Ze wil dat de universiteiten van ons land zo snel mogelijk voor 30 procent vrouwelijke hoogleraren hebben en voor 30 procent vrouwelijke bestuurders.

„Ook blijkt het salaris van vrouwelijke wetenschappers nog steeds lager te zijn dan dat van hun mannelijke collega’s in vergelijkbare posities, terwijl ze hetzelfde werk doen”, noteert de bewindsvrouw. De dames zijn nota bene vaak nog eens ijveriger ook: „Opmerkelijk signaal is ook dat vrouwen die wél de top bereiken, veelal meer werken dan mannen.”

Als we de zaken op hun beloop laten, zullen er pas in 2055 evenveel vrouwen als mannen hoogleraar zijn. „En er zijn geen argumenten om ons daarbij neer te leggen”, zegt Bussemaker.