Forse veeg uit de pan voor Oekraïne
Oekraïne krijgt een forse veeg uit de pan van de Onderzoeksraad Voor Veiligheid (OVV). Het luchtruim boven Oost-Oekraïne had al voor de ramp met MH17 gesloten moeten zijn. “Een hard verwijt.”
De Boeing 777-200 van Malaysia Airlines is op 17 juli vorig jaar neergehaald door een 9N314M-raketkop op een 9M38-serieraket, afgevuurd vanaf een Bukgrond-luchtraketsysteem, zo concludeerde OVV-voorzitter Tjibbe Joustra vanmiddag bij de presentatie van het rapport op vliegbasis Gilze-Rijen. Bij de ramp zijn alle 298 inzittenden omgekomen.
Luchtvaartdeskundige Joris Melkert van de TU Delft kijkt niet direct op van hoofdconclusie uit het onderzoek. “Zoals verwacht.” Toch noemt hij het “knap” dat de Onderzoeksraad aan de hand van fragmenten zelfs het type raket heeft weten te traceren.
Verrassend punt is volgens Melkert de diepgravendheid van het onderzoek. “Het mooie is dat de Onderzoeksraad alle scenario’s heeft onderzocht, tot en met een eventuele inslag van een meteoriet toe. Goed dat ze alle scenario’s ook expliciet melden in het rapport.”
Ook luchtvaartspecialist Harry Horlings roemt het “zeer gedegen” onderzoek onder leiding van Joustra. “Ik vind het verrassend dat ze zo diep zijn gegaan en allerlei mogelijke scenario’s hebben uitgesloten.”
De Onderzoeksraad heeft hiermee de oorzaak van de vliegramp met MH17 onomstotelijk vastgesteld, concludeert Horlings. De luchtvaartspecialist snapt niet waarom de Russen deze gedegen conclusies van tafel vegen. Hij wijst daarbij ook op uitspraken van een rebellenleider vlak na de ramp die meldde dat een toestel was neergehaald.
Geen van de betrokken partijen heeft zich de risico’s van het vliegen over Oost-Oekraïne gerealiseerd, stelt de Onderzoeksraad vast. Heeft iedereen zitten slapen? “Misschien wel”, stelt Horlings voorzichtig. “Met name Oekraïne heeft zich niet gerealiseerd dat de wapens die het land in werden gebracht op zo’n hoogte een gevaar zouden opleveren.”
Schat aan informatie
Het rapport van de Onderzoeksraad bevat een schat aan informatie. Een technisch hoogstandje in het onderzoek is volgens luchtvaartdeskundige Melkert het vaststellen van het geluid –via drie verschillende microfoons– van de ontploffing van de raket in de laatste milliseconden, voordat de zwarte dozen ophielden te functioneren.
De grote vraag voor de presentatie was hoe ver de Onderzoeksraad zou gaan in het traceren van de locatie van waaruit de Bukraket is afgeschoten. Joustra wijst daarvoor een gebied van 320 vierkante kilometer aan.
De Onderzoeksraad is volgens luchtvaartdeskundige Melkert daarmee precies binnen zijn eigen mandaat gebleven. “De raad doet geen uitspraak over schuld en aansprakelijkheid, maar geeft aan dat via nader onderzoek de locatie kan worden verkleind.” Na de presentatie heeft Joustra overigens aangegeven dat de raket uit separatistengebied is afgevuurd.
Luchtvaartmaatschappijen moeten veel transparanter omgaan met informatie over het vliegen boven conflictgebieden, stelt de Onderzoeksraad. Melkert onderschrijft die conclusie. “Landen moeten niet alleen met een militaire blik kijken, maar de situatie vooral beoordelen vanuit civiele optiek.”
Horlings wijst erop dat de civiele luchtvaart niet zondermeer kan uitgaan van informatie uit landen die kampen met gewapende conflicten. “Landen verdienen aan het overvliegen van vliegtuigen. Informatie is daarom niet altijd te geloven.”
De luchtvaartspecialist pleit voor het instellen van een onafhankelijke instantie die veiligheidsrisico’s inventariseert. Hij ziet daarin een taak weggelegd voor overheden. “De overheid geeft adviezen en neemt maatregelen bij het wegverkeer. Je mag verwachten dat zij deze taak ook in de luchtvaart op zich nemen. Voor een kleine maatschappij is dat nooit zelf te doen.”
Voor de civiele luchtvaart is het rapport van de Onderzoeksraad van groot belang, stelt luchtvaardeskundige Melkert van de TU Delft. Luchtvaartmaatschappijen moeten volgens het rapport transparanter zijn over hun vliegbewegingen boven conflictgebieden. “Het vergroten van de veiligheid van de luchtvaart staat of valt met het oppikken met deze aanbevelingen.”
Melkert is daar niet negatief over gestemd. “De Onderzoeksraad geniet wereldwijd groot aanzien. Het ligt voor de hand dat de luchtvaart, ook al is de problematiek niet eenvoudig, de aanbevelingen overneemt.”