”Manja” indrukwekkende roman uit de jaren 30
De Duitsers konden in de jaren dertig weten wat Hitler hun zou brengen. Dat valt ook te lezen in de roman ”Manja” van Anna Gmeyner.
Gmeyner vertelt met ”Manja” het verhaal van vijf kinderen die in de jaren dertig in Berlijn opgroeien. Franz, Karl, Harry, Heini en Manja vertegenwoordigen met de gezinnen waarin ze zijn geboren en opgroeien vijf maatschappelijke groepen: communisten, nationaalsocialisten, intellectuele humanisten, gegoede geassimileerde Joden en arme Oost-Europese Joden.
De vijf kinderen zijn min of meer even oud en komen met elkaar in contact omdat ze buren zijn of gewoon bij elkaar in de klas zitten. Een paar keer in de week komen ze samen bij ”de muur”, de resten van een bouwval op een afgelegen veldje bij de rivier. Hier kunnen de kinderen zich afzonderen van de wereld om hen heen. De vier jongens willen later allemaal met Manja trouwen, desnoods in groepsverband. Ze zweren dat ze nooit uit elkaar gaan, „zelfs niet als er iets gebeurt, zelfs niet als alles anders wordt, zelfs niet als de grote mensen ons tegenhouden.”
De wereld om de jongeren heen wordt door de opkomst van het nationaalsocialisme steeds grimmiger. De kinderen proberen de nieuwe zaken die zich in de wereld aandienen samen te verwerken. Als Heini, de zoon van een arts, zegt dat hij later met Manja, het arme Joodse meisje, zal trouwen, zegt zij dat dit niet kan. „Dat kan toch helemaal niet, Heini, er komt een wet tegen… hoe heet dat ook alweer?” Manja bedoelt ”rassenschande”. Op een gegeven moment mag het zoontje van de nazi niet meer spelen met het zoontje van de communist en ook niet meer met het Joodse meisje Manja.
De jongens, zonen van hun vaders en toch niet gelijk aan hun vaders, worden beproefd in hun genegenheid voor elkaar en voor Manja wanneer de ideologieën van de vaders bezit van hen nemen. De belofte dat ze altijd bij elkaar zullen blijven houdt geen stand. Als uiteindelijk een van de jongens de jeugdcrimineel Martin meeneemt naar de muur is het definitief gedaan met de vriendenkring. Manja wordt sindsdien genadeloos achtervolgd en aangerand. De vier vrienden beschermen Manja niet. Uiteindelijk berooft ze zichzelf van het leven.
Hoewel het verhaal is opgebouwd rond de vriendschap van de vijf kinderen, gaat de roman in feite over de gezinnen waarin de kinderen opgroeien, over Duitsland na de Eerste Wereldoorlog met zijn gierende inflatie en het opkomende nationaalsocialisme. De schrijfster laat de tragische gevolgen zien van de confrontatie van de kinderwereld met die van de volwassenen.
Het boek eindigt in 1933. Laat Anna Gmeyner het aan de fantasie van de lezer over hoe het verder met de jongens zal gaan? Die gedachte ligt voor de hand, maar klopt niet. Gmeyner schrijft dit boek begin jaren dertig. Zij weet dan zelf nog niet hoe het met Duitsland zal aflopen. Dat maakt het boek van de joodse Gmeyner bijzonder. Gmeyner, geboren in 1902 en overleden in 1991, groeit op in een geassimileerd advocatengezin in Wenen. In 1929 trekt ze naar Berlijn. In 1933 zoekt ze haar toevlucht in Parijs en nog weer later in Londen. Haar indrukwekkende roman ”Manja” verschijnt in 1938 in Amsterdam bij Querido. Uit Duitsland gevluchte auteurs zijn vol lof over het boek.
Toch raken Anna Gmeyner en haar boek Manja in de vergetelheid. Als er in 2007 in Duitsland een luisterboekeditie op de markt wordt gebracht, zijn recensenten onder de indruk van de ”taalmagie” van het werk. Het boek is nu in Nederland in een nieuwe vertaling uitgegeven.
Boekgegevens
Manja. De vriendschap van vijf kinderen, Anna Gmeyner; uitg. Cossee, Amsterdam, 2015; ISBN 978 90 5936 581 0; 400 blz.; € 26,90.