Icesave ging tenonder in december 2008, rond het hoogtepunt van de financiële crisis. Veruit de meeste spaarders werden schadeloos gesteld via het depositogarantiestelsel, maar dat dekt alleen tegoeden tot 100.000 euro. Enkele honderden particulieren hadden meer geld op hun IJslandse spaarrekening staan.

Zij moesten lang wachten op terugbetaling, door politiek gesteggel en de moeizame afwikkeling van het faillissement van Landsbanki, het moederbedrijf van Icesave. Maar de komende dagen krijgen zij dan toch het resterende geld op hun rekening gestort. Het gaat om de laatste 15 procent van een totale vordering van 25 miljoen euro.

De hoge rentes waarmee Icesave spaarders lokte, waren ook voor sommige gemeenten en provincies aanleiding hun overschotten daar onder te brengen. In oktober 2014 werden de resterende vorderingen van lagere overheden verkocht aan marktpartijen en investeerders.