Commentaar: EU-staten hebben elkaar hard nodig bij aanpak vluchtelingenprobleem
Het vluchtelingenvraagstuk is momenteel het grootste probleem waar de Europese Unie als geheel en de individuele lidstaten elk apart zich voor gesteld zien. De emoties lopen hoog op en niemand weet een afdoende oplossing.
Staatssecretaris Dijkhoff van Vreemdelingenzaken riep zaterdag ertoe op het hoofd koel te houden. Hij weet dat hij met dit beleid niemand blij maakt. De burger is bezorgd over de toestroom van vreemdelingen; de vluchteling moet steeds van opvangplek naar opvangplek verkassen.
Intussen houdt de instroom van vreemdelingen aan. Premier Rutte waarschuwde zaterdag dat wanneer er niet in gezamenlijkheid adequate maatregelen worden genomen de Europese samenwerking gevaar loopt. Een signaal dat de altijd optimistische regeringsleider niet zomaar geeft.
De premier heeft groot gelijk dat hij de noodzaak om gezamenlijk binnen EU-verband op te treden benadrukt. Een voorbeeld: het vaststellen van quota voor elk land is een moeizaam proces.
Met name de staten in het noordwesten van Europa krijgen onevenredig veel vluchtelingen binnen hun grenzen. Weliswaar komen de meeste asielzoekers in Griekenland aan. Maar daar willen ze zeker niet blijven. En de Grieken doen ook nauwelijks hun best om deze mensen in hun land onderdak te bieden. Vervolgens proberen de ontheemden zo snel mogelijk de Balkan door te trekken om uiteindelijk in landen als Duitsland of Zweden –en in mindere mate Nederland– te komen. Er zou al veel gewonnen zijn als de landen in Zuidoost-Europa betere grensbewaking, efficiënte registratie en basale opvang zouden bieden. In het plan dat de EU gisteren overeenkwam is een eerste stap in die richting gezet. Dat is winst.
De zorg blijft of deze nieuwe plannen echt effect zullen sorteren. Dat vraagt inderdaad een grotere onderlinge solidariteit van de EU-staten. Tot nu toe heeft een aantal vooral geprobeerd het probleem door te schuiven naar andere landen. Komt er geen omslag in het denken van de regeringen van die staten, dan zal dat de Europese samenwerking onder druk zetten.
Het is iets te gemakkelijk om op deze lidstaten te schamperen. Elk land zit met de spanning die het vluchtelingenvraagstuk intern oproept. Veel burgers voelen zich onzeker en bedreigd door de komst van grote groepen asielzoekers. Die groep is ook groter dan de achterban van extreemrechtse politieke bewegingen. De klemmende vraag is wanneer de acceptatiegrens bij brede groepen in de samenleving wordt overschreden.
Zeker mag niet vergeten worden dat, ook in ons land, er tal van particuliere initiatieven zijn om de vluchtelingen te helpen. Het is soms hartverwarmend wat mensen doen. Maar dat mag niet gezien worden als een bewijs dat de onzekerheid onder de bevolking maar een marginaal verschijnsel is. Dat zou een misvatting zijn. Er zal met begrip voor elkaars zorgen gezocht moeten worden naar een oplossing voor het gigantische probleem van het vluchtelingenvraagstuk. Zo niet, dan loopt niet alleen de Europese samenwerking gevaar maar ook het draagvlak voor de democratie.