Aanpak van witwassers schiet tekort
De aanpak van witwaspraktijken schiet tekort. Politie en justitie doen te weinig met verdachte transacties die aan hen worden doorgegeven. Dat staat in een rapport dat in opdracht van het ministerie van Justitie is opgesteld, meldde een woordvoerder van het ministerie maandag.
Het Meldpunt Ongebruikelijke Transacties, dat valt onder Justitie, werkt op zich wel goed, staat in het rapport. Het aantal meldingen nam de laatste jaren sterk toe tot 138.000 in 2002. Daarvan zijn er 25.000 als verdacht doorgespeeld naar justitie.
De meldingen leiden nog te weinig tot strafrechtelijke vervolging. In 2002 werden 107 processen-verbaal uitgeschreven. Daarvan kwam eenderde voor rekening van de Koninklijke Marechaussee op Schiphol. Justitie komt binnenkort met plannen om witwaspraktijken beter aan te pakken.
Financiële instellingen, advocaten, notarissen, makelaars en handelaren in waardevolle goederen zijn verplicht opvallende transacties aan te geven bij het speciaal daarvoor opgerichte meldpunt. Dat stuurt de verdachte gevallen door naar justitie. Onder meer betalingen van meer dan 15.000 euro in contanten moeten worden aangegeven.
Directeur H. Blocks van de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) noemt de melding van ongebruikelijke transacties „zoeken naar een speld in een hooiberg. Het probleem zit niet in het aantal vervolgingen, het gaat om de enorme hoeveelheid meldingen die gedaan wordt. Ik denk dat Nederland het zeker niet slechter doet dan het buitenland. We hebben echter wel te maken met een wanverhouding tussen het aantal meldingen en de vervolgingen die daaruit voortkomen. Geen land meldt zo veel ongebruikelijke transacties als wij”, stelt bankenvoorman Blocks.
In Nederland telt ook de persoonlijke inschatting mee, een subjectieve regel. „Als een medewerker van bijvoorbeeld een bank een sterk vermoeden heeft dat iets niet klopt of denkt: „Dit ziet er gek uit”, dan moet er ook aan de bel getrokken worden.”
Blocks stelt voor het aantal regels te beperken en de persoonlijke inschatting de overhand te geven bij een transactie. „Een veehandelaar die meer dan 10.000 euro komt storten, hoeft dan bijvoorbeeld niet meer bij het meldpunt te worden aangegeven. Voor hem zijn grote contante betalingen gebruikelijk.” Tegelijkertijd zal iemand die vijf keer kort achter elkaar 5000 euro komt storten wel tegen de lamp lopen, ook al voldoet hij niet aan de objectieve grens van 10.000 euro.
„In principe kun je volstaan met alleen de subjectieve criteria, zoals in Zwitserland nu al gebeurt. Als we toch ook de objectieve grenzen willen vasthouden, moeten bijvoorbeeld de grenzen worden opgerekt of moet de mening van de medewerker de doorslag geven. Zo voorkom je een grote stroom meldingen die op voorhand al niet verdacht zijn.”
Alleen objectieve criteria met ruimere grenzen zijn volgens Blocks geen oplossing. Zo gelden in Italië alleen ’harde’ regels. Om afpersing van bankpersoneel te voorkomen, registreren in het land van de maffia alleen computers verdachte transacties. „Dat geeft echte criminelen echter de mogelijkheid niet op te vallen als ze weten aan welke eisen bijvoorbeeld hun contante storting moet voldoen om niet opgemerkt te worden door het systeem.”