Opinie

Waar sterven we voor?

19 March 2004 11:51Gewijzigd op 14 November 2020 01:03

Waar leven we voor? Dat is een vraag waarop de meeste Nederlanders wel iets van een antwoord in gedachten hebben. Bij de vraag ”Waar sterven we voor?” is dat waarschijnlijk niet het geval. Toch dringt ook deze vraag zich steeds sterker op in het publieke debat. Want het klonk deze week zo vanzelfsprekend uit de mond van premier Balkenende, dat Nederland niet zal zwichten voor terreur, en vooralsnog met troepen in Irak zal blijven.De vraag ”Waar sterven we voor?” kreeg daarmee voorzichtig het begin van een antwoord.

Natuurlijk speelt die vraag al veel langer een rol, maar als samenleving hebben we de beantwoording ervan kunnen overlaten aan onze Nederlandse jongens die aan VN-missies deelnamen, aan hun familie en aan de politici die moesten besluiten tot hun uitzending. Hoe die worstelden met deze vraag bleek wel uit het vele gesoebat over de invulling van mandaten, en uit de grote bezorgdheid over „de veiligheid” van onze jongens ter plekke.

Maar nu het erop lijkt dat deelnemende landen aan de Brits-Amerikaanse operatie in Irak door terroristen kunnen worden afgestraft, worden we als Nederlandse samenleving als geheel indringend met die vraag geconfronteerd. In feite verkeren we momenteel allemaal een beetje in de positie van uitgezondenen naar Irak, omdat terroristische represailles ook ons, aan het thuisfront, kunnen treffen.

Op hetzelfde moment dat we ons van die afschuwelijke realiteit bewust worden, woedt er in Nederland een andere discussie: die over de strikte scheiding tussen kerk en staat. Een kwestie die met de toegenomen vrees voor terreuraanslagen er een dimensie bij heeft gekregen, en vooral fervente voorstanders van die scheiding doen er goed aan zich dat te realiseren.

Want zolang we debatteren vanachter onze vergadertafels kunnen we roepen dat geloof een privé-zaak is waar de staat niets mee vandoen heeft. Immers, in het licht van die ontzagwekkende zwaardmacht van de staat, waarmee zij kan beschikken over de levens van haar onderdanen, is die scheiding toch onmogelijk vol te houden. Zelfs degenen die de overheid niet erkennen als dienares van God zullen moeten toegeven dat hier sprake is van een hogere dimensie in het wezen van de staatsmacht die raakt aan het religieuze.

Dat er een hoger doel in het geding moet zijn wanneer we ons leven in dienst van de staat in de waagschaal stellen, is al vanouds bekend. In het verleden kon dat doel het vaderland zijn, en de verdediging ervan, of het kwaad en zijn uitroeiing, of de tirannie en diens verdrijving.

Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie -de laatste directe bedreiging van ons bestaan als staat- is Nederlands militair optreden vooral in het kader gekomen van VN-missies in het buitenland. En zijn veel van onze hogere doelen humanitair van aard geworden. Maar doelstellingen zoals vredeshandhaving en humaniteit kunnen toch onmogelijk dat hogere doel zijn waarvoor soldaten hun leven geven? Evenmin als moed en plichtsbesef zaken zijn die hun dood de moeite waard maken. De dood laat zich immers niet verzachten met behulp van politieke concepten van onderop. Ze vraagt om een woord van de Andere Kant, en dat temeer omdat ons leven is omgeven door de realiteit van zonde, schuld en eeuwig verderf.

Juist dankzij die nu zo verfoeide publieke rol van de kerk kon er eeuwenlang werkelijk getroost worden bij de groeve van gevallenen. Omdat generaties werden opgevoed en geleerd dat voor ons allen geldt dat we midden in dit leven door de dood zijn omgeven. Om zo vroegtijdig onze vraag ”Waar sterven we voor?” te laten opnemen in die andere vraag: ”Waar stierf Jezus voor?”

Wat een armoede als voorstanders van de opvatting dat geloof een strikte privé-zaak is, bij de groeve van omgekomen burgers of militairen hun papiertje uitfrommelen en tegenover nabestaanden beginnen over humaniteit, plichtsbesef en VN-mandaten. Termen waaruit nog geen druppel troost of zingeving kan worden geperst.

Maar wat een rijkdom als daar de Kerk publiekelijk mag belijden, en op goede gronden bedroefden mag vertroosten met deze woorden: midden in de dood zijn we door het Leven omgeven.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer