Het vooruitzicht voor ABN AMRO ging van negatief naar stabiel. Dat was ook het geval bij Rabobank. Bij SNS Bank ging de prognose van negatief naar positief en bij ING en Kas Bank bleven ze onveranderd op respectievelijk stabiel en negatief. De kredietrating werd bij de financiële instellingen overigens niet gewijzigd.

In Europa keek S&P overigens naar 45 banken in dertien landen. Daarbij werden twee ratings verhoogd en een afgewaardeerd. De operatie maakte deel uit van een bredere beoordeling van de sector, die de laatste tijd veel te maken heeft met veranderende regelgeving.

In het algemeen stelt S&P vast dat overheden minder geneigd zullen zijn banken met belastinggeld overeind te houden. In plaats daarvan zullen eerder de aandeelhouders en schuldeisers moeten bloeden als een financiële instelling in moeilijkheden raakt. Daar staat tegenover dat veel banken er financieel sterker voor zijn komen te staan.

De precieze afwegingen per bank vermeldde S&P nog niet. Die worden later in afzonderlijke rapporten gepubliceerd.