Opinie

Voordewind en Segers (CU): Wees barmhartig en ruimhartig jegens vluchteling

De vluchtelingencrisis vraagt om een eerlijk gesprek, realistische feiten en verstandig beleid, betogen Joël Voordewind en Gert-Jan Segers.

Joël Voordewind en Gert-Jan Segers
8 October 2015 17:18Gewijzigd op 15 November 2020 22:24
beeld AFP
beeld AFP

De 140 inwoners van het Drentse dorpje Oranje zagen deze week hoe er opnieuw een grote groep vluchtelingen aankwam. Het dorp ving tot op dat moment 700 vluchtelingen op en dat gaat volgens de bewoners goed. Een vrijwilligersbusje rijdt zo nu en dan groepjes vluchtelingen naar andere plekken, waar meer te doen is. Maar per direct 700 vluchtelingen erbij, zonder overleg, dat is volgens de inwoners te veel en daar hebben wij begrip voor. Het kabinet verspeelt in korte tijd het broodnodige draagvlak voor opvang. Het laat zien voor welke vragen het vluchtelingenvraagstuk ons plaatst. Kunnen we dit wel aan? Betekent de komst van zo veel moslims niet het einde van onze joods-christelijke beschaving? Moeten we altijd maar barmhartig blijven?

We kennen de beelden van volle boten, het verdronken jongetje, huilende vaders. Die beelden raakten velen van ons diep en maakten in de samenleving een breed gedragen gevoel van naastenliefde los: mensen, vaak in kerkverband, stelden hun hart en huis open voor vluchtelingen. Jezus vraagt dat ook van ons. „Ik was een vreemdeling en u hebt Mij gastvrij onthaald (…) voor zover u dit voor een van deze geringste broeders van Mij gedaan hebt, hebt u dat voor Mij gedaan” (Matth. 25).

Maar we kennen ook die andere beelden, van honderdduizenden vluchtelingen die onze kant opkomen, van rellende asielzoekers aan Europese binnengrenzen of bij azc’s. Die beelden voeden onze grootste angsten. Door de komst van zo veel vluchtelingen krijgen we in onze samenleving te maken met oorlogstrauma’s, met religieuze en etnische ruzies in asielzoekerscentra, met extra druk op de woningmarkt. Terwijl we ons al zorgen maken over radicalisering en jihadisme, leidt de toestroom tot een verdere groei van de islam. Na het ontvangen van vrijheid en veiligheid zijn er vluchtelingen die anderen van die vrijheid en veiligheid willen beroven. Er is reden genoeg voor grote bezorgdheid, ook als je gelooft dat God de wereldgeschiedenis in Zijn machtige handen heeft.

Barmhartigheid en bezorgdheid, naastenliefde en angst: ze zijn in onze samenleving even reëel. De slechtste manier om met deze gemengde gevoelens om te gaan, is om te kiezen voor het één en het ander te ontkennen. Het ongemak dat we deze dagen voelen, kan op twee manieren groeien: als we het voeden, of als we het verzwijgen. We erkennen de vaak problematische relatie tussen islam en vrijheid. Dat ontkennen helpt ons niet. Maar het voeden van de angst is even zinloos. Daarom zien we deze mensen niet als potentiële terroristen, maar als onze naasten die ook geschapen zijn naar Gods beeld en net als wij aangewezen zijn op genade.

Kiezen tussen een van de twee beelden zou wel makkelijk zijn, maar niet eerlijk. Wat de wereld in zijn huidige, donkere staat van ons vraagt is een eerlijk gesprek, realistische feiten en verstandig beleid.

In dat eerlijke gesprek beginnen we bij het begin, bij de bronnen van ellende. Bij de blijvende ongelijkheid tussen Afrika en ons eigen continent of de eindeloze Syrische oorlog, een situatie die door internationale grootmachten ook niet is verbeterd. Dat zijn de échte crises, waar de vluchtelingencrisis het gevolg van is. Verstandig vluchtelingenbeleid begint dáár, in het hart van het probleem: meer kansen in en voor Afrika en meer inzet voor vrede in Syrië en de regio eromheen. Gesprekken over vrede moeten worden aangegaan met iedereen die die wil aangaan –Assad inclusief–, om wie die gesprekken niet wil –IS en al-Qaida– te blijven bestrijden.

Doen we één stap vanuit het centrum van het probleem, dan betekent verstandig handelen ook een veel ruimhartiger bijdrage aan de opvang in de regio, waar de UNHCR, de vluchtelingenorganisatie van de VN, miljarden tekortkomt. De realiteit leert dat bij te weinig voedsel, schoon drinkwater en medische zorg steeds meer vluchtelingen de vaak levensgevaarlijke tocht naar Europa wagen. Bijna alle partijen in de Tweede Kamer hebben de mond vol van opvang in de regio, maar na Prinsjesdag blijkt dat het kabinet hierop bezuinigt. De ChristenUnie is een van de weinige partijen die er in de begroting geld voor vrijmaken.

Wie wél naar ons continent komt, moet al aan de buitengrenzen van Europa worden geregistreerd en geselecteerd. Arbeidsmigranten die hier toch niet in aanmerking komen voor een verblijfsvergunning, moeten direct worden teruggestuurd. Raddraaiers die tijdens de opvang mensen met een andere geloofsovertuiging intimideren of aanvallen, moeten worden opgesloten in vreemdelingendetentie en zodra dat kan, worden uitgezet. De vluchtelingen uit bijvoorbeeld Syrië moeten volgens een eerlijke verdeling over de Europese landen worden verspreid, waarvoor beter moet worden samengewerkt. Dat heeft de hoogste prioriteit, ook voor onze veiligheidsdiensten: voor jihadisten en oorlogsmisdadigers is geen plaats hier.

In Nederland zijn we gezegend met welvaart, vrijheid en vrede. Voor de vluchtelingen die hier aankomen, moeten we zorgen zoals we voor onszelf zorgen, zolang ze hier zijn. Want „de vreemdeling die bij u verblijft, moet voor u zijn als een ingezetene onder u. U moet hem liefhebben als uzelf, want u bent zelf vreemdelingen geweest in het land Egypte” (Lev. 19).

Om er ook voor hen te kúnnen zijn, is het nodig dat we die verantwoordelijkheid met elkaar in ons land dragen. Dan kan het niet zo zijn dat een grote stad veel minder opvang biedt dan een klein dorp als Oranje. Meer en kleinere locaties, verspreid door het land, zijn nodig om deze vluchtelingen uit te nodigen in ons land, in onze steden en dorpen, en misschien zelfs in onze huizen, waar we hen kunnen laten delen in wat wij hebben.

Moeten we altijd maar barmhartig blijven? Het antwoord is: ja. Bij eerlijk, verstandig en realistisch beleid kan dat ook ruimhartig worden gedaan. Met een warm hart en het hoofd erbij. Ruimhartig, barmhartig.

De auteurs zijn Tweede Kamerleden namens de ChristenUnie.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer