Nederlandse inzet voor klimaat onvoldoende
De geringe inspanning van de regering voor het klimaat maakt de Nederlandse inzet in Parijs weinig geloofwaardig, stelt Carla Dik-Faber.
Terwijl er in Parijs wordt onderhandeld over nieuwe klimaatdoelstellingen zakt Nederland in eigen huis door de duurzame ondergrens. Eerder gestelde doelen worden niet behaald. Een plan om de doelen wél te halen, is er nog niet. De vraag dringt zich op: wat zijn duurzaamheidsdoelstellingen eigenlijk waard als niemand zich echt druk maakt over het behalen van die doelstellingen? Hoe kan Nederland nog geloofwaardig pleiten voor ambitieuze doelen?
Boeren in zowel Bangladesh als Kenia zitten ondertussen met een groot probleem. In beide landen brengt het land niet op wat nodig is. De oorzaak is dezelfde, al manifesteert dat zich in uitersten: klimaatverandering. Boeren zien in Bangladesh hoe waardevolle gewassen door overstromingen ‘verdrinken’. In Kenia hoe neerslag zelfs in de meest vruchtbare delen steeds vaker uitblijft.
Klimaatranglijst
In Nederland vragen we ons vaak af hoe ons land en de rest van de wereld ervoor moeten staan in de toekomst. We stellen doelen, maken mooie plannen. Maar wie bekommert zich eigenlijk over 2015? Welke stappen moeten we nú zetten om op te komen voor de schepping?
Dit jaar stijgt de CO2-uitstoot in Nederland sneller dan de economische groei. De kolencentrales draaien overuren. Ondertussen schaffen we de belasting op deze vervuilende energieopwekking af. Ter vergelijking: Engeland sluit de kolencentrales dit jaar.
Dit jaar staat Nederland net niet onder aan de klimaatranglijst van de EU-lidstaten (alleen Estland scoort nog slechter). Ondertussen gaat de staat in beroep tegen een rechterlijke uitspraak dat de overheid (ook dit jaar) te weinig doet om burgers tegen klimaatverandering te beschermen.
In het regeerakkoord werd drie jaar geleden vastgelegd dat in 2020 16 procent van onze energie schoon geproduceerd moest zijn. Een jaar later werd dit doel naar beneden bijgesteld in het energieakkoord: 14 procent. In de tussentijd werd er met betrekking tot de uitvoering van het akkoord door het kabinet te weinig actie ondernomen. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) concludeert dat zelfs de afgezwakte doelen niet worden gehaald. Het lukt ons zelfs niet om boven de absolute ondergrens van internationale klimaatdoelen uit te komen.
Kolencentrales
Gebeurt er dan echt helemaal niets? Dat zou te zwaar zijn aangezet. De doelstellingen leiden echter niet tot genoeg en soms zelfs tot verkeerde acties. Een voorbeeld: onder de noemer ”duurzaamheid” trekt minister Kamp de komende tien jaar 4 miljard euro uit om de bijstook van biomassa in kolencentrales te subsidiëren. Daardoor zouden er minder kolen nodig zijn. De praktijk: per schip komen grote hoeveelheden hout de Atlantische Oceaan over, dat hier wordt verbrand. Hoe goed is dat voor het milieu?
Waar dan wel winst te behalen is? Allereerst moet de vervuiler betalen. Laat de overheid daarom de kolenbelasting niet afschaffen, maar behouden en ophogen. Ook afvalverbranding moet zwaarder worden belast en subsidies voor fossiele energie afgebouwd. De minuten of soms slechts seconden tijdwinst door de verhoging van de maximumsnelheid naar 130 kilometer per uur is zo schadelijk voor onze leefomgeving en het klimaat dat die onverantwoord is en teruggedraaid moet worden. De gaswinning door een nog steeds te hoog energieverbruik moet omlaag kunnen, ook voor de veiligheid van de Groningers.
Ook ik ga naar Parijs voor de klimaattop. Met gemengde gevoelens. Natuurlijk moeten we in internationaal verband afspraken maken over waar we over vijf, tien of vijftien jaar willen staan. Omdat zorg voor de schepping een belangrijke opdracht is, omdat onze naasten –neem de boeren in Bangladesh en Kenia– onze aandacht nodig hebben en omdat het ontstaan van een nieuwe stroom aan ‘klimaatvluchtelingen’ alleen verliezers kent.
Maar als dat ons echt wat waard is, wil ik het ook hebben over het hoe en nu. Dat de regering de grootste moeite heeft om aan de duurzame ondergrens te voldoen, maakt de Nederlandse inzet in Parijs maar weinig geloofwaardig.
De auteur is Tweede Kamerlid voor de ChristenUnie.