Ook in Oost-Oekraïne is de echte Rus orthodox (de rest is vijand)
Pro-Russische rebellen in Oost-Oekraïne zien hun strijd als een religieuze oorlog. Ze verdedigen hun grond tegen aanhangers van andere godsdiensten. „Protestanten en Grieks-katholieken moeten hier hun spullen pakken en vertrekken.”
Oleg is gekleed in een camouflagepak. De 40-jarige rebel loopt na de dienst weer terug de Oekraïens-orthodoxe Heilige Kathedraal van de Verheerlijking van Donetsk in en wijst op twee iconen. Die van Aleksandr Nevski en Dmitri Donskoj, twee Russische heersers uit de dertiende en de veertiende eeuw. Net als hij nu in Oost-Oekraïne streden ook zij voor Russische waarden, voor het orthodoxe christendom, zegt Oleg.
Even daarvoor heeft Oleg op het plein voor de kathedraal, die valt onder het patriarchaat van de Russisch-Orthodoxe Kerk in Moskou, verteld waar de strijd tussen de pro-Russische rebellen en het Oekraïense leger om draait. In zijn ogen is het een religieuze oorlog tegen de expansie van het rooms-katholicisme. En zeker ook tegen de protestanten met hun westerse ideeën. Tegen de huidige Oekraïense leiders in de hoofdstad Kiev die de Oekraïens-Grieks-katholieke Kerk of het protestantisme aanhangen.
Volgens Oleg hebben zij maar één doel: hun wil opleggen aan de bevolking in de Donbass, de Oost-Oekraïense regio, waar de pro-Russische rebellen de Volksrepubliek Donetsk en Loegansk hebben uitgeroepen. „Protestanten en Grieks-katholieken moeten hier hun spullen pakken en vertrekken”, zegt Oleg nijdig. „Hun kerken moeten dicht. Ik wil niet als katholiek leven. We hebben onze eigen ideologie. De Donbass is Rusland. Dit is Russisch-orthodoxe grond.”
Hij krijgt bijval van kerkbezoeker Vitali (58) en de 52-jarige kozak Igor Markov. Als paardrijder draagt hij zijn broek in zijn zwarte hoge laarzen. Kozakken zijn een traditioneel ruitervolk dat in het verleden aan de zijde van de Russische tsaar vocht. In het gesprek met de drie valt dikwijls het woord ”Roesski mir”, de Russische wereld. Deze omvat Russischsprekenden en het orthodoxe christendom. Beide maken deel uit van de Russische culturele en etnische identiteit, die overal ter wereld moet worden beschermd. Het Kremlin heeft deze uitgangspunten vastgelegd in een militaire doctrine.
De vraag is welke ruimte er in de Volksrepubliek Donetsk is voor andere kerken en godsdiensten. Is er voor de pro-Russische rebellen maar één geloof, en wordt met aanhangers van andere religies de strijd aangebonden?
Pastoors van de Grieks-Katholieke Kerk en protestantse voorgangers verlieten het gebied uit vrees voor hun leven. Toen vorig jaar de stad Slavjansk, 110 kilometer ten noorden van Donetsk, in handen was van de pro-Russische rebellen, werden er vier protestanten door hen vermoord.
Nuance
In een verlaten straat buiten het centrum van Donetsk vult een muziekband de stilte. In de verte klinken machinegeweren van oefenende pro-Russische rebellen. De muziekgroep bereidt zich voor op de dienst. Op het eerste gezicht is niet duidelijk dat hier een protestantse kerk staat. Een voorbijganger ziet alleen een huis. De twee miniatuurkruisen op het hek vallen amper op.
Na de dienst rijdt de dominee op weg naar het huis van een vriend langs de christelijke universiteit. Betonblokken blokkeren de toegangsweg. „De rebellen hebben het gebouw ingenomen”, zegt hij somber. Hij spreekt op basis van anonimiteit. „In deze tijden is er geen ruimte voor nuance. Het is wij tegen zij. Elk woord kan verkeerd worden opgevat.”
’s Avonds tijdens het eten blikt hij terug op de begindagen van de Volksrepubliek Donetsk. „Toen heerste hier anarchie. Verschillende bataljons speelden op straat voor eigen rechter. Kozakken hadden het voor het zeggen. Zij hebben een hekel aan de liberale, westerse wereld. Protestanten staan voor hen gelijk aan westerse spionnen, aan de NAVO. Toen ontstond er agressie tegen protestanten die zich bezighielden met politiek en zich uitspraken tegen de rebellen. Zij zijn gevlucht. Inmiddels is er meer orde.”
Hijzelf heeft geen bedreigingen ontvangen. De predikant is bedachtzaam, denkt na voordat hij met een overhaast antwoord komt. Hij is niet te betrappen op een politieke uitspraak. „Ik kan wel tekeergaan en me over politiek uiten. Maar wat schiet ik ermee op? Ik loop gevaar, de kerk gaat dan dicht en de bezoekers zijn de dupe.”
In het openbare leven in Donetsk valt er aan religie niet te ontkomen. De leider van de Volksrepubliek Donetsk, Aleksandr Zachartsjenko, staat afgebeeld op een reclamebord terwijl hij een kaars in een orthodoxe kerk aansteekt. Eronder staat: „Wij zijn samen. Wij doen de spiritualiteit herleven.”
Doordeweeks houden orthodoxe gelovigen met kruisen en iconen een processie door de stad. Op het dak van de universiteitsbibliotheek wappert een rode orthodoxe vlag met in het midden een Christusfiguur. De vlag siert ook militaire voertuigen en wappert bij controleposten van pro-Russische bataljons.
Pseudoreligie
De 37-jarige Georgi Goeljajev, perssecretaris van de Oekraïens-Orthodoxe Kerk (Moskous patriarchaat), wijst naar de vlag op het dak van de bibliotheek. Hij vindt het maar niets dat zijn geloof op deze wijze wordt ingezet, zegt hij op een bankje bij de Kathedraal van de Verheerlijking. Kort legt hij uit dat vanaf de zeventiende eeuw het orthodoxe christendom altijd de dominante godsdienst is geweest, nadat de Donbass aan het Russische Rijk was toegevoegd. Maar in deze streek bestond er ook altijd tolerantie ten opzichte van andere godsdiensten, benadrukt Goeljajev.
Hij spreekt over een tweedeling binnen de Oekraïens-Orthodoxe Kerk in de Donbass. De intellectuele laag wijst elke vorm van oorlogvoering af. Maar een andere stroming, de priesters in de dorpen die preken voor werklozen, rebellen en gepensioneerden, spreken van een religieuze strijd. „Zij hebben de revolutie in Kiev gezien met al die vlaggen en leuzen, en ze voelen zich aangevallen. De media wakkeren dit aan. Het probleem is dat wij geen controle hebben over deze laag.”
Religie is een instrument, meent hij. „De Volksrepubliek Donetsk heeft geen ideologie. Het geloof wordt gebruikt om de mensen te verenigen rond een messiaans verhaal. Dat is het imperialistische idee van ”Roesski mir”. Het orthodoxe christendom tegen de rest van de wereld. Het Oosten tegen het Westen.”
De top van de Oekraïens-Orthodoxe Kerk houdt de leiding van de Volksrepubliek Donetsk op afstand. De kerkleiding trekt zich niets aan van de Russisch-Orthodoxe Kerk in Moskou en laveert tussen de vechtende kampen door. „De rebellenleiders raken ons niet aan”, zegt de perswoordvoerder. „Ze gebruiken ons geloof om hun gebied te verdedigen. We horen ons niet bezig te houden met politiek. We kunnen ook geen kant kiezen. Dan brengen we orthodoxe gelovigen in de rest van Oekraïne in gevaar.”
Zachartsjenko zelf verklaarde eerder dit jaar Russisch-orthodox te zijn en noemde toen tijdens een persconferentie de vier religies die de Volksrepubliek Donetsk erkent: het orthodoxe christendom, het rooms-katholicisme, de islam en het jodendom. Zachartsjenko voegde eraan toe dat hij sektarisme hard zal bestrijden. „Ik wil niet dat een pseudoreligie de gedachten en de geest van onze jeugd beïnvloedt.”
Ongeveer dezelfde woorden klinken uit de mond van Dmitri Popov (42), vertegenwoordiger van het comité voor mensenrechten in de Volksrepubliek Donetsk. Een onafhankelijke organisatie, zegt hij in het provinciehuis, waar de vlag van de Volksrepubliek Donetsk hangt. Politiek en religie in de Volksrepubliek Donetsk zijn gescheiden, stelt Popov. „Elke godsdienst is welkom, maar die moet zich wel registreren, zodat we sekten en terrorisme kunnen bestrijden.”
Kent Popov de berichten van protestanten en Grieks-katholieken die uit lijfsbehoud zijn gevlucht? „Deze informatie heb ik niet. Ja, er zullen kozakken en andere militieleden zijn die andere religies niet accepteren, maar dit is een individuele mening en niet die van de overheid. Het is juist Oekraïne dat door middel van propaganda de oorlog als een religieuze strijd neerzet.”
Grasveld
Dominee Sergej Kosjak (39) rijdt samen met Oleg Tkatsjenko (46) naar een grasveld in Slavjansk, de stad die vorig jaar juli door het Oekraïense leger werd heroverd op de rebellen. Het grasveld functioneert als begraafplaats van vier protestantse christenen. De foto’s bij de vier graven zijn omringd door bloemen en kransen. De vier mannen werden vermoord door de pro-Russische rebellen toen zij de stad in handen hadden.
„Je hebt twee groepen”, stelt Kosjak bij een beker koffie. „De kozakken en de Russisch-orthodoxen, die ook vechten in deze strijd. Beide groepen hebben de filosofie: als je Russisch bent, moet je orthodox zijn. Als je niet Russisch-orthodox bent, geld je als vijand. Ze beschouwen protestanten als buitenlandse agenten. Het zijn aanhangers van een Amerikaans geloof. Juist deze twee groepen zaten toen in Slavjansk. Ze bezetten kerken en vermoordden deze vier jongens.”
Kosjak vluchtte zelf vorig jaar zomer weg uit Donetsk, nadat hij was bedreigd en mishandeld. Toen het nog veilig genoeg bleek, organiseerde hij in de stad manifestaties voor een verenigd Oekraïne. Zodoende kregen de rebellen hem in het vizier. Tussen april en november 2014 was het geweld het ergst, zegt Kosjak. Dat was de tijd van anarchie. Toen regeerden milities, die kerken bezetten en protestanten en Grieks-katholieken arresteerden.
Momenteel is de druk op religie in de Volksrepubliek Donetsk verminderd, concludeert Kosjak. „Het gaat economisch niet goed. Ze kunnen alle steun gebruiken. Protestanten in Donetsk geven humanitaire hulp aan de bevolking. Als de rebellen hen aanpakken, verliezen ze draagvlak onder de bewoners.”
Toch ziet hij de toekomst somber in. „De rebellen hebben nu hun eigen economische en politieke problemen. Zodra ze die hebben opgelost, voorzie ik een nieuwe onderdrukking van godsdiensten.”
Dit is het derde deel van een vierluik over Oost-Oekraïne.
„De oorlog verstrekt de onderlinge band binnen de Joodse gemeenschap in Donetsk”
Het gaf een schok in Oekraïne, en ook daarbuiten. Het maakte herinneringen wakker aan de Tweede Wereldoorlog. Alle Joden uit de stad moesten zich laten registreren. Dat stond op een pamflet dat gemaskerde mannen uitdeelden voor de synagoge in Donetsk. Weigerden de Joden zich te laten registreren, dan zouden ze worden gedeporteerd.
De folders werden uitgedeeld onder de naam van een pro-Russische beweging, maar leider Denis Poesjilin (momenteel parlementsvoorzitter binnen de door pro-Russische rebellen uitgeroepen Volksrepubliek Donetsk) ontkende elke betrokkenheid. De actie was het bewijs dat antisemitisme onder de rebellen welig tierde, meenden hun tegenstanders. Zelf zagen de rebellen het als een poging om hen in een kwaad daglicht te stellen.
Anderhalf jaar later is nog steeds niet duidelijk wie er achter de pamfletten zat, zegt de 32-jarige rabbijn Ari Schwartz vanachter zijn bureau in de synagoge. Onderzoek heeft niets opgeleverd. Hij was erbij toen het incident plaatsvond. „Ze stonden buiten bij de ingang. Het duurde hooguit tien minuten. Niemand had echt in de gaten wat er gebeurde.”
Hij zegt geen last te hebben van de pro-Russische rebellen. Eén keer zijn ze langs geweest. Om te kijken. Verder wordt de synagoge met rust gelaten. Misschien ook omdat Schwartz zich onthoudt van commentaar op de ontwikkelingen in Oekraïne. „We doen niet aan politiek. Dat valt niet binnen onze godsdienst.”
De Joodse gemeenschap in Donetsk is tijdens de oorlog wel gekrompen. Niet vanwege antisemitisme, maar uit angst voor het geweld hebben Joden de stad verlaten. Voor het conflict telde Donetsk 15.000 Joden. Nu schat Schwartz het aantal op 5000.
Maar tijdens het afgelopen Jom Kipoer zag de rabbijn weer meer bezoekers dan ooit. „De oorlog maakt ons hecht. We zoeken steun bij elkaar.”