In het voortgezet onderwijs zijn al voldoende mogelijkheden voor deze talenten, schrijft hij, maar in het primair onderwijs is het nodig om meer mogelijkheden te scheppen. Het kan zijn dat het kind alternatieve opdrachten uitvoert ten opzichte van zijn klasgenootjes of elders onderwijs volgt. Het moet wel net zoveel onderwijsuren krijgen als andere kinderen.

School en ouders maken ‘maatwerkafspraken’ over hoe ze regelen dat het kind aan het eind van de basisschool toch de kerndoelen van het basisonderwijs haalt. De school weegt af of de schoolse ontwikkeling daarbij niet in de knel komt.

Ouders kunnen straks overigens geen vrijstelling van school meer krijgen omdat ze vinden dat er voor hun kind geen geschikt onderwijs buitenshuis te vinden is. Dekker wil het wetsartikel hierover afschaffen. „De overheid heeft geen zicht op de kwaliteit van het vervangend onderwijs en het is zelfs niet gegarandeerd dat het kind überhaupt onderwijs krijgt”, schrijft hij.

Hij weet zich al gesteund door de Tweede Kamer. Het wordt alleen „onder strenge voorwaarden” mogelijk dat ouders hun kind thuisonderwijs geven, bijvoorbeeld omdat ze bezwaar hebben tegen de levensbeschouwelijke, pedagogische of onderwijskundige visie van de scholen in de buurt. Maar de inspectie gaat toezicht houden op dat thuisonderwijs.