Kerk & religie

Christenen in Irak op de vlucht, kerk in Bagdad herbouwd

BAGDAD. De anglicaanse kerk St.-George in de Iraakse hoofdstad Bagdad heeft onlangs haar deuren weer geopend. Het grotendeels verwoeste bedehuis is met steun van het Iraakse ministerie van Bouwzaken herbouwd. En dat terwijl christenen massaal zijn gevlucht en zich voortdurend gepasseerd voelen door de politiek.

Martin Janssen
24 November 2015 19:11Gewijzigd op 15 November 2020 23:35
De St. George in Bagdad. beeld Wikimapia
De St. George in Bagdad. beeld Wikimapia

De St.-George ligt in de wijk Dora, waar voor 2003 ruim 20.000 christenen woonden. In 2004 begonnen radicaalislamitische milities echter een terreurcampagne in deze wijk. Huizen, winkels en kerken van christenen staken ze in brand en ze lieten hen kiezen: vertrekken of een speciale belasting –de jizya– betalen. De christenen besloten massaal te vertrekken. Momenteel wonen er nog enkele honderden in Dora. Je kunt historische kerkgebouwen weer in hun oude luister herstellen; de gelovigen, die de levende stenen vormen, zijn er niet meer. De geschiedenis van de wijk Dora laat zien dat de Iraakse christenen al lang voor de komst van terreurbeweging Islamitische Staat (IS) leden onder het geweld van extremisten.

Eigendom van IS

De verdrijving van de hele christelijke bevolking uit de stad Mosul in juni 2014 door de IS haalde de wereldpers, maar al voor die tijd stierf het christendom in Mosul onopgemerkt een stille dood. IS opereerde sinds 2006 in de stad als een maffiabende die het speciaal op christenen had voorzien. IS was de feitelijke machthebber in Mosul. Hij verordende in 2013 dat christenen hun huizen en bezittingen niet mochten verkopen, omdat die eigendom waren van Islamitische Staat. De autoriteiten van Mosul konden of wilden de christenen niet helpen.

De Iraakse patriarch Louis Sako klaagde onlangs de „cultuur van religieus en etnisch sektarisme” aan die in Irak wortel heeft geschoten. Deze cultuur bracht niet alleen gewelddadige groeperingen zoals IS voort, maar heeft volgens hem ook het politieke leven vergiftigd.

Hervorming van het politieke en juridische klimaat in Irak is daarom net zo belangrijk als het bestrijden van terrorisme. Terroristische milities zien christenen als minderwaardige burgers en laten hen de jizya betalen.

De onverschilligheid van politiek Bagdad hiervoor geeft christenen het gevoel dat ze inderdaad niet worden beschouwd als gelijkwaardige burgers. Het geweld doet hen op de vlucht slaan, terwijl de politieke en juridische discriminatie bij hen tegelijk de vraag doet rijzen of terugkeren nog zinvol is.

Kinderen van Irak

Yonadam Kanna zit namens de Assyrisch Democratische Beweging –een van de weinige christelijke politieke partijen– in het Iraakse parlement in Bagdad. 
Yonadam Kanna sprak onlangs over het probleem van de bewuste marginalisering van christenen door de opeenvolgende regeringen. In de huidige Iraakse regering zit geen enkele christen en christenen komen ook nooit in aanmerking voor belangrijke functies.

Volgens Kanna is de oorzaak hiervan „dat de grote Iraakse politieke partijen ons behandelen als waren wij geen kinderen van dit land. Zelfs in de huidige oorlog tegen Islamitische Staat worden christenen door politiek Bagdad gepasseerd.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer