Opinie

Parijs en Veenendaal: impact van religieuze twisten is enorm

Mohammed Abdeslam snapt niet hoe zijn broers zover zijn gekomen. Hij heeft niets vreemds aan hen opgemerkt. En jawel, de meestgezochte terrorist van Europa, Salah Abdeslam, is een schattig baby’tje geweest, een grappige peuter. Hoe kom je zover dat je een maand na je 25e verjaardag ’s morgens opstaat met een allesoverheersende passie: hoe dood ik vanavond in Parijs zo veel mogelijk mensen? En dat je er diep van overtuigd bent dat dat goed is?

dr. S. D. Post
21 November 2015 15:01Gewijzigd op 15 November 2020 23:31
Beeld AFP
Beeld AFP

Ik vrees dat we als christenen herkennen dat je met overtuigingen in een tunnelvisie terecht kunt komen. Discussies ontstaan snel: of dat nu is over een column over Calvijn, onze houding ten opzichte van vluchte­lingen of over een willekeurig conflict in de gemeente. Wie wil waken voor zichzelf versterkende overtuigingen, moet alert zijn op minstens drie verschijnselen.

In onze ”mind” zit ten eerste een soort mechanisme dat overtuigingen automatisch laat groeien. Als we eenmaal een standpunt hebben ingenomen, staat onze geest, zonder dat we ons dat bewust zijn, gereed om alles wat dat standpunt ondersteunt hartelijk te verwelkomen. Dit soort informatie valt helder op ons netvlies, andere informatie filteren we ongemerkt uit. Deze natuurlijke neiging in ons denken heet ”confirmatiebias”. Van deze voor­ingenomenheid hebben we ook last als we de Bijbel lezen. We lezen onze overtuigingen in in de Bijbel: over Wie God is, hoe bekering gaat. Juist om deze reden moeten we bidden om de verlichting van de Heilige Geest. Dan gaat, zoals wel verwoord wordt, de Bijbel óns lezen.

Ten tweede kan een overtuiging gemakkelijk iets van onszelf worden. Ze gaat deel uitmaken van onze identiteit. We profileren ons in onze gemeente of vriendenkring door een samenhangende set van overtuigingen. We zijn kritisch of juist volgend, zwaar of licht, modern of ouderwets.

Een derde aspect is dat we door een standpunt te kiezen en vast te houden, deel uit gaan maken van een groep. Je maten zijn ook voor of tegen vluchtelingen, je praat dus met gelijkgestemden en het uitwisselen van argumenten en tegenargumenten versterkt het ‘erbij horen’.

Overtuigingen leiden tot standpunten en standpunten tot discussies. De Bijbel is niet zo positief over discussies. In Romeinen 14 worden we opgeroepen de ander te ontvangen, te ontmoeten, zonder „twistige samensprekingen.” In 2 Timotheüs 2:14 geeft Paulus Timotheüs het pastorale advies om ernstig te waarschuwen tegen woordenstrijd. Een christen moet geen vechter met woorden zijn (Titus 3:2), maar vriendelijk en zachtmoedig. Discussies horen niet thuis in de gemeente van Jezus Christus.

We hebben de waarheid, maar niet in pacht. De waarheid glipt ons tussen de vingers door als we die misbruiken om onze posities tegenover andersdenkende christenen te versterken. De Bijbel moet open, maar niet om onze standpunten met teksten te verdedigen. Als de Bijbel opengaat, openbaart de Heere Zich. Ons past dan: de hand op de mond. Om samen te zoeken naar wat de Heere zegt over het onderwerp en over de vraag hoe we als kinderen van God op een geestelijke wijze met elkaar om moeten gaan. Zo ontstaat ruimte om de strijd met argumenten los te laten en op zoek te gaan naar de intenties van de ander.

De impact van uit de hand gelopen religieuze overtuigingen is enorm. Dat zagen we in Parijs. En in Veenendaal. Enige tijd geleden las ik het proefschrift van dr. M. Golverdingen over de kwestie-Kok in de Gereformeerde Gemeenten in het midden van de vorige eeuw. Op een heel andere wijze dan in Parijs, maar in zekere zin niet minder heftig heeft ook de schorsing van ds. Kok een spoor van leed achtergelaten.

Hoe zou het gegaan zijn als de broeders na het openingsgebed op de synode elkaar eens – oprecht nieuwsgierig – bevraagd hadden: „Wat maakt dit zo belangrijk voor jou? Waar gaat het je nu ten diepste om? Waarover maak jij je zorgen?” Als ze zich –gehoorzaam aan de belijdenis die ze ondertekend hadden (Nederlandse Geloofs­belijdenis, artikel 13)– als „leerjongeren van Christus” hadden gedragen en gezamenlijk biddend Bijbelstudie hadden gedaan?

Het antwoord is niet moeilijk. Overtuigingen waren overbuigingen geworden!

Reageren? welbeschouwd@refdag.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer