Kabinet boos over groei topinkomens
Minister De Geus van Sociale Zaken heeft werkgeversorganisatie VNO-NCW aangesproken op de „enorme loonstijgingen aan de top van ondernemingen.” Die doen het klimaat voor sociaal-economisch herstel geen goed, aldus de minister in een brief aan voorzitter Schraven.
De Geus uitte zijn kritiek na de forse salarissprong die de top van ING het afgelopen jaar heeft gemaakt. Volgens de minister bestaat „het risico dat bestuurders van topondernemingen het gezag verspelen om deel te nemen aan het publieke debat over economisch herstel van Nederland. Ik doe een beroep op u om dat risico te beheersen en hierover met uw achterban te overleggen.”
De Geus verwijst naar de afspraken over loonmatiging die zowel in 2002 als 2003 zijn gemaakt met de sociale partners. VNO-NCW vindt de brief van De Geus voorbarig. De werkgeversvereniging vindt het onverstandig om de inkomensontwikkeling aan de hand van voorbeelden te beoordelen. VNO-NCW wil van jaar tot jaar de totale ontwikkeling bezien.
De Geus versmalt de rol en betekenis van grote ondernemingen in de toekomst van de economie tot een inkomensdiscussie. Daarmee slaat hij de plank mis, meent VNO-NCW. De bijdrage aan economisch herstel en werkgelegenheid door grote ondernemingen staat volgens VNO-NCW niet ter discussie.
De salarissprong van de ING-top kwam dinsdag aan de orde in het vragenuurtje van de Tweede Kamer, waar minister Zalm van Financiën aan de tand werd gevoeld door kamerlid Vendrik van GroenLinks. Zalm liet weten dat het kabinet niet blij is met de forse loonsverhoging die de ING-top zich vorig jaar heeft toebedeeld. Hij wees erop dat in de toekomst iets dergelijks niet meer mogelijk is zonder toestemming van de aandeelhoudersvergadering. ING legt het loonvoorstel ook voor aan de aandeelhouders.
Een woordvoerder van ING noemde het gezien de gevoeligheden rondom het najaarsakkoord niet verwonderlijk dat de politiek reageert op de salarisverhoging voor de bedrijfstop. „Maar wij vinden dat we een verhaal hebben dat we goed kunnen verdedigen.”