Twintig jaar gelegen werden bij de voormalige moslimenclave door Servische eenheden 8000 mannen en jongens vermoord. Servië wil met de donatie een gebaar van verzoening maken aan het nog steeds onderontwikkelde gebied. Het geld wordt gebruikt bij de financiering van scholen, straten en projecten in de gezondheidssector.

Vucic bezocht ook de begraafplaats van Bosnische moslims die in 1995 slachtoffer werden van de massamoord. Vier maanden terug werd Vucic door demonstranten nog uit Srebrenica verjaagd toen hij een ceremonie probeerde bij te wonen ter herdenking van de gruweldaad. Woensdag legde hij bloemen bij de begraafplaats.

Het bezoek van Vucic, die in de bloedige jaren negentig tot de Servische nationalistische ‘hardliners’’ hoorde, weerspiegelt de verbeterde betrekkingen tussen Servië en Bosnië, evenals de Servische ambities om tot de Europese Unie toe te treden.

Vucic zei woensdag dat hij was gekomen om de ontwikkeling van Srebrenica te steunen. „Ik wil dat Srebrenica een brug van onze samenwerking wordt”, zei hij. „Niemand kan onze broers naar hun zusters terugbrengen of zonen naar hun moeders, maar we kunnen een andere en betere toekomst maken.”

Bosniërs, die 75 procent van de bevolking uitmaakten voor de oorlog van 1992-1995, representeren nu nog een derde van de 11.000 inwoners. De helft van de bevolking is werkloos.