De melk klotst tegen de plinten bij FrieslandCampina
AMERSFOORT. Het was een vriendelijk mailtje, dat maandag bij de 13.700 boeren van FrieslandCampina binnenkwam. Maar wel een met een uitzonderlijke oproep: wilt u de komende tijd alstublieft geen extra melk leveren? Wie de rem erop zet, krijgt tot 11 februari op de nog wel geleverde melk een toeslag van 2 cent per kilo.
De melk klotst tegen de plinten. Acht maanden na de afschaffing van de Europese melkquotering zijn de fabrieken van Nederlands grootste zuivelaar –goed voor meer dan driekwart van de Nederlandse melkplas die in 2014 een omvang had van 12,5 miljard kilo– overbezet. En dat ondanks 2,5 miljard euro aan investeringen in uitbreiding van de verwerkingscapaciteit in de aanloop naar die afschaffing en nog eens 600 miljoen dit jaar.
Een uitlaatklep is er ook niet meer. De mogelijkheden om de boerderijmelk bij andere zuivelondernemingen te laten verwerken of direct door te verkopen aan andere afnemers zijn benut. Pas half februari, als de nieuwe productielocatie in Borculo klaar is, verwacht FrieslandCampina weer wat lucht. Die maand neemt het bedrijf bovendien afscheid van meer dan 440 Belgische boeren die tot nu toe op contract hun melk aan FrieslandCampina leverden. De fabrieken waar die melk werd verwerkt, zijn straks beschikbaar voor Nederlandse melk.
Stroomversnelling
De leden van FrieslandCampina hebben in 2015 ongeveer 6,4 procent (600 miljoen kilo) meer melk geleverd dan in 2014, liet het bedrijf maandag weten. Vooral vanaf november kwam de melklevering in een „plotselinge stroomversnelling” terecht. Landelijke cijfers van ketenorganisatie ZuivelNL bevestigen dit. Sinds april, toen het quotum verdween, ligt de melkaanvoer in Nederland ruim boven het niveau van vorig jaar. Vanaf juni werd een maandelijkse groei van zo’n de 10 procent gerealiseerd, in november nam de melkplas zelfs met bijna 14 procent toe.
Dat de Nederlandse boeren meer melk zouden gaan leveren, was verwacht. In zijn meerjarenstrategie rekende FrieslandCampina met een jaarlijkse groei van 2 procent gemiddeld, tot 2020, met een piek in 2015 en 2016. Die piek lijkt nu echter wel heel hoog uit te vallen.
Gevraagd naar de oorzaken verwijst een woordvoerder van het concern allereerst naar de milde zomer en het zachte najaar. De boeren hebben tijdens het groeiseizoen veel gras van goede kwaliteit kunnen maaien. Dat voeren ze nu aan hun koeien, die dat prima voer omzetten in melk.
Daarnaast speelt ook de onzekerheid over de toekomstige fosfaatrechten bij veel veehouders een rol. „Zolang ze nog kunnen doormelken, blijven ze dat doen”, aldus de woordvoerder van FrieslandCampina.
En dan is er nog de sinds vorig jaar fors gedaalde melkprijs, een gevolg van een naar verwachting tijdelijk overaanbod op de wereldmarkt. De prijs die boeren voor hun melk ontvangen maakt de productiekosten nauwelijks goed. Op veel boerderijen is elke euro extra –lees elke liter melk– momenteel meer dan welkom.
Rekenen
Boeren zullen nu gaan rekenen, reageert voorzitter Kees Romijn van de vakgroep melkveehouderij van LTO Nederland, zelf ook lid van FrieslandCampina. „De premie weegt op tegen een productiegroei van maximaal 5 tot 7 procent. Daaronder levert het extra melkgeld op om de rem erop te zetten. Voor een gemiddeld bedrijf komt 2 cent extra neer op 1200 tot 1400 euro per maand.”
Hoe dat afremmen moet, weet elke boer. Koeien die toch al naar de slachterij zouden gaan, kan hij wat eerder afstoten. Minder krachtvoer verstrekken helpt ook –„dat werkt dubbelop want voer kost geld”– en hetzelfde geldt voor koeien die binnenkort zullen kalven, wat eerder droog zetten (stoppen met melken).
Volgens Romijn komt de maatregel van de zuivelreus niet onverwacht. „Het is jammer dat het noodzakelijk is maar aan de andere kant is het wel goed dat het bedrijf dit doorvertaalt naar het individuele melkveebedrijf. De groei ging net iets te snel.”
Bonus
Sieta van Keimpema is voorzitter van de Dutch Dairymen Board, een kleine vereniging van melkveehouders die kritisch staan tegenover het vrijgeven van de melkproductie in Europa. De DDB pleit voor een marktbeheersingssysteem op vrijwillige basis, waarbij boeren die in een situatie van dreigende overproductie hun melklevering vrijwillig verlagen, een bonus krijgen. „Wat FrieslandCampina nu doet, komt op hetzelfde neer. Terwijl ze zich altijd tegen ons plan hebben verzet”, zegt de Friese boerin.
Volgens haar zou het concern melk die ze niet kan verwerken, alleen tegen forse verliezen af kunnen zetten op de zogeheten spotmarkt. „De prijs is daar nu verschrikkelijk laag. Die ligt 10 cent per kilo onder de garantieprijs die FrieslandCampina zijn boeren betaalt.”
De DDB-voorzitter vindt het zuur dat het bedrijf nu een beroep op alle boeren doet, terwijl het grootste deel van de groei van de melkproductie maar door „een klein deel” van hen wordt veroorzaakt. Ze vindt het ook opmerkelijk dat de maatregel zonder overleg met de leden is ingesteld. „De coöperatie heeft een ophaalplicht voor alle melk van de leden.”
Garantieprijs gaat omlaag
FrieslandCampina verlaagt de zogeheten garantieprijs voor boerderijmelk in januari met 0,75 cent naar 29,25 euro per honderd kilo. De garantieprijs is een basisprijs, exclusief toeslagen. Sinds augustus had het concern de melkprijs niet meer verlaagd, maar juist licht verhoogd. Dat FrieslandCampina zijn boeren nu minder betaalt, is ingegeven door de verwachting dat andere Europese zuivelfabrikanten hun melkprijs ook zullen verlagen. Het Nederlandse bedrijf hanteert die als referentie. De prijs voor boerderijmelk staat onder druk door het blijvend hoge aanbod van melk, vooral in Europa. Onder meer door het zachte weer geven de koeien relatief veel melk.