Binnenland

Leidraad beperkt rol consulent bij euthanasie

APELDOORN. Een Groningse pijnarts weigert nog langer second opinions te geven aan collega’s bij euthanasieverzoeken, bleek eind vorig week. Wat zegt dat over de Nederlandse euthanasiepraktijk? Vier vragen.

Redactie binnenland
9 November 2015 11:47Gewijzigd op 15 November 2020 23:11
beeld ANP
beeld ANP

Wat is er gebeurd?

Wanneer artsen te maken krijgen met een euthanasieverzoek en tot de slotsom komen dat de wet ruimte biedt om het uit te voeren, moeten zij vooraf een arts-consulent raadplegen. Zo’n 700 artsen in Nederland hebben zich als zodanig geregistreerd. Een van hen, een Groningse pijnarts, besloot recent zijn taken neer te leggen. Aanleiding was dat een euthanasieverzoek van een hoogbejaarde patiënt met een wervelbreuk, tegen zijn advies in, toch werd uitgevoerd.

Waarom adviseerde de arts negatief?

Hij zag op basis van zijn deskundigheid nog mogelijkheden om de pijn te verminderen en het lijden te verzachten. Daarmee was in zijn ogen niet voldaan aan het wettelijke criterium dat het lijden van de patiënt als uitzichtloos moest worden gezien. De regionale toetsingscommissie zag in de door de uitvoerend arts gevolgde procedure echter geen noemenswaardige onvolkomenheden.

Volgens de pijnarts lijkt de handtekening van een consulent daarmee louter een formaliteit te zijn. Vandaar zijn besluit.

Heeft een arts-consulent de mogelijkheid om een euthanasieverzoek te blokkeren?

Nee, zijn taken zijn behoorlijk begrensd. Zo benadrukt de leidraad voor consulenten dat zij ervoor moeten waken medebehandelaar te worden. Het staat de consulent dan ook niet vrij om zelf met de patiënt op zoek te gaan naar opties om het lijden te verlichten; hij behoort slechts te toetsen of de behandelend arts dit al heeft gedaan.

Daar komt nog iets bij: in 2011 zette minister Schippers (VWS) het licht op groen voor de stichting Levenseindekliniek voor het herbeoordelen van afgewezen euthanasieverzoeken.

Controversiële verzoeken die een doorsneearts niet wil honoreren, blijken door de aan deze stichting verbonden artsen wel te worden uitgevoerd. Deze artsen maken meer dan eens gebruik van de ruimte die de wetgever destijds heeft geboden om na een negatief advies van een consulent verder te zoeken naar een tweede consulent die mogelijk wel positief wil adviseren. Op die manier kan een consulent die bezwaren heeft, worden overruled.

Staat het besluit van de opgestapte consulent op zichzelf?

Uit zijn besluit spreekt een duidelijk ongenoegen over een euthanasiepraktijk die steeds ruimer wordt. Dat ongenoegen wordt onder artsen zeker wel wat breder gedeeld. Met name het gemak waarmee sommige patiënten euthanasie menen op te kunnen eisen, wekt in de beroepsgroep van artsen de nodige ergernis.

Duidelijk is echter wel dat van een breed en door de beroepsgroep van artsen gedragen pleidooi om de grenzen van de euthanasiewet strikter te bewaken geen sprake is.

Integendeel, op de vraag of zij sinds het van kracht worden van de wet steeds makkelijker tot de slotsom kwamen dat een euthanasieverzoek voldeed aan de wettelijke zorgvuldigheidseisen, antwoordde de helft van de arts-consulenten begin dit jaar volmondig ja.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer