In een toelichting op een hernieuwde bijstelling van de reserves zei de topman donderdag dat het op peil houden van de reserves al jaren een punt van zorg voor het energieconcern is. „Maar dat is wat anders dan het incorrect boeken” van reserves, verduidelijkte Van der Veer.

De Koninklijke/Shell Groep moest donderdag voor de tweede keer in twee maanden zijn geschatte olie- en gasreserves naar beneden bijstellen.

De kwestie kostte begin maart onder meer topman Watts de kop. Van der Veer nam diens functie over.

Kort daarop meldde The New York Times op basis van interne memo’s dat de top van het concern, Van der Veer inbegrepen, al begin 2002 wist dat de reserves waren overgewaardeerd. Van der Veer stelt dat hij in zijn toenmalige rol als eindverantwoordelijke voor de chemieactiviteiten een basale kennis van de reserveproblematiek had. „De olie- en gasreserves waren zaken die (de divisie) exploratie en productie hadden te regelen.”

Over het verkeerd inboeken van reserves verklaarde Van der Veer dat pas zeer recent duidelijk werd dat het om een afwijking van 20 procent ging. „Daarvoor ging het om beduidend lagere cijfers.”

Van der Veer benadrukte dat de gehele reserveproblematiek „een behoorlijke deuk” in Shells reputatie heeft veroorzaakt. Hij herhaalde dat momenteel uitgebreid intern onderzoek gaande is naar „wie wat wist.” Resultaten worden omstreeks eind april verwacht.

Wat al wel duidelijk is geworden, is dat veel technisch personeel onvoldoende op de hoogte is van de richtlijnen die de Amerikaanse beurswaakhond SEC hanteert voor het boeken van reserves. Vanwege de notering van Koninklijke/Shell Groep aan de beurs van New York moet het concern aan deze SEC-richtlijnen voldoen. Om de kenniskloof te dichten, zullen honderden medewerkers van exploratie en productie worden bijgeschoold.