Moordpartijen IS niet willekeurig
De gruwelijke moorden die IS pleegt op christenen zijn niet zo willekeurig als ze lijken, stelt prof. dr. Ab de Jong.
De Amerikaanse onderzoeker Raymond Ibrahim heeft een dagtaak aan het bijhouden en beschrijven van het tragische lot van de christelijke gemeenschappen in het Midden-Oosten. Zijn eigen wortels liggen daar en hij wordt ontegenzeglijk gedreven door gevoelens van wanhoop, weerzin en verontwaardiging. Het gebrek aan distantie dat hem door velen verweten wordt, is in zijn geval dan ook begrijpelijk.
In een recent, onthutsend, verslag rapporteert Ibrahim over de marteling, verkrachting en executie van twaalf Syrische christenen door IS in de buurt van de stad Aleppo (RD 7-10). Het is een weerzinwekkende gebeurtenis, beschreven tot in gruwelijk detail: een jongetje van twaalf wordt voor de ogen van zijn vader verminkt, met de toezegging dat hij gespaard zal worden als de vader zijn geloof in Jezus opgeeft. De vader weigert en hij en zijn zoon worden beiden, met alle anderen, eerst vermoord en dan gekruisigd en publiekelijk tentoongesteld; hun lichamen mogen niet verwijderd worden. De berichtgeving meldt dat zij sterven met de naam van Jezus op hun lippen, en een gelaatsuitdrukking die doet denken aan een glimlach. In dat laatste detail wordt duidelijk verwezen naar de literatuur over vroegchristelijke martelaren, die ook allen zingend, jubelend en lachend hun gruwelijke einde tegemoet gingen.
Ibrahim verzwijgt in zijn verslag echter een cruciaal detail. Hierdoor schetst hij deze misdaad als een manifestatie van het irrationele: bloeddorst, barbarij of islamitisch superioriteitsgevoel. Een dergelijke verklaring is niet alleen onjuist, ze is onverantwoordelijk. Die onverantwoordelijkheid berust aan de ene kant op een fatale onderschatting van IS en aan de andere kant op de naïeve wens om geweld dat wordt gepleegd door anderen in emotionele termen te duiden – terwijl het geweld dat wij zelf plegen wordt gepresenteerd als rationeel en doelmatig.
Dat detail is dit: de christenen die werden vermoord waren geen ‘inheemse’ of traditionele christenen, maar moslims die recentelijk waren bekeerd tot het christendom. Dat detail is belangrijk, precies omdat het de logica van IS laat zien. Er is geen interpretatie van de islamitische wet denkbaar die een dergelijke uitroeiing kan ondersteunen als het hier traditionele christenen betrof. Voor hen namelijk geldt het aanbod over te gaan tot de islam, maar tevens het recht om dat niet te doen. De executie van een christen op grond van de weigering moslim te worden, druist in tegen de regels van de islam, zelfs in de interpretatie van IS.
Bekeerlingen tot het christendom vallen daarentegen in de categorie van afvalligen. Interpretaties van de manier waarop met geloofsafval moet worden omgegaan verschillen enorm, maar de doodstraf behoort ruimschoots tot de mogelijkheden – en werd in dit geval door IS tot op de letter van een strikte interpretatie van de islamitische wet doorgevoerd.
Dit is geen geïsoleerd geval. Integendeel: IS doet uitvoerig en tot in de puntjes doorberedeneerd verslag van de redenen voor al zijn publieke daden. Het bekendste voorbeeld is het lot van de jezidi’s: lang voor de verovering van het Sinjargebergte had IS rechtsgeleerden al laten uitzoeken wat voor soort gemeenschap de jezidi’s waren en wat hun status zou moeten zijn onder de islamitische wet. En alles wat de jezidi’s is aangedaan, is geheel in overeenstemming met een strikte interpretatie van die islamitische wet: executie, gedwongen bekering, verdrijving, verkrachting en seksslavernij.
Voor moslims over de hele wereld levert dit enorme emotionele en intellectuele problemen op. Zij voelen namelijk evenveel weerzin over de daden van IS als alle anderen, maar willen tegelijkertijd blijven geloven in het feit dat de islamitische wet goed is. Dat zij zich terugtrekken in een ontkenningstactiek („dit heeft met de islam niets te maken”) is even begrijpelijk als hun ergernis over het feit dat zij steeds maar onder druk staan om „afstand te nemen” van daden van IS waar ze niets mee te maken hebben.
Sommige buitenstaanders, vooral politici, delen deze ontkenningstactiek. Anderen kiezen voor een even extreme positie en interpreteren alles wat IS doet als de onvermijdelijke consequentie van wat de islam in essentie zou zijn, namelijk vals, irrationeel en immoreel. Beide interpretaties zijn onacceptabel. Binnen de beperkingen van een specifieke interpretatie van de eigen religie gedraagt IS zich op volkomen rationele wijze. Dat is wat ontbrak in het verslag van een gruwelijke daad.
Het is altijd gevaarlijk om misdaden te verklaren – kwaadwillende lezers zien hierin steevast een vergoelijking. Maar de kop in het zand steken is nog veel gevaarlijker, en wie denkt dat IS irrationeel is, of dat de daden van IS met de islam niets te maken hebben, heeft de kop heel diep in dat zand gestoken.
De auteur is hoogleraar vergelijkend godsdienstwetenschap en antieke godsdiensten in Leiden. Dit artikel stond eerder op het Leids Religie Blog.