Binnenland

„Geen kinderbijslag als ouders scholen mijden”

Ouders en leerkrachten moeten elkaar kennen. Dat bevordert de veiligheid op scholen. Daarom is het zeer wenselijk dat leraren op huisbezoek gaan. Omgekeerd moeten ouders naar ouderavonden op school komen. Als ze dat weigeren, moet de overheid de kinderbijslag gedeeltelijk inhouden.

18 March 2004 10:16Gewijzigd op 14 November 2020 01:03Leestijd 4 minuten

De Tweede Kamer kreeg woensdag een keur aan adviezen om de relatie tussen ouders en scholen te verbeteren. Dat gebeurde tijdens een rondetafelgesprek over veiligheid op scholen met vertegenwoordigers van diverse onderwijs- en maatschappelijke instellingen. Vorige week voerde de Kamer een vergelijkbaar gesprek met enkele schoolleiders. De week daarvoor waren leerlingen te gast.

Aanleiding voor de gesprekken is de moord op conrector H. van Wieren van het Haagse Terra College in januari. De rector van het college, G. van Miltenburg, zei daags na de moord dat de overheid het thema veiligheid op scholen op de agenda moest zetten. De Kamer heeft daar gehoor aan gegeven. Minister Van der Hoeven van Onderwijs komt volgende maand met een notitie over het onderwerp. Overigens heeft de Kamer in het verleden al vaker over veiligheid op scholen gesproken.

Het voorstel om de kinderbijslag deels in te houden, was afkomstig van A. Taskan. Hij komt uit Turkije en is directeur van een Utrechtse stichting die ontspoorde Turkse jongeren weer in het gareel brengt. Dat gebeurt door middel van tijdelijke plaatsing in een internaat of in een project voor begeleid wonen.

„Als mensen elkaar kennen, wekt dat vertrouwen. Daarom moeten ouders tijdens ouderavonden naar scholen komen. Velen willen dat niet. Ik ken vaders die niet weten op welke school hun kind zit. Als de ouders echt niet naar de school van hun kind willen komen, moet de overheid in het uiterste geval de kinderbijslag gedeeltelijk intrekken.”

Taskan vindt dat de overheid het debat over veiligheid op scholen en over integratie over een andere boeg moet gooien: „Er moeten niet méér hulpverleningsinstanties naar scholen. Daarmee los je de kern van het probleem niet op. Het gaat ten diepste om meer burgermanszin. Je moet vertrouwen creëren en zien te winnen. Allochtonen moeten zich een onderdeel van de samenleving gaan voelen. Je ziet nu dat de verschillende gemeenschappen in de samenleving langs elkaar heen leven.”

Allochtone ouders hebben een andere opvoedingstraditie dan ouders in Nederland, stelt Taskan. „De twee culturen leveren voor een aantal allochtone ouders grote spanningen op. Soms ontstaat daardoor zelfs een vacuüm in de opvoeding. Ik ken kinderen die hun ouders dreigen met de Kindertelefoon als ze ’s avonds niet op stap mogen.”

Ook het hoofd van de afdeling leerlingzaken van de gemeente Utrecht, J. Jeurissen, legde woensdag de vinger bij de opvoeding. „De groep leerlingen die vanwege ruzies of bedreigingen van school wordt gestuurd, komt voor het overgrote deel uit probleemgezinnen”, was haar reactie.

Om het tij te keren, keken de gesprekspartners van de kamerleden woensdag in eerste instantie toch naar de school, omdat de invloed van de overheid op ouders gering is. Alleen als er veel problemen zijn, kunnen er gezinscoaches worden aangesteld.

Behalve een goede relatie tussen ouder en school, moet de onderwijsinstelling ook de kwaliteit van de leerkrachten bevorderen. F. Prior, trainer van leerkrachten, vindt dat er veel onbekwame onderwijsgevenden zijn: „Ik zie dat veel jongeren tijdens sommige lessen helemaal geen probleemjongeren zijn. Er zijn dus blijkbaar risicoleraren. Daar moeten we aan werken. Leraren moeten een positieve omgeving creëren waarin pesten en agressie niet mogen. In twee maanden kun je dan veel asociaal gedrag veranderen.”

Ook Taskan heeft daarmee positieve ervaringen: „Het gaat hier eveneens om vertrouwen. Ik denk dat er meer leerkrachten van allochtone afkomst moeten komen. Ik ken een voorbeeld van een Turkse leerkracht op een school met overwegend allochtonen. Hij had het vertrouwen van de leerlingen en was daardoor in staat om de gehele vmbo-klas een leerniveau hoger te tillen.”

Algemeen directeur van de Glen Mills School in Hoenderloo H. van Nieukerke benadrukte dat ouders en scholen op moeten passen dat ze te veel over en te weinig met de leerlingen spreken. Van Nieukerke, de baas van een aantal internaten waar jonge criminelen een heropvoeding krijgen, vindt dat scholen de vragen van kinderen serieus moeten nemen en hun meer verantwoordelijkheid moeten geven. „Veel jongeren met problemen voelen zich niet serieus genomen. Ze denken dat ze afgeserveerd zijn. De leerkracht moet naast hen gaan staan en hun vertrouwen en verantwoordelijkheid geven.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer