Lay zwijgt tegenover commissies Congres
Ex-topman Kenneth Lay van de failliete Amerikaanse energiegigant Enron heeft besloten te zwijgen als hij deze week verschijnt voor verschillende commissies van het Amerikaanse Congres die het debacle van zijn bedrijf onderzoeken. Lay moet wel verschijnen omdat hij officieel is gedagvaard.
De oud-topman van Enron zal zich volgens zijn advocaat Earl Silbert beroepen op zijn grondwettelijk recht (vastgelegd in het vijfde amendement op de Amerikaanse grondwet) om te zwijgen, teneinde zichzelf niet te belasten. Silbert verwees naar de „agressieve hoorzitting” waarop Lays tijdelijk opvolger Jeffrey Skilling (die vorig jaar augustus opstapte) verklaarde dat Enron financieel „volkomen gezond” was toen hij afgelopen zomer vertrok.
Verscheidene politici hebben de afgelopen dagen in verschillende praatprogramma’s gezegd dat zij niets geloofden van Skillings getuigenis. „Ik geloof niet dat er iemand was die hem geloofde”, aldus senator Ernest Hollings. „Het was net zo ongeloofwaardig als: De hond heeft m’n huiswerk opgegeten”, zo meende James Greenwood. Billy Tauzin, voorzitter van de commissie voor energie en handel van het Huis van Afgevaardigden, meent zelfs dat Skilling meineed gepleegd heeft tijdens de ontmoeting met zijn commissie. „Ik denk dat hij na die getuigenis juridisch kwetsbaar geworden is”, aldus Tauzin in het CBS-programma Face the Nation.
Skillings advocaat, Bruce Hiler, daarentegen zegt dat zijn cliënt „naar beste weten heeft meegewerkt met de commissies van het Congres.” Verwijzend naar de harde vragen die Skilling vorige week werden gesteld, meent Earl Silbert dat zijn cliënt Lay „geen onpartijdige hoorzitting kan verwachten.” Daarom heeft hij hem aangeraden gebruik te maken van zijn grondwettelijk recht om te zwijgen.
Verschillende van Lays voormalige ondergeschikten hebben dat vorige week ook al gedaan. Volgens sommige parlementariërs durft Lay de confrontatie met het parlement niet aan in verband met de beschuldigingen aan zijn adres in een speciaal rapport dat werd opgesteld in opdracht van de raad van bestuur van Enron. Daarin staat dat Lay „grote verantwoordelijkheid” draagt voor de ondergang van Enron.
Het ministerie voor Werkgelegenheid onderzoekt intussen de mogelijkheid om de beheerders van het Enron-pensioenfonds te ontslaan. Zij waarschuwden het personeel van Enron niet toen de aandelen van het bedrijf steeds minder waard werden, waardoor de pensioenen van veel personeelsleden (voor een deel geconcentreerd in pakketten Enron-aandelen) sterk werden uitgehold. Terwijl het lagere personeel de aandelen niet mocht verkopen, ontdeed het management van het bedrijf zich tijdig van zijn aandelen toen de koers van Enrons aandeel gestaag begon te dalen.
Interim-manager Stephen Cooper van Enron denkt dat het bedrijf in afgeslankte vorm nog een toekomst heeft. Enron heeft zijn energiehandel intussen verkocht aan de Zwitserse bank UBS, maar Cooper ziet nog een toekomst voor Enron in energietransport en in elektriciteitsproductie.