Nederland had in 2014 gerekend per hoofd van de bevolking de op twee na grootste economie van de EU. Het bruto binnenlands product (bbp) per inwoner lag traditiegetrouw verreweg het hoogst in Luxemburg. Die score wordt echter vertekend door de enorme financiële sector van het groothertogdom. Afgelopen jaar ging op basis van deze maatstaf Ierland Nederland nipt voorbij.

Nederlanders hadden vorig jaar gemiddeld 31 procent meer te besteden dan de gemiddelde Europeaan. De Ierse economie was 34 procent groter dan het gemiddelde binnen de EU. Oostenrijk en Denemarken completeerden de top vijf. Duitsland is nummer zes, gevolgd door Zweden, België, Finland en het Verenigd Koninkrijk.

Onderaan de lijst staan Bulgarije en Roemenië. Daar is de economie per inwoner circa de helft van het Europees gemiddelde.

Buiten de EU scoren Zwitserland en Noorwegen op deze schaal beter dan Nederland. Ook het Amerikaanse en het Japanse bbp per hoofd van de bevolking is groter dan dat van Nederland. Ondanks de enorme economische groei in China van de afgelopen decennia is het bbp per Chinees maar net iets meer dan een kwart van de Nederlandse economie per inwoner.