Israël niet hét probleem in de wereld
Ten onrechte wordt Israël door velen gezien als het belangrijkste struikelblok op weg naar wereldvrede, stelt Harry Honigh.
Het artikel ”Jong, wild en jihadist” (RD 12-12) is een goed stuk over de gevarieerde motieven van jonge jihadisten die zichzelf opblazen. Ik had echter moeite met de volgende zinnen, die een gevaarlijke misvatting bevatten: „Zodra het leven beter wordt, neemt doorgaans de behoefte aan zelfmoordaanslagen af. Als er vrede zou zijn tussen Israël en de Palestijnen, zou er niemand meer te vinden zijn die bereid is zichzelf op te blazen. Maar zolang er geen hoop is –of als de hoop de grond wordt ingeboord, zoals na de Osloakkoorden– zwelt de bitterheid.”
De schrijver lijkt hier te zeggen dat het Israëlisch-Palestijnse probleem de oorzaak is van het fenomeen ”jihadist”. Terroristen zouden geen motief meer hebben om zichzelf op te blazen als er maar vrede zou zijn tussen Israël en de Palestijnen.
Als dit inderdaad zo algemeen bedoeld is zoals het er staat, dan klopt het niet. Het wemelt op de wereld van mensen die zelfmoordaanslagen plegen. Hun motieven zijn zeer divers.
Het is waar dat islamitische, rechts-extremistische en links-extremistische terreurgroepen allemaal één ding gemeen hebben: zij haten Joden en Israël. Maar dat is nog iets anders dan dat het Israëlisch-Palestijnse conflict overal de oorzaak zou zijn van de zelfmoordacties. Bij de meeste zelfmoordaanslagen gaat het om lokale problemen die niets met Israël of met het Jodendom te maken hebben.
Misschien bedoelt de schrijver met „niemand” alleen de terroristen in en om Israël. Dan zou de uitspraak betekenen dat de zelfmoordaanslagen zouden stoppen op het moment dat er vrede komt tussen Israël en de Palestijnen. Het uitblijven van vrede tussen Israël en de Palestijnen is echter niet de oorzaak van de zelfmoordaanslagen, maar het gevolg. De werkelijke oorzaak is veel meer de aanwezigheid van Israël op „heilige Arabische grond.” Het is veel meer een religieus en nationalistisch probleem.
Misschien worden hier oorzaak en gevolg omgedraaid. Het genoemde „betere leven” kan mijns inziens alleen komen wanneer de Palestijnen stoppen met zelfmoordaanslagen, met hun dagelijkse raketbeschietingen van Israëlische burgers en het inrijden op weerloze mensen bij bushaltes. Wanneer hun leiders Israëls bestaansrecht gaan erkennen en zich coöperatief gaan opstellen, zoals veel Israëlische Arabieren dat wel doen. En dan niet alleen met mooie woorden voor de westerse microfoons.
Waarom is de gedachte achter het citaat gevaarlijk? We leven in een wereld waarin Israël voor veel mensen het belangrijkste struikelblok op weg naar vrede in de wereld is. Meestal bedoelt men zelfs: het bestaan van de staat Israël. Zo wordt Israël binnen de VN gezien, zo wordt het in het nieuws afgeschilderd, zo ziet de man in de straat het en zo denken ook steeds meer christenen. Ook als de schrijver dit niet zo bedoeld heeft, dan heeft hij de geciteerde zinnen toch wel ongelukkig geformuleerd.
De profeet Zacharia schildert in Zacharia 12 tot 14 een nabije toekomst waarin alle volkeren tegen Jeruzalem te hoop zullen lopen om de Joodse staat te vernietigen. Jeruzalem is hierbij niet de kerk, zoals de vervangingstheologie zegt, maar dat zijn de Joden die vandaag wonen op dat minieme strookje grond te midden van honderden miljoenen vijandige moslims. De wereld zal hiermee Gods toorn over zich afroepen. Als christenen zouden wij hiervoor moeten waarschuwen, en niet moeten meehuilen met de wolven in het bos. We moeten naast Israël gaan staan in zijn huidige strijd om het naakte bestaan. Een bestaan dat het land door de wereld steeds minder gegund zal worden.
De auteur is schrijver van het boek ”Profetie tussen wal en schip”.