Guus schrikt als hij ’s ochtends naast een reuzin wakker wordt en rent weg. Tine moet en zal hem vinden. Ze gaat naar de enige plek ter wereld waar ze denkt Guus te kunnen vinden: op Hawaï. Maar geen Guus. Dan klinkt er ineens uit haar koffer (waar ze verslagen bovenop zit) „hoela!” Guus zat ook in de koffer, met zijn nieuwe omvang kan dat makkelijk, en is meegereisd met de bus naar Hawaï. Ze noemen elkaars naam, meer niet, want: „Grote liefde heeft genoeg aan kleine woorden.”
André Sollie en Ingrid Godon hadden al eerder een vruchtbare samenwerking: in 2001 werd hun boek ”Wachten op Matroos” bekroond met de Gouden Griffel. Dit boek zal ondanks de schitterende illustraties waarschijnlijk niet aansluiten op de belevingswereld van kinderen. Twee volwassenen die „grote hartstocht” voor elkaar hebben en uiteindelijk samen de hoela dansen, zijn misschien grappig voor volwassenen, maar niet voor een zesjarige. Jammer, want naast het feit dat de illustraties uitblinken, zijn de woorden die André Sollie schreef heel mooi. Hij heeft elke zin precies de goede lading gegeven, met geen woord te veel en geen woord te weinig. Een voorbeeld: Als Guus winterziek wordt en naar Hawaï verlangt, wil hij zichzelf wat opvrolijken door een knalgroen overhemd met ananassen erop aan te trekken. „Guus plukt gauw wat kleuren uit een kast.” Zo zijn bijna alle zinnen uit het boek het citeren waard. Dat maakt veel goed.