Opinie

Wordt de A4 een dure roeibaan?

Het is onbegrijpelijk dat de nieuwe A4, ondanks de grondwaterproblemen, in gebruik is genomen, stelt dr. ir. Henk de Vries.

dr. ir. Henk de Vries
24 December 2015 11:43Gewijzigd op 16 November 2020 00:17
De nieuwe A4, beeld ANP
De nieuwe A4, beeld ANP

Sinds afgelopen weekend rijden er, na 62 jaar, auto’s over de nieuwe snelweg tussen Delft en Schiedam/Vlaardingen. Na decennia van discussie besloot het laatste kabinet-Balkenende dat de A4 er moest komen. Dit ondanks een in opdracht van Rijkswaterstaat gemaakt rapport dat aangaf dat de verkeersproblemen op de A13 niet zouden worden opgelost, maar verplaatst.

Het huidige kabinet heeft in het regeerakkoord opgenomen dat de weg snel afgemaakt moest worden. Om het landschap niet te veel aan te tasten, is de weg verdiept aangelegd. Helaas is er bij de aanleg onvoldoende rekening gehouden met het grondwater. Tot in lengte van jaren is pompen daarom nodig.

De gevolgen daarvan zijn nog niet goed te overzien. Duidelijk is wel dat de minister de Tweede Kamer onvolledig en daarom verkeerd heeft ingelicht.

De laatste hobbel voor de open­stelling was de vergunning van het Hoogheemraadschap van Delfland. Het hoogheemraadschap had een tijdelijke vergunning verleend voor het wegpompen van grondwater. Die oplossing veroorzaakt echter bodemdaling. De eerste gevolgen daarvan zijn al geconstateerd: verzakking van boerderijen. Hierom heeft het hoogheemraadschap op 15 december gekozen voor een andere oplossing. Het meeste water wordt in de toekomst geïnjecteerd in de ondergrond, naar 30 meter diepte.

Het grondwater dat in het gebied omhoogkomt, is zoute kwel: zeewater dat onder de duinen door komt en tot diep landinwaarts, onder het zoete oppervlaktewater, doordringt. Zonder pompen zou de snelweg onderlopen.

Ongeveer 80 procent van dit zoute water sijpelt door de zij­wanden van de verdiept aangelegde weg. De wanden zijn namelijk niet waterdicht. De resterende 20 procent sijpelt door de bodem de tunnel binnen.

Het grondwater leek aanvankelijk geen probleem te zijn. De zijwanden komen namelijk uit in kleilagen in de bodem. Deze kleilagen zijn zo goed als waterdicht.

Men is echter vergeten dat er in de jaren 70 een zandlichaam is aangelegd voor de weg, die toen nog bovengronds zou komen. Om dit zandlichaam te draineren, zijn toen zogenaamde zandpalen gemaakt. Onder het hele tracé zijn gaten geboord in de ondergrond. Deze gaten zijn gevuld met grof zand. Deze zandpalen lopen tot 10 meter onder het maaiveld. Door deze gaten in de kleilagen komt nu zout water naar boven.

Het gaat om enorme hoeveel­heden water. Per dag zal ongeveer 1000 kubieke meter water (dat is vergelijkbaar met een zwembad van gemiddelde grootte) moeten worden geïnjecteerd in de bodem. De technische details van de oplossing hiervoor moeten nog worden bedacht. Desondanks verwacht het hoogheemraadschap dat het nieuwe injectiesysteem al in mei 2016 is aangelegd. Tot die tijd wordt het water afgevoerd naar de Nieuwe Waterweg en blijft de bodem zakken.

Door bodemdaling neemt onder­tussen de druk van het zoete water af. Hierdoor kan het zoute water nog hoger komen. Ik vind het vreemd dat het hoogheemraadschap op basis van deze oplossing een vergunning heeft verleend. Zelfs de aannemer gelooft er niet in.

Mocht het desondanks wel lukken om in mei 2016 het nieuwe injectie­systeem te laten draaien, dan is een eerste onbeantwoorde vraag of het inlaten van zulke grote hoeveelheden water in de bodem niet leidt tot uitspoeling van zand en vervolgens tot ver­zakkingen. Een tweede vraag is of het water zich niet kan vermengen met het zoete oppervlaktewater. Als dat gebeurt, verzilt de polder. Dat heeft grote gevolgen voor de landbouw en de natuur.

Deze zaken worden niet genoemd in het rapport dat ten grondslag ligt aan de beslissing van het hoogheemraadschap om een vergunning te verlenen voor openstelling van de A4.

Het rapport houdt overigens ook geen rekening met drie dynamische ontwikkelingen die het rondpompen van water nog noodzakelijker maken. Ten eerste: er is sprake van autonome daling van de bodem. Midden-Delfland ligt nu gemiddeld 3 meter onder NAP. Met dat gegeven wordt niets gedaan. Ten tweede: de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) is van plan om aardgas te gaan winnen bij Maasland. Dit veroorzaakt extra bodemdaling. Ten derde: het stijgen van de zeespiegel leidt tot extra druk van zoute kwel. Het rapport zwijgt over deze factoren.

Minister Schultz van Haegen gaat niet op deze punten in als ze wordt bevraagd door de Kamer. Alle verantwoordelijkheid schuift zij af op de aannemer. Haar ministerie had de aannemer echter moeten informeren over de zandpalen. Ook had haar ministerie nooit akkoord mogen gaan met een poreuze tunnelwand.

Eerdere problemen met grondwater, zoals bij de Haagse tramtunnel, de Delftse spoortunnel en de spoorbaan door het Groene Hart, hadden het ministerie moeten alarmeren en moeten leiden tot vraagtekens bij de door het hoogheemraadschap voorgestelde oplossing.

Mijn conclusie: met het injecteren van het zoute water in de grond wordt tijd gekocht. Het is echter geen duurzame oplossing. Het blijft dweilen met de kraan open, en uit die kraan komt steeds meer water…

Uit het feitelijk gebruik van de weg moet bovendien blijken of de verkeersproblemen echt worden opgelost. Mocht dat niet het geval zijn, dan is het misschien beter om de weg zo snel mogelijk weer af te sluiten. Dan is het pompen niet meer nodig en kan er een mooie, maar dure, roeibaan komen.

De auteur woont in Delft.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer