Volgens Kay Clybouw van Symantec geven mensen zichzelf een 10, of zelfs een 10-plus. „Maar als we kijken naar hun echte kennis of de dingen die ze doen, volgen ze een aantal basisprincipes niet.” Een van hun fouten: hetzelfde wachtwoord gebruiken voor e-mail èn Facebook èn Twitter èn Instagram. „Als er op één plek een inbreuk is, kunnen mensen die direct gebruiken om overal binnen te komen.”

Waar het op neerkomt: „Alle veiligheid begint bij jezelf. Sommige mensen hebben hun wachtwoord aan de onderkant van het toetsenbord geplakt. Een gehackte tv-zender had achter in beeld briefjes met de inlogcodes hangen. Daar is niets tegen bestand.”

Clybouw is vooral kritisch over jongeren en jongvolwassenen. Zij hebben veel vaker dan anderen te maken met cybercrime. Dat komt doordat ze zo gewend zijn geraakt aan smartphones en technologie, dat ze losjes omgaan met hun apparaten en met hun gegevens. Ze delen hun inlogcodes met anderen, hebben zwakke wachtwoorden en komen niet in actie als ze iets overkomt. „Smartphones zijn hun leven. Hoe spraken we vroeger af toen we geen smartphones hadden? Je miste elkaar als je niet op tijd kwam. Dat hoeft nu allemaal niet. We zijn gemakkelijker. Te gemakkelijk.”

Volgens Symantec hebben 2,5 miljoen Nederlanders vorig jaar te maken gehad met cybercrime. Dat kost de samenleving 1,1 miljard euro.

Vier op de vijf ouders zijn bang dat hun kinderen de dupe zullen worden van kwaadwillenden. Maar toch doen we daar weinig tegen, ook in vergelijking met andere landen. Wereldwijd zet de helft van de ouders bewust weinig over de kinderen op sociale media. In Nederland doet 36 procent dat. Nederlandse ouders houden er ook niet van om websites te blokkeren, de browsergeschiedenis te controleren of de computer neer te zetten in een gemeenschappelijke ruimte, zoals de woonkamer, zodat ze hun kinderen in de gaten kunnen houden. Clybouw: „Mensen weten niet goed hoe ze het moeten aanpakken, wat de juiste maatregelen zijn. Je wilt je kindjes ook niet hun vrijheid afnemen.”