Volgens het economisch bureau van ING is de categorie nu goed voor ongeveer 15 procent van onze uitgaven. In 2006 was dat nog ruim 13 procent. Daarvoor nam het aandeel juist elk jaar iets af. Bij de eerste meting in 1995 ging het nog om afgerond 17 procent.

Dat we nu weer geleidelijk meer aan eten uitgeven komt voor een deel doordat andere producten de afgelopen tijd minder zijn gekocht. Veel Nederlanders stelden de aanschaf van nieuwe kleding, elektronica of meubels tijdens de crisisjaren liever even uit.

Wat ook een rol speelt, is de opkomst van biologische producten en de huidige focus op duurzaamheid, zegt ING-econoom Thijs Geijer. Mensen betalen nu bijvoorbeeld wat meer voor kippenvlees omdat supermarkten stoppen met het aanbieden van plofkippen.

De omzet van de supers neemt volgens ING al sinds 2008 jaarlijks met ruwweg 2 procent toe. De bank gaat er vanuit dat dit volgend jaar opnieuw het geval zal zijn.

Een gemiddeld eenpersoonshuishouden is per jaar tegenwoordig zo’n 2900 euro kwijt aan voedings- en genotmiddelen, eentje met twee personen 5000 euro en een gezin met twee volwassenen en twee kinderen 6700 euro.

In de kerstperiode spenderen mensen altijd wat meer in de supermarkt. De wekelijkse omzet ligt nu bijna 15 procent boven het niveau van de rest van het jaar. Kosten die worden gemaakt bij het uit eten gaan in restaurants heeft ING niet in de berekeningen meegenomen.