Jaar van de Barmhartigheid biedt ook protestanten stof tot nadenken
Het Jaar van de Barmhartigheid gaat morgen van start, op de agenda gezet door paus Franciscus. Het biedt ook voor protestanten stof tot nadenken, vindt P. J. Vergunst. Opdat we met elkaar meer zicht krijgen op de barmhartigheid van God.
Voor de paus is het zonder twijfel waar dat barmhartigheid tot het wezenskenmerk van de kerk behoort. In 2013 schreef Franciscus in ”The joy of the gospel” (De vreugde van het Evangelie) woorden die als zijn program gelezen kunnen worden: „Ik geef de voorkeur aan een kerk die gekneusd, gewond en vuil is omdat zij langs de straten is getrokken boven een kerk die ziek is omdat zij zich heeft opgesloten en zich uit gemakzucht vastgeklampt heeft aan eigen zekerheden.” De paus zei bang te zijn voor een kerk die haar regels handhaaft „terwijl vlak voor onze deur mensen sterven van de honger.” Volgens mij is er niemand die nu tegen de rooms-katholieke kerkleider kan zeggen: „Ja, dat is úw mening.”
Hoe kan in het leven van de kerk de barmhartigheid gestalte krijgen? Die vraag wilde de paus concreet beantwoorden. Terecht zet hij niet in bij een plan van aanpak. Nee, „het is een weg die begint met een geestelijke bekering.”
Bij de verdere invulling van het Heilig Jaar van de Barmhartigheid” ervaar je echt ondergedompeld te worden in het rooms-katholieke belijden. De start is op het hoogfeest van de onbevlekte ontvangenis van Maria, die zonder erfzonde ter wereld gekomen zou zijn. Als wij in deze weken van advent mediteren over de bijzondere plaats van de moeder des Heeren, dan moet het toch anders.
Abortus
Wat merkt de kerk van het initiatief van de paus? Allereerst dat Franciscus de mogelijkheid tot vergeving van een abortus versoepelt. Priesters krijgen de mogelijkheid om beleden abortus te vergeven zonder toestemming van de bisschop, die gewoonlijk nodig is. Voorwaarde is een berouwvol hart.
In de tweede plaats kunnen rooms-katholieke gelovigen een aflaat krijgen als „levende ervaring van de nabijheid van de Vader.” Hoe dat gaat? De gelovigen moeten naar een speciaal aangewezen heilige deur in een kathedraal of bedevaartsoord gaan, waar dan de sacramenten van biecht en eucharistie plaatshebben.
Laten we niet teruggaan achter de Reformatie en doen alsof de populaire paus Franciscus hierin onze leidsman is. En tegelijk: laten we vooral eens goed nadenken op welke wijze ons denken en handelen gestempeld wordt door barmhartigheid.
Barmhartig aan duizenden
Waar het niet alleen in de samenleving, maar ook in de kerk er onbarmhartig aan toe kan gaan, mogen we het woord ”barmhartigheid” nauwkeurig spellen. Dan denk ik niet als eerste aan de bekende Samaritaan, maar aan de God van het verbond, een „na-ijverig God, Die barmhartigheid doet aan duizenden van hen die Mij liefhebben en Mijn geboden onderhouden.”
Waar mensen een kort lontje kunnen hebben, een groot ego of lange tenen, is de Heere radicaal anders. Als de Bijbel verwoordt dat Hij aan duizenden Zijn goedheid betoont, wil dat zeggen: eindeloos. Psalm 103 zingt erover, als David refereert aan het ontvangen van de wet –„Hij heeft aan Mozes Zijn wegen bekendgemaakt”– en daarop laat volgen: „Barmhartig en genadig is de Heere, geduldig en rijk aan goedertierenheid.”
Wat de Heere is, dat wil Hij delen. Immers, in een weg van gehoorzaamheid aan Gods geboden wordt het beeld van de Zoon van God meer en meer ingedrukt in het leven van Gods kinderen. Daarom zegt Psalm 103 ook: „Die u kroont met barmhartigheid.” Barmhartigheid – het is geen kwestie van aanleg, van een fijn karakter, het is een gaan in het spoor van Gods geboden.
Zalig
De Rooms-Katholieke Kerk kent een lange traditie van zaligverklaringen, waartoe de paus de bevoegdheid heeft. Later kan zelfs een heiligverklaring volgen. Laten we het houden bij de woorden van de Heere Jezus, de enige Middelaar tussen God en mensen, die als een van de grondregels van Zijn Koninkrijk uitsprak (Matt. 5:7): „Zalig zijn de barmhartigen, want aan hen zal barmhartigheid bewezen worden.”
Onze samenleving –en binnen de omheining van de christelijke gemeente is het niet anders– kent zo veel verwonde mensen, beschadigd in relaties, gedeukt door het leven, miskend door ouders, in de versukkeling door chronische ziekten. Wie dit echt in zijn leven binnen laat komen, ervaart dat je niet zomaar de last van een ander meedraagt. Dat kan alleen als we willen lijken op de Heere Jezus, bij Wie barmhartigheid en het houden van Gods gebod volmaakt samengaan.
De kerk staat midden in de gebrokenheid van de samenleving. Sterker, ze is door haar verdeeldheid en ongehoorzaamheid onderdeel van die gebrokenheid. Daarom strekken we ons uit om in een barmhartige houding Gods richtlijnen voor het leven met anderen te delen.
Als dat ooit kan, dan in de weken van advent. Zacharias legt ons een lied op de lippen, over „de innige gevoelens van barmhartigheid van onze God, waarmee de Opgang uit de hoogte naar ons omgezien heeft.” Op weg naar de herdenking van de komst van Israëls Messias in de kribbe van Bethlehem zingt het geloof:
Heft op uw hoofden, poorten wijd!
Wie is het die hier binnenrijdt?
Begroet Hem, heer der heerlijkheid
en Heiland vol barmhartigheid!
De auteur is algemeen secretaris van de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk in Nederland.