„Automobilist moet zelf ook wat doen”
„Als we dat nou eens wisten”, zegt de stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV). „Konden we dat maar voor elkaar krijgen”, zo vult de Verenigde Verkeers Veiligheids Organisatie (3VO) de klacht aan. De inspanningen van beide organisaties konden niet verhoeden dat dinsdag in de mist een omvangrijke kettingbotsing plaatsvond. „Je kunt niet voor 1000 dingen tegelijk aandacht vragen.”
Bij hoeveel veiligheidscampagnes zij al betrokken is geweest? Woordvoerster Debby Lieuw-On van 3VO gromt en snuift in de hoorn van haar telefoon. Een exact antwoord is onmogelijk, zegt ze, want in de strijd om de veiligheid van weggebruikers voert de organisatie aan de lopende band campagnes.
Een aantal van die acties richtte zich specifiek op het gevaar van extreme weersomstandigheden, zoals mist. De woordvoerster somt op: „Billboards langs de weg, tv-spotjes en een mistwijzer met tips die bij verkeerscontroles door onze voorlichters werd uitgedeeld.”
De campagnes konden niet verhoeden dat dinsdagochtend op de A15 bij Nijmegen zo’n zestig auto’s in dichte mist op elkaar botsten. Daarbij viel één dode en raakten zeker veertien mensen gewond.
„Tragisch”, zegt Lieuw-On over de kettingbotsing, „zeker omdat er zoveel mensen bij betrokken waren.”
Ook woordvoerder Patrick Rugebregt van de SWOV slaakt een diepe zucht als hem gevraagd wordt hoeveel onderzoeken naar rijgedrag zijn organisatie al heeft uitgevoerd. „Veel”, zegt hij na enig nadenken, „te veel om op te noemen. Het gedrag van mensen in auto’s, hun reacties op andere weggebruikers, noem maar op.” Het sorteerde niet altijd effect, beaamt de woordvoerder. „Het blijft inderdaad behoorlijk onveilig.”
De woordvoerders zijn eensgezind in hun oordeel over de kettingbotsing. „Die had niet voorkomen kunnen worden”, zeggen beiden. Wat zij uit de kettingbotsing concluderen? Lieuw-On: „Dat de automobilisten die erbij betrokken waren te weinig afstand hielden.” Rugebregt: „Dat waarschuwen tegen mist heel moeilijk, zo niet zinloos is, zolang je niet exact kunt zeggen waar automobilisten die mist kunnen verwachten.”
Natuurlijk noopte het voorval de beide verkeersorganisaties ook tot zelfonderzoek. Volgens de woordvoerders konden hun organisaties dat glansrijk doorstaan: hun inzet is adequaat en toereikend. „Je kunt niet voor 1000 dingen tegelijk aandacht vragen”, zegt Lieuw-On als verklaring voor het feit dat de laatste mistcampagne van 3VO alweer dateert van enkele jaren terug. „Dan loop je jezelf voor de voeten. Maar als automobilisten de tip ”Halveer de snelheid, verdubbel je afstand bij mist” nu nog niet kennen, ligt dat niet aan ons.” Over de schuldvraag van de kettingbotsing heeft ze geen twijfels. „Die had alleen voorkomen kunnen worden als de automobilisten zelf wat aan hun veiligheid hadden gedaan.”
Rugebregt ziet dat iets anders. „Misschien”, oppert hij voorzichtig, „zouden we de mogelijkheden mensen zo nauwkeurig mogelijk te waarschuwen beter moeten benutten. Je zou dus kunnen denken aan een uitbreiding van het aantal mistdetectoren. Daarmee kun je precies aangeven: over 1 kilometer is het zicht door mist minder dan 50 meter. Een integraal systeem van detectoren langs het hele wegennet moet onaangename verrassingen zoals gisteren op de A15 kunnen voorkomen.”
Onvoldoende afstand op de voorligger is bij 40 procent van de aanrijdingen de oorzaak, blijkt uit onderzoek. Toch neemt slechts 30 procent van de automobilisten de voorgeschreven afstand van 2 seconden in acht. Voor het ministerie van Verkeer en Waterstaat vormde dat vorig jaar aanleiding de voorlichtingscampagne om genoeg afstand te houden, nieuw leven in te blazen.
„Hopelijk heeft het effect”, zegt Rugebregt, „maar daar valt nog weinig over te zeggen.” Of de SWOV dat kan verhelpen? Rugebregt: „Ja. Het effect van voorlichtingscampagnes is het nieuwe speerpunt in ons onderzoeksprogramma 2003-2006. We zijn nog niet begonnen, maar we verwachten er veel van.”