Inkomensbeeld in 2016: eenverdiener raakt verder achterop
AMSTERDAM. In de politieke discussie rond het belastingplan van het kabinet voor 2016 kwam het al voortdurend naar voren: eenverdieners raken verder achterop. De jongste gegevens van ADP, specialist op het terrein van salarisadministratie, bevestigen dat nog eens.
De 5 miljard aan lastenverlichting die wordt uitgedeeld, betekent dat de meeste werkende Nederlanders met een goed gevoel kunnen uitkijken naar hun salarisstrook over januari.
Het totaalbeeld draagt een nivellerend karakter: aan de onderkant zijn de plussen het grootst. Zo incasseert iemand met het minimumloon een maandelijks extraatje van 76 euro (bijna 6 procent) en iemand op het niveau van 2 keer modaal (bruto 5632 per maand) van 52 euro (1,5 procent).
Wie verder in de cijfers duikt, stuit op een uiterst onevenwichtige ontwikkeling tussen een- en tweeverdieners. Ook ADP signaleert dat. „Het kan zijn dat twee identieke gezinnen die naast elkaar wonen in een rijtjeshuis en waarvan de partners samen hetzelfde brutoloon verdienen, ten opzichte van 2015 onder de streep netto meer dan 3000 euro op jaarbasis van elkaar verschillen”, constateert Dik van Leeuwerden. Hij presenteerde gisteren in Amsterdam de berekeningen van het dienstverlenend bedrijf over wat werknemers deze maand in de portemonnee krijgen.
Het schrijnendst is het plaatje bij huishoudens die in totaal bruto 5000 euro per maand ontvangen en wonen in een eigen huis. Gaat het om een alleenverdienerssituatie zonder kinderen, dan stijgt het nettoloon met 7 euro per maand. Maar dit kleine stapje voorwaarts is slechts een deel van het verhaal. Belastingwijzigingen leiden namelijk tot een geringere hypotheekrenteaftrek, zodat betrokkenen per saldo er dit jaar 533 euro op achteruitgaan. Een alleenverdiener met twee kinderen mag weliswaar rekenen op een hogere kinderbijslag, maar ook dit gezin levert uiteindelijk toch fors in: 474 euro.
Ter vergelijking: een huishouden met twee kinderen waarvan man en vrouw elk een inkomen hebben van 2500 euro gaat er netto 2543 euro op vooruit. Zonder kinderen is er een positieve mutatie van 1561 euro.
Opgeteld treden er dus verschillen op van respectievelijk meer dan 2000 en 3000 euro. Ze houden verband met de keuzes en mogelijkheden van man en vrouw op het punt van de deelname van elk aan het arbeidsproces. Het komt erop neer dat degenen die voorkeur geven aan het model van één kostwinner, financieel worden ‘gestraft’.