Discussie over benoeming IMF–baas laait weer op
Drie weken na het plotselinge vertrek van directeur Horst Köhler van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) is nog volstrekt onduidelijk wie hem gaat opvolgen. Officiële kandidaten zijn er nog niet. Maar het debat over hoe de benoeming gestalte moet krijgen, woedt weer volop.
Köhler deed begin deze maand menigeen opkijken (ook bij het IMF zelf) door vroegtijdig op te stappen. Hij is teruggegaan naar Duitsland om daar later dit jaar bondspresident te kunnen worden. Zijn vertrek riep herinneringen op aan de wat merkwaardige manier waarop hij bij het IMF was terechtgekomen.
Traditioneel is het zo dat de hoogste post bij het IMF door een Europeaan wordt bekleed. Bij de Wereldbank, dat tegelijk met het IMF in 1944 werd opgericht, staat altijd een Amerikaan aan het roer. Nu is dat James Wolfensohn. Köhler genoot indertijd niet de voorkeur van zijn geboorteland Duitsland. Het land schoof aanvankelijk Caio Koch–Weser naar voren, maar verscheidene landen, waaronder de Verenigde Staten, zagen hem niet zitten. Daarop toverde Duitsland de gerespecteerde bankier Köhler tevoorschijn.
Veel landen vinden het gezien de huidige internationale economische verhoudingen de hoogste tijd dat de afspraak overboord gaat waarbij in feite Europa en de Verenigde Staten bepalen wie de topfunctie gaat bekleden. In plaats daarvan vinden ze dat domweg de beste kandidaat de baas moet worden, waar hij ook vandaan komt.
Nieuw is deze discussie niet. „Bij de benoeming van Köhler gingen ook al stemmen op om af te stappen van het idee dat het per se een Europaan moet worden", zegt Jan Willem Gunning, hoogleraar ontwikkelingseconomie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. De gewoonte om een Europeaan het IMF te laten leiden noemt Gunning „achterhaald".
Afgelopen weekeinde gaf een groep bewindvoerders van het IMF zelf voedsel aan de discussie over de benoemingsprocedure. Namens honderd landen deden ze een oproep om de procedure zo eerlijk en open mogelijk te laten verlopen. Nationaliteit mag geen rol spelen, vinden ze.
De bewindvoerders, die deel uitmaken van het dagelijks bestuur van het IMF, spraken namens Afrika, het Midden–Oosten, Latijns–Amerika, Rusland, Australië en Zwitserland. In een verklaring drongen ze erop aan dat er meerdere kandidaten uit verschillende delen van de wereld naar voren worden geschoven. Daarmee zou het IMF „het meest gebaat zijn".
Op Duitsland en Frankrijk, twee invloedrijke lidstaten van het fonds, maakt de oproep vooralsnog weinig indruk. De Duitse minister van Financiën, Hans Eichel, verklaarde maandag na overleg met zijn Franse collega Francis Mer dat Köhlers opvolger hoe dan ook een Europeaan moet zijn. Ze hopen dat de zaak rond is voor de voorjaarsvergadering van het IMF en de Wereldbank, eind april.
Het probleem dat de Duitsers en Fransen nu hebben is dat er nog steeds geen officiële Europese kandidaat is. Ook maandag werden er geen namen genoemd. „Dat kan in het nadeel van de Europeanen zijn", zegt Gunning. Onder de mogelijke namen die nu circuleren is onder meer die van Koch–Weser, die het vier jaar geleden ook probeerde. Gezien de voorgeschiedenis denkt Gunning dat hij weinig kans maakt.
Een andere mogelijke kandidaat is de Spaanse minister van Financiën Rodrigo Rato, die zowel binnen Europa als bij de Amerikanen goed zou liggen. Europees commissaris voor Handel Pascal Lamy (een Fransman) heeft zelf aangegeven belangstelling te hebben voor de post, maar tegen hem spreekt dat de leiding van het IMF wel erg lang in Franse handen is geweest. Een naam die eerder al opdook was die van de Britse bankier Andrew Crockett. Hij werkte vroeger al voor het IMF en is ex–topman van de Bank voor Internationale Betalingen, de overkoepelende organisatie van centrale banken.
Mocht het (voor het eerst) toch geen Europaan worden, dan zou de Amerikaanse econoom Stanley Fischer een aardige kans kunnen maken. Bij de vorige wisseling van de wacht werd hij naar voren geschoven door een aantal Afrikaanse landen. Fischer, die in 1943 in Zambia werd geboren, kent het IMF als zijn broekzak. Tussen 1994 en 2001 was hij er onderdirecteur.