Cultuur & boeken

”In Elspeet” geeft genoeg te denken

Ze fascineert meteen, die gehurkte vrouw met blonde haren, blauwe spijkerbroek en bleke herdersstaf, vergezeld door vier mensen en een hond tegen de achtergrond van de oude Elspeetse dorpskerk.

Fred van Lieburg
8 January 2016 11:45Gewijzigd op 16 November 2020 00:33Leestijd 4 minuten
Christien Mouw. beeld RD, Anton Dommerholt
Christien Mouw. beeld RD, Anton Dommerholt

Sjaak Verboom fotografeerde hen voor het nieuwste boek van Huib de Vries. Het leest als een roman. Ik was al vrij ademloos op de helft gekomen, toen ik begreep dat die vrouw op het omslag Christien Mouw moest zijn. Haar centrale plek is misschien ook wel symbolisch voor de sleutelrol van deze schaapherderin in deze studie over de metamorfose van ”het Veluwse hart van de Biblebelt”.

De auteur, werkzaam bij Erdee Media Groep, maakt furore met een soort van onderzoeksjournalistiek. Eerder las ik zijn boek ”Eredienst aan huis”, waarin hij de wereld van hedendaagse thuislezers en gezelschapsmensen beschreef. Voor dit nieuwe boek liet hij zich, denk ik, inspireren door de bestseller van Geert Mak: ”Hoe God verdween uit Jorwerd”. Terwijl De Vries als schrijver en analist het niveau van Mak niet haalt, groeit hij wel in zijn beheersing van het genre. Deze keer heeft hij tal van figuren in Elspeet geïnterviewd om de cultuur van deze dorpsgemeenschap te doorgronden en die in één samenhangend verhaal voor het voetlicht te brengen.

Meer dan in het vorige boek, waarin hoor en wederhoor weleens in het gedrang kwamen, suggereert de auteur recht te doen aan de verscheidenheid van visies en ontwikkelingen. Schrijven over nog levende personen, recente gebeurtenissen en gevoelige onderwerpen is riskant; ingewijde Elspeters zullen vast wel kunnen aangeven hoe dingen anders of ingewikkelder liggen. Voor geïnteresseerde buitenstaanders gaat er echter een wereld open dankzij de betrokken, begripvolle en betrouwbare manier waarop de auteur zijn lezers laat delen in zijn fascinatie voor de geschiedenis van het dorp en de lotgevallen van zijn bewoners.

Hervormde huis

De kracht van het boek ligt in de veelzijdigheid van het grote verhaal, omdat het de kleine verhalen van allerlei informanten verenigt. Keuterboer, bosarbeider, dominee, schaapherder, schoolmeester, middenstanders, ze komen voorbij in hun dagelijks leven, inclusief allerlei nevenfuncties in kerkenraad, schoolbestuur, gemeenteraad of culturele vereniging. Achter de verwevenheid van rollen in de diverse sectoren van het sociale leven voltrekt zich het eigenlijke proces van machts- en afhankelijkheidsrelaties tussen mensen, zonder dat die zich zomaar op één noemer laten brengen. Godsdienst lijkt centraal te staan, begrijpelijk in zo’n kleine gemeenschap waarvan het hervormde huis in honderd jaar tijd in vijven werd gedeeld. Maar de ”kleine kerkgeschiedenis” van ontevreden vromen, concurrerende ouderlingen en gescheurde families ligt volkomen ingebed in het grote moderniseringsproces van de twintigste eeuw, waardoor juist deze geïsoleerde agrarische minigemeenschap te maken kreeg met schaalvergroting, welvaartsgroei en toerisme en daarmee met culturele aanpassingsproblemen.

De legendarische schaapherder Willem Mouw, die in 1969 lachte om het nieuws over mensen op de maan, ging het geraas van moderne muziek en gemotoriseerd verkeer door merg en been. „De nieuwe tijd beangstigde hem, door de zedeloosheid, de onverschilligheid, en de herrie.” De fotogenieke Christien, die hem later zou opvolgen, peilde de nood van Veluwse heidebewoners nog dieper, omdat zij die uit ervaring kon vergelijken met die van gekerstende heidenen in Nieuw-Guinea. „De Papoea’s zijn een heel vriendelijk volk. Ze vonden het geweldig dat zendelingen hen van hun angsten hadden bevrijd, door het Evangelie. Op een aantal punten gingen ze zich ook anders gedragen, maar je moest niet aan hun oude gebruiken komen. De adat was voor hen heel belangrijk. Dat heb je hier ook.” Elspeters zijn witte Papoea’s, weet Christien. Als diepgelovige kerkverzuimer gaf ze de auteur een mooi lied mee, verwant aan en te zingen op ”Mijn gebed” van D. C. Lewis, een typisch geval van de religieuze cultuurbotsing in de jaren zestig en zeventig.

„Alles van buitenaf komt ook hier, alleen wat later”, om nog één wijsheid te citeren die De Vries ons meegeeft, in dit geval uit de mond van de dochter van de begrafenisdienaar die in de afgelopen decennia zijn klanten kieskeuriger en hun zerken luxer zag worden. Veel Elspeters duiden de veranderingen als geestelijke achteruitgang of teloorgang van bevindelijkheid. In het verlengde daarvan typeert ook de auteur het veranderingsproces als worsteling om behoud van een religieuze traditie en ziet hij zijn boek als illustratie van „de gang van de gehele gereformeerde gezindte.” Als dat waar is, beschrijft hij inderdaad „hoe het Veluwse hart van de Biblebelt veranderde” en niet hoe de Biblebelt zelf aan het veranderen is door cultureel-antropologisch bepaalde ontwikkelingen. ”Hoe God verdween uit Elspeet” zal niet gauw geboekstaafd kunnen worden, maar over de rol van religie in de toekomst van een traditioneel Nederlands dorp geeft ”In Elspeet” genoeg te denken.


Boekgegevens

”In Elspeet. Hoe het Veluwse hart van de Biblebelt veranderde”, Huib de Vries; 
uitg. De Banier, Apeldoorn, 2015; ISBN 978 94 6278 191 7; 275 blz.; € 14,95.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer