Vluchtelingenstroom biedt christenen kansen
Bedreigingen omzetten in kansen. Dat is de uitdaging voor managers van bedrijven en voor beleidsmakers. Dat geldt ook voor kerken en christenen als het gaat om de stroom vluchtelingen die over Europa spoelt.
Het is natuurlijk zinloos om te blijven volhouden dat het allemaal wel meevalt met het vluchtelingenprobleem. Dat zou ook niet eerlijk zijn. Er is sprake van een megaprobleem waar eigenlijk niemand een afdoende oplossing voor weet.
Alle vergaderingen van de Europese Unie of bijeenkomsten van regeringen en parlementen van individuele lidstaten waarbij de kwestie op de agenda staat, lopen teleurstellend af. De besluiten die worden genomen, zijn niet meer dan een piepklein doekje voor het bloeden. Wie weet raad?
De komst van tienduizenden vluchtelingen uit met name het Midden-Oosten roept bij de burger onzekerheid en soms zelfs angst op. Onzekerheid omdat mensen zich afvragen wanneer de stroom opdroogt en –vooral– wat het blijvende effect van deze immigratie op de samenleving zal zijn. Keren deze mensen straks terug of niet? En als ze blijven, zullen ze dan werkelijk integreren of gaan ze aan aparte groep binnen de samenleving vormen, die er een eigen leefwijze met eigen normen op na houdt?
Met name het laatste leidt tot angst. Zowel de culturele gewoonten van oosterlingen als –vooral– de religieuze en politieke opvattingen van moslims wekken dat gevoel op. Wie kan garanderen dat er onder deze vluchtelingen geen mensen zitten die straks aanslagen plegen? Dat kan niemand. Zal deze toestroom van ontheemden er op den duur toe leiden dat de islam in ons West-Europa de overhand krijgt? Dat houdt mensen bezig, zeker ook christenen die toch al grote zorgen hebben over de ontkerstening van Europa en die weten van de vervolging van geloofsgenoten in de Arabische wereld. De vragen zijn begrijpelijk. De angst is verklaarbaar.
Hoe ga je daarmee om? Wie langs het strand loopt en plotseling een grote golf over zich heen krijgt, is bang te worden meegesleurd en verzwolgen. Wie in korte tijd een enorme stroom vluchtelingen zijn gebied ziet binnenkomen, vraagt zich af of daardoor de eigen groep en de eigen culturele waarden niet worden weggevaagd.
Het is te gemakkelijk om die angst maar even luchtig weg te wuiven. Wie deze angst niet serieus neemt, wakkert de gevoelens van onlust aan. Erken dat de zorg niet misplaatst is, maar voorkom dat angst de voornaamste raadgever is. Wie dat niet doet, stimuleert paniekreacties. En die leiden meestal tot ongelukken.
De angst serieus nemen, betekent niet dat men zich door angst moet laten verlammen. Ieder zal daar waar hij of zij is geplaatst zich moeten afvragen welke mogelijkheden er zijn om dit probleem –hoe groot het ook moge zijn– beet te pakken. Waarbij direct zij aangetekend dat dit gemakkelijker gezegd is dan gedaan.
Boodschap
De huidige vluchtelingenproblematiek stelt ook een vraag aan kerken en christenen. Zij kunnen zich niet beperken tot het weeklagen over de nood der tijden en de dreiging van de islam. Ook zij moeten zien hoe ze de bedreigingen kunnen omzetten in kansen.
Vanuit allerlei kerken zijn er de achterliggende tijd initiatieven genomen om bij te dragen aan de opvang van vluchtelingen. Kerkelijk werkers zijn actief betrokken bij de opvang. Kerkelijke gemeenten organiseren inzamelingen van kleding ten behoeve van vluchtelingen. In sommige plaatsen zorgen christelijke gemeenten ervoor dat de vreemdelingen af en toe een gezellige avond kunnen doorbrengen bij families. Acties die positief zijn en die navolging verdienen.
Hoe noodzakelijk dat dienstbetoon ook is, het blijft wel de vraag of dit het enige is wat de christelijke gemeente kan en moet doen. Wat is het onderscheid tussen hulp vanuit de kerken en die vanuit seculiere welzijnsorganisaties? Of dient dat onderscheid er niet te zijn? Hebben christenen niet meer te bieden, dan alleen maar aardig en vriendelijk voor de vluchteling te zijn? Duidelijk is dat de kerk niet kan en mag zeggen geen boodschap aan de vluchteling te hebben. Maar cruciaal is of zij dé Boodschap brengen.
De Evangelische Kerk van Rijnland (EKR) in Duitsland is over dat laatste punt duidelijk: „Zendingswerk onder moslimmigranten? Daar moet je niet aan beginnen, want dat leidt tot sociale onrust. Dat is niet wat Jezus wil. Hij wil vrede en geen twist.” Met andere woorden: „Doe wel, maar ga niet preken.”
Dat er onrust kan ontstaan als het evangelisatiewerk leidt tot de bekering van moslims, is inmiddels bewezen. Er zijn gevallen bekend dat andere vluchtelingen een bekeerling te grazen namen omdat hij van zijn geloof was afgevallen. Zowel in Duitsland als in Nederland gaan er stemmen op om in opvangcentra moslims en christenen van elkaar te scheiden om narigheid te voorkomen. Dus zo bezien heeft de EKR gelijk. Sociale onrust is niet uitgesloten.
Sommigen die net als de EKR niet geporteerd zijn van evangelisatiewerk onder vluchtelingen onderstrepen ook dat bekering van de islam tot het christendom nogal eens geschiedt uit ongeestelijke motieven. Asielzoekers zouden overgaan tot het christelijk geloof om daarmee een definitieve verblijfsstatus in de wacht te slepen. Er zijn immers landen waar het voor christenen niet veilig is terug te keren.
Het is waar dat dergelijke bekeringen voorkomen. Terecht dat daarbij de vinger wordt gelegd. Maar is daarmee de noodzaak van en de plicht tot het evangelisatiewerk van tafel? Misbruik van goede dingen ontneemt die goede dingen toch niet hun bestaansrecht? De eerste en voornaamste taak van de kerk en van kerkleden is de goede Boodschap van het Evangelie te verbreiden in woord en daad. Dat is de opdracht die de Heere Jezus Zelf heeft gegeven. Beide mogen niet worden vergeten. Het weldoen aan vluchtelingen mag niet worden losgemaakt van de verkondiging. Zij moeten hand in hand gaan.
Dat betekent overigens niet dat het weldoen alleen maar moet worden gedaan om zieltjes te winnen. Dat niet. Hoewel, zielen winnen is geen kwaad werk. Hulp moet worden geboden zonder aanzien des persoons en zonder voorwaarden. Juist daardoor kunnen christenen laten zien dat ze het welzijn van anderen op het oog hebben. Dat laatste kan aanleiding geven tot vragen van vreemdelingen. Dan zullen christenen niet kunnen zwijgen.
Betekent dit dat christenen maar moeten afwachten tot er vragen worden gesteld? Dat niet. Ervaringen van evangelisatiewerkers onder vluchtelingen wijzen uit dat er wel degelijk mogelijkheden zijn om hun in alle vriendelijkheid de boodschap van het Evangelie te brengen. Verschillende organisaties die in Nederland, Italië of Griekenland actief zijn, vertellen dat er een grote interesse is voor de Bijbel. Daar liggen kansen.
Voorzienigheid
De EKR in Duitsland vindt dat evangelisatiewerk onder vluchtelingen niet gepast en niet verstandig is. Reformatorische christenen schrikken daarvan. Zoiets zeg je als kerk toch niet. Helemaal waar. Maar wat doen reformatorische kerken in ons land zelf? Het aandeel daarvan bij de opvang van vluchtelingen is vaak mager. In welke kerkelijke gemeente zijn er de laatste maanden vluchtelingen in de kerk geweest? Er zijn zeker voorbeelden van dat dit gebeurt. Maar zijn het vaak niet de uitzonderingen? En als de asielzoekers in de kerk komen, weten deze mensen zich dan welkom?
Er komen duizenden vluchtelingen naar Noordwest-Europa. Allemaal mensen met een ziel voor de eeuwigheid. Dat mag christenen niet onberoerd laten. Zou het niet tot verwondering zijn als vluchtelingen in al hun ellende hier in Nederland geraakt worden door het Woord van God?
Orthodoxe protestanten belijden dat God de geschiedenis leidt. Concreet betekent dit dat de vluchtelingenstroom ook onder Zijn voorzienigheid plaatsvindt. Wie vraagt zich af wat Zijn bedoeling is om deze grote groepen mensen naar Duitsland, Nederland en andere landen te zenden, waar nog altijd tal van christelijke kerken zijn? Bij de bouw van Zijn Koninkrijk hoort kennelijk ook de verplaatsing van zulke grote groepen mensen. Dat geeft te denken. En te handelen.