Een wissel omgezet
De jongste film over het lijden van Christus gaat een succes worden. Althans in commercieel opzicht. In Amerika trekt ”The Passion of the Christ” veel publiek en het ziet ernaar uit dat dat in Nederland niet anders zal zijn.Met name vanuit evangelische kring worden mensen aangemoedigd om die film te gaan bekijken. Men verwacht dat mensen op die manier tot geloof komen of dat hun geloof daardoor wordt versterkt.
In rooms-katholieke kring kende men vanouds de passiespelen, waarin het lijden van Christus zeer plastisch werd uitgebeeld. Protestanten, althans orthodox-protestanten, vonden dat echter een volstrekt ontoelaatbare profanatie van hetgeen bij uitstek heilig was.
Het behoeft ons dan ook niet te verbazen dat het Vaticaan zijn steun betuigd heeft aan deze film. De regisseur Mel Gibson is zelf rooms-katholiek. Opvallend is wel dat nu ook velen die zich als orthodox-protestant beschouwen, het uitbeelden en verfilmen van Jezus’ lijden en sterven aanvaardbaar vinden en zelfs toejuichen.
Dat staat niet los van de acceptatie van toneel en film in het algemeen. Vroeger werd daar in de brede gereformeerde gezindte afwijzend over geoordeeld. De bioscoop werd gemeden. Religieuze films en toneelstukken riepen eerder nog extra bezwaren op dan dat het religieuze thema ze zonder meer aanvaardbaar maakten.
De afgelopen decennia zijn deze barrières echter voor een groot deel geslecht. Onmiskenbaar heeft de EO daar een belangrijke bijdrage aan geleverd. De speelfilm werd zonder veel discussie geaccepteerd, zowel de wereldse als de religieuze variant. Wie avond aan avond achter de tv doorbrengt, heeft ook geen reden om voortaan de bioscoop te mijden.
Daarmee was zonder meer een wissel omgezet. De consequenties daarvan worden geleidelijk aan duidelijk. Oordeelde EO-directeur Knevel zo’n tien jaar geleden dat een verfilming van het leven van Jezus ontoelaatbaar was, inmiddels probeert ook de EO de uitzendrechten van The Passion te bemachtigen.
Kennelijk is in deze kring het besef weg dat het hier toch gaat om de Zoon van God, Wiens lijden en sterven men niet mag uitbeelden en naspelen. Bij uitstek is dit een voorbeeld van de verwereldlijking van een groepering die zich gereformeerd of in ieder geval bijbelgetrouw noemde en nog noemt.
Een principiële afwijzing van The Passion of the Christ als ontoelaatbare profanatie van het heilige vindt men eigenlijk alleen in reformatorische kring. Daarnaast maken Joodse organisaties bezwaar tegen antisemitische trekken die de film zou hebben. Voor een aantal oecumenisch gezinde kerken, onder meer in Duitsland, is dat een reden om zich van de film te distantiëren.
Een argument van de EO om de uitzendrechten voor deze film te claimen was dat de hoofdrolspeler een overtuigd christen is. Alsof dat doorslaggevend is! Veel mensen zijn helaas zeer overtuigd van hun christenzijn, hoewel leer en leven daarmee volstrekt in strijd zijn. Dat Gibson rooms-katholiek is en daarmee in een volstrekt andere religieuze traditie staat, ook als het gaat om de omgang met hetgeen heilig is, telt voor de EO kennelijk niet meer mee.
Alles bij elkaar is dit een droevige ontwikkeling. Godsdienst als amusement. Christus’ kruisiging en dood als bioscoopsucces. Een zondig mens die het bittere lijden van de Zoon van God gaat naspelen.
Uiteraard moeten we daarbij niet uitsluiten dat God ook met een kromme stok een rechte slag kan slaan. Maar de enthousiaste verhalen die verteld worden over de vele duizenden of tienduizenden die door dergelijke Jezus-films tot geloof komen, wijzen vooral op een gebrek aan geestelijk onderscheidingsvermogen.