Romeinse keizers: liefhebbers van het ongelooflijke
Tussen de moord op Julius Caesar in 44 voor Christus en de zelfmoord van Nero in 68 na Christus zit ruim honderd jaar. Hierover schreef historicus Tom Holland het boek ”Dynastie. Opkomst en ondergang van het huis van Julius Caesar”.
Tom Holland, die in Cambridge en Oxford studeerde, is een kenner van de oudheid, bewerkte antieke teksten voor de BBC en schreef romans met titels als ”The Vampyre” en ”The Bonehunter”. Met andere woorden: saai is ”Dynastie” nooit. Als geen ander weet Holland uit antieke teksten precies die stukken te citeren die de lezer prikkelen.
Na eerdere studies over de Perzische oorlogen en Griekenland en de Romeinse Republiek en de jaren onder Julius Caesar, heeft Holland nu Rome weer centraal gezet. Beter gezegd: de Romeinse keizers, want het gaat nauwelijks om de stad of het rijk. ”Dynastie” is een boek over ”grote mannen” en heeft geen ander doel dan het vertellen van hun verhalen. Die mannen zijn respectievelijk Augustus, Tiberius, Caligula, Claudius en Nero. Alleen al hun namen zijn berucht; legendarisch in de goede en de slechte zin van het woord.
Augustus
De eerste tachtig bladzijden vertellen de zeer bloedige jaren na de moord op Caesar. Er was chaos uitgebroken, de moordenaars werden vermoord en de leiders wisselden elkaar af, totdat in een grote veldslag één partij als sterkste tevoorschijn kwam en daaruit zou Gaius Octavius, een achterneef van Caesar, als machthebber tevoorschijn komen. Wij kennen hem uit de Bijbel onder de naam die hij later aannam: Imperator Caesar Augustus, ofwel Augustus, ”de door God begunstigde”. Deze man hield zich bezig met een goed bestuur, belastinghervormingen en orde en rust in de provincies – in de Bijbel staat daarvan een voorbeeld. Het resultaat was ernaar, want het zou veertig jaar lang tamelijk rustig blijven in het rijk en hij kon daarbij ook nog bezuinigen op de defensie-uitgaven. Ondanks zijn zwakke gezondheid regeerde hij het langst van allen.
Van Nero werd gezegd dat hij „een liefhebber van het ongelooflijke” was, maar dat geldt voor de anderen uit de door Augustus gevestigde dynastie niet minder. Zij hielden vooral van ongelooflijke wreedheid en seksuele uitspattingen. Zodra ze door hun voorganger als opvolger waren aangewezen, deden ze hun best om het Romeinse volk te plezieren met geschenken, grootmoedige gebaren of juist grote feesten. En met de politieke top in de Senaat bewaarden ze de vrede. Maar na verloop van tijd, als de feesten aanhielden, moesten de belastingen omhoog.
Binnen hun families was er altijd wel een vrouw, broer of oom die dacht met hulp van wat senatoren een greep naar de macht te moeten doen. De keizers waren dus wantrouwig en dreven alle echte en vermeende tegenstanders de dood in. Er kwamen schijnprocessen en snelle executies van senatoren. De vrouwen en broers werden of ook vermoord, of, als ze daarvoor te populair waren, naar verre uithoeken verbannen, waar ze op kale eilanden zonder luxe en gezelligheid hun levensdagen moesten slijten.
De keizers zorgden altijd voor rugdekking. Die bestond uit de militaire macht van de Pretoriaanse garde, een soort kruising tussen de Zwitserse garde en de SS. En zelf gingen de keizers zich te buiten aan iedere denkbare buitenissigheid.
Onderling waren wel verschillen. Tiberius was een bekwaam generaal, Claudius groeide op tussen de boeken, Caligula werd op jonge leeftijd door zijn moeder meegenomen naar de provincies waar de legers opstanden neersloegen en Nero was gek op musiceren en op paardenrennen, waar hij zijn leven en gezondheid in de waagschaal zette.
Volkstelling
”Dynastie” is allerminst saai, maar al die familienamen doen de lezer duizelen. En van populair taalgebruik zoals ”blitsmaker” of ”hotshot” zal niet iedereen gecharmeerd zijn.
Sommige dingen komen in het boek niet uit de verf, zoals de culturele en bouwkundige prestaties van de Romeinen. En voor christelijke lezers is het erg jammer dat Holland, met al zijn kennis, niet aangeeft hoe we bijvoorbeeld de volkstelling in Israël uit het Lukasevangelie in dit verhaal moeten duiden. Holland noemt wel kort de executies van de christenen onder Nero (hij, Nero, geeft hun de schuld van de brand van Rome), maar zegt dan dat „anderen op zodanige wijze gekruisigd werden, dat ze er belachelijk bijhingen.” De lezer die hierbij aan Petrus moet denken en zich afvraagt wat er met Paulus is gebeurd, staat met lege handen. Daarom is ”Dynastie” een boek dat even rijk als leeg is.
Boekgegevens
Dynastie. De opkomst en ondergang van het huis van Julius Caesar, Tom Holland; uitg. Athenaeum-Polak & Van Gennep, Amsterdam, 2015; ISBN 978 90 2530 039 5; 479 blz.; € 29,99.