Laatste school van richting in gevaar
DEN HAAG. Staatssecretaris Dekker van Onderwijs is niet van plan een komende kaalslag onder de laatste scholen van een levensbeschouwelijke richting te voorkomen.
Volgens berekeningen van onderwijsorganisaties verdwijnen er enkele honderden scholen als de overheid bij de stichting en de bekostiging van scholen niet langer rekening houdt met de richting van een school.
De bewindsman schrijft in antwoorden op vragen van de Tweede Kamer dat hij alle scholen gelijk wil gaan behandelen. „Het is dan vanuit het oogpunt van rechtsgelijkheid niet houdbaar dat sommige scholen open mogen blijven onder de opheffingsnorm, terwijl de school ernaast wel moet voldoen aan diezelfde opheffingnorm”, zo stelt de bewindsman in antwoord op vragen van CDA, CU en SGP.
Staatssecretaris Dekker is voornemens om artikel 23 van de Grondwet, dat gaat over de onderwijsvrijheid, te moderniseren. Hij wil bij de aanvraag van nieuwe scholen niet langer bekijken of de school behoort tot een bestaande levensbeschouwelijke richting, zoals protestants-christelijk, rooms-katholiek of reformatorisch. Elke school die voldoende leerlingen krijgt en kwalitatief goed onderwijs geeft, kan voor bekostiging in aanmerking komen.
Ook in andere onderwijswetten wil de bewindsman niet langer rekening houden met de levensbeschouwing. Daardoor verdwijnt onder meer de uitzonderingspositie voor scholen van een laatste richting. Die mogen nu langer voortbestaan, ook als ze onder de opheffingsnorm komen. De uitzondering verdwijnt op den duur en deze scholen moeten dan hun deuren sluiten.
VGS-bestuurder Moens stelde vorige week in deze krant dat door de maatregel het voorbestaan van enkele honderden scholen wordt bedreigd. Dat zijn scholen van alle richtingen, waaronder ook een twintigtal reformatorische.
De bewindsman wil wel gaan werken met overgangstermijnen.